samenvatting: tussenarrest in letselschadezaak (schade moeder na overlijden baby door fout ziekenhuis; PTSS) na eerdere tussenarresten; in incident: provisionele voorziening wordt afgewezen; in hoofdzaak: waardering deskundigenbericht; hof gelast meervoudige comparitie voor het horen deskundige
de publiekrechtelijke rechtspersoon Academisch Ziekenhuis Maastricht,
gevestigd te Maastricht,
geïntimeerde,
advocaat: mr. Ph.C.M. van der Ven te ‘s-Hertogenbosch,
als vervolg op de door het hof gewezen tussenarresten van 19 oktober 2010, 19 juni 2012 en 9 april 2013 in het hoger beroep van de door de rechtbank Maastricht onder zaaknummer 96373/HA ZA 04-1031 gewezen vonnissen van 22 maart 2006, 18 oktober 2006, 17 juni 2009 en 7 april 2010.
14 Het tussenarrest van 9 april 2013
41.1.
Bij genoemd tussenarrest heeft het hof bepaald dat een deskundigenonderzoek zal worden verricht door dr. E. Vermetten. Verder is bepaald dat het voorschot van € 2.735,56 voorlopig ten laste van het AZM komt. Indien de kosten van de deskundige dit voorschot te boven mochten gaan, is de deskundige verzocht het hof daarover tijdig in te lichten.
Bij e-mailbericht van 1 december 2013 heeft de deskundige het hof bericht dat zijn werkzaamheden omvangrijker zijn dan verwacht en heeft hij om een aanvullend voorschot van € 1.094,23 verzocht.
14.2.
Bij brief van 4 december 2013 heeft de griffier van dit hof partijen in de gelegenheid gesteld daarop te reageren. Bij brief van 13 december 2013 heeft mr. Van der Ven het hof laten weten dat het AZM geen bezwaar heeft tegen het gevraagde aanvullend voorschot en bij brief van 17 december 2013 heeft mr. Poortman bericht dat [appellante] vanzelfsprekend geen bezwaar heeft tegen verhoging van het voorschot. Het hof zal derhalve beslissen zoals hierna in het dictum is bepaald.
15 De uitspraak
Het hof:
bepaalt het aanvullend voorschot op € 1.094,23 inclusief btw;
bepaalt dat het AZM het aanvullend voorschot van € 1.094,23 binnen twee weken na heden zal overmaken op IBAN-rekeningnummer [IBAN-rekeningnummer] ten name van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch, onder vermelding van HD 200.073.005;
bepaalt de termijn waarbinnen het schriftelijk, ondertekend bericht ter griffie van dit hof (postbus 70583, 5201 CZ ’s-Hertogenbosch) moet worden ingeleverd nader op 25 februari 2014;
verwijst de zaak naar de rol van 25 maart 2014 voor memorie na deskundigenbericht aan de zijde van [appellante];
bepaalt dat de griffier van dit hof een afschrift van dit arrest aan de deskundige zal toezenden;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. P.M.A. de Groot-van Dijken, C.E.L.M. Smeenk-van der Weijden en H.A.W. Vermeulen en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op
14 januari 2014.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: