3.2
De stukken waarvan de Russische Federatie - na vermindering van eis - afschriften vordert zijn de volgende:
( i) Het Kroll rapport, met inbegrip van de nadere nuanceringen, zoals ‘onderdelen’, ‘concepten’, ‘kopieën’ en ‘(gedeeltelijke) afschriften’ ervan.
( ii) De namen van de leningnemers behorende bij de 100 grootste zakelijke leningen indien PrivatBank weigert te bevestigen dat de onderzoeksresultaten van de Russische Federatie kloppen.
( iii) Pagina’s 14, 18, 33, 36-38, 47, 58, 59, 86, 88, 90, 91-98, 99 en 100-121 van het door EY opgestelde due diligence rapport voor PrivatBank.
( iv) De processtukken die door PrivatBank zijn opgesteld en ingediend in de procedure die zij in Cyprus aanhangig heeft gemaakt tegen PwC.
( v) Alle bijlagen bij de verklaring van [naam] zoals overgelegd als productie RF-140 (P), waaronder onder andere wordt verstaan de schedules, appendices en exhibits.
( vi) De correspondentie, onderzoeksbevindingen, processtukken en besluiten van de autoriteiten in Portugal, Italië en Letland die zien op de maatregelen als beschreven in (onder meer) de herroepingsdagvaarding, randnummer 28 en de vernietigingsdagvaarding, randnummer 45, en de correspondentie en stukken die zijn gewisseld tussen de autoriteiten op Cyprus en PrivatBank van 15 februari, 18 februari, 23 februari, 21 maart, 20 september en 4 oktober 2016.
( vii) Alle e-mails, correspondentie en stukken die zijn opgesteld en/of uitgewisseld met Perspectiva-1 en die zien op de verkrijging van het Tavria-resort.
( viii) Alle stukken die zien op de strafprocedure met nummer 70059114 inzake de illegale privatisering van het Tavria-resort alsook alle stukken die PrivatBank heeft verstrekt aan het openbaar ministerie naar aanleiding van strafonderzoeken die zien op het Tavria-resort.
3.3
Aan haar vorderingen tot inzage legt de Russische Federatie, kort samengevat, het volgende ten grondslag. Zij heeft belang bij inzage in deze stukken met het oog op haar herroepingsvordering, omdat de stukken als aanvullend bewijs kunnen dienen voor haar stelling dat PrivatBank onjuiste, misleidende en onvolledige informatie in de arbitrale procedure heeft verstrekt. Als deze stukken in de arbitrale procedure waren verstrekt, had het scheidsgerecht tot een ander oordeel moeten of kunnen komen. Afgifte van de gevorderde stukken zou de Russische Federatie bovendien in staat stellen om de herroepingsgrond van artikel 1068, eerste lid sub c Rv nog verder uit te werken. Daarnaast heeft de Russische Federatie belang bij inzage in deze stukken ter onderbouwing van haar vernietigingsvordering. De stukken kunnen als aanvullend bewijs dienen van haar stelling dat PrivatBank crimineel althans onrechtmatig heeft gehandeld bij de verkrijging van de investeringen waarvan zij in de arbitrale procedure vergoeding vordert. Ook aan de overige voorwaarden voor toewijzing van de incidentele vorderingen is voldaan: de vorderingen zien op concrete en nauwkeurig omschreven stukken en op een rechtsbetrekking waarbij de Russische Federatie partij is, te weten de vorderingen die PrivatBank tegen haar heeft ingesteld.