Het hof ziet in het onder a) aangevoerde argument geen aanleiding om terug te komen op de verleende akte niet-dienen.
Art. 33 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering (Rv) luidt:
‘ Verzoeken en mededelingen kunnen ook elektronisch worden gedaan, indien van deze mogelijkheid voor het desbetreffende gerecht blijkt uit een voor dat gerecht vastgesteld procesreglement’.
Ook de verzending per fax is een vorm van elektronisch verkeer (MvT, Kamerstukken II 2006/07, 30 815, nr. 3, p. 13).
Artikel 2.1 van het Procesreglement per 1 januari 2013 voor de pilot civiele dagvaardingszaken bij het gerechtshof ’s-Hertogenbosch luidt, voor zover thans van belang, als volgt:
‘ Tijdstip en wijze van indiening
Voor zover in artikel 3.1 niet anders is bepaald, wordt een voor een roldatum bestemd processtuk uiterlijk op het inlevertijdstip ter griffie ingediend door verzending per post of door afgifte aan de centrale balie. Per telefax ingediende processtukken worden niet in behandeling genomen(…)’.
Ter uitvoering van deze bepalingen heeft de griffie het door Stomerij c.s. ingediende H3-formulier aan hen geretourneerd. Op dat formulier is met een stempel meegedeeld: ‘Rolinstructies en/of bijbehorende stukken worden per fax niet geaccepteerd’.
Het hof overweegt dat met de weigering van de gefaxte memorie van grieven op juiste wijze uitvoering is gegeven aan de toepasselijke bepalingen.
Weliswaar beroepen Stomerij c.s. zich, impliciet, nog op het bepaalde in art. 33 lid 3 Rv dat gaat over de elektronische ontvangst van processtukken door een gerecht, en meer in het bijzonder: ‘…Verzendingen die voor 24.00 uur van de laatste dag van een lopende termijn zijn ontvangen, gelden als binnen de termijn ingediend’. Stomerij c.s. gaan er daarbij echter aan voorbij dat deze bepaling alleen geldt indien het gerecht de elektronische verzending van het processtuk heeft toegestaan, maar daarvan is geen sprake.