EISERES tot cassatie, verweerster in het incidenteel cassatieberoep,
advocaat: mr. J.A.M.A. Sluysmans en mr. R.L. de Graaff,
t e g e n
1. [verweerder 1], wonende te [woonplaats],
2. [verweerster 2], gevestigd te [vestigingsplaats],
VERWEERDERS in cassatie, eisers in het incidenteel cassatieberoep,
advocaat: mr. M. Ynzonides.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] en [verweerder] c.s.
1 Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 131163/HA ZA 11-756 van de rechtbank Groningen van 21 maart 2012 en 6 juni 2012;
b. de arresten in de zaak 200.110.512/01 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 30 juli 2013 en 1 april 2014.
De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.
2 Het geding in cassatie
Tegen de arresten van het hof heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. [verweerder] c.s. heeft incidenteel cassatieberoep ingesteld. De cassatiedagvaarding en de conclusie van antwoord tevens houdende incidenteel cassatieberoep zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
Partijen hebben over en weer geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten en voor [verweerder] c.s. mede door mr. G.J. Harryvan.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt, zowel in het principaal als in het incidenteel beroep, tot verwerping.
De advocaat van [eiseres] heeft bij brief van 17 december 2015 op die conclusie gereageerd.
3 Beoordeling van de middelen in het principale en in het incidentele beroep
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4 Beslissing
De Hoge Raad:
in het principale beroep:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] c.s. begroot op € 6.467,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris;
in het incidentele beroep:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [verweerder] c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [eiseres] begroot op € 68,07 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.V. Polak en T.H. Tanja-van den Broek, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op 19 februari 2016.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: