De berekening van de wettelijke rente over het verlies arbeidsvermogen; voorschotten
Er dient voor de berekening van de wettelijke rente over het verlies arbeidsvermogen rekening te worden gehouden met door Amlin betaalde bedragen, uitgezonderd de door Amlin betaalde kosten van de interim-managers. Vast staat inmiddels dat er geen andere (relevante) voorschotten zijn betaald dan voor de kosten van de interim-managers (totaal
€ 720.293,09).
Het hof verwijst naar r.o. 22.3.7. ad 6 van het tussenarrest van 22 januari 2019, waar het hof bij blijft. Ook daaruit volgt dat onjuist is, dat de door Amlin betaalde kosten ter zake van de interim-managers gezien dienen te worden als voorschotten op het geleden verlies aan verdienvermogen van [geïntimeerde] , zoals Amlin heeft gesteld. Vergoeding van de kosten van interim-managers is immers van andere aard dan vergoeding van het verlies aan verdienvermogen van [geïntimeerde] .
Dit betekent, dat de deskundige over het door hem op grond van scenario 2 berekende verlies aan verdienvermogen de wettelijke rente kan berekenen, uitgaande van bijlage 8 bij rapport II (€ 1.348.256,-- zonder wettelijke rente), met als uitgangspunt voor de jaarschades de wettelijke rente per 1 juli van het desbetreffende jaar.
Bij de berekening van de wettelijke rente dient dus geen rekening gehouden te worden met door Amlin betaalde voorschotten ter zake van de interim-managers.
Aangezien het door Amlin op basis van scenario 2 in hoofdsom te betalen bedrag aan verlies arbeidsvermogen onder het bedrag ligt dat zij op basis van het eindvonnis op 21 mei 2012 aan [geïntimeerde] per saldo ter zake van verlies arbeidsvermogen heeft voldaan
(€ 1.612.214,61 minus € 18.000,-- smartengeld, minus € 29.791,08 buitengerechtelijke kosten, minus € 33.815,52 proceskosten, minus € 2.500,-- overige materiële schade, is
€ 1.528.108,01,--), dient de wettelijke rente over het verlies arbeidsvermogen volgens scenario 2 berekend te worden tot en met 21 mei 2012.