Overigens is het hof voorts voorlopig van oordeel dat onbestreden is gebleven dat BiOns het overgrote deel (circa 80%) van de gevraagde informatie aan Almelo heeft gegeven, waaronder de jaarstukken 2018 en de accountantsverklaring over dat jaar (productie 28 bij memorie van grieven), waaruit ook de cijfers van 2017 blijken, een overzicht van de door BiOns in Almelo bediende cliënten, een overzicht van de door haar medewerkers bij deze cliënten verrichte werkzaamheden, de daaraan bestede uren per cliënt en de facturen met specificaties.
Tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep is komen vast te staan dat Almelo nog niet aan de controle van deze informatie is toegekomen en geen zogenaamde urenbriefjes bij BiOns heeft opgevraagd, terwijl de Gemeenten tegelijkertijd klagen dat zij daarover niet kunnen beschikken.
Daarbij komt dat eveneens onbestreden is dat de toezichthouder van Almelo bij het bedrijfsbezoek aan BiOns onbeperkte inzage in de dossiers van BiOns heeft gehad waar het de dienstverlening voor Almelo betrof. Dat de toezichthouder daarvan geen of onvoldoende gebruik heeft gemaakt, komt voor rekening van de Gemeenten.
De Gemeenten hadden aldus ook in die zin voldoende informatie, althans hadden daarover kunnen beschikken, om de door Almelo gewenste recht- en doelmatigheidscontrole bij BiOns te kunnen uitvoeren. Niet aannemelijk is geworden Almelo over meer informatie diende te beschikken om haar controles uit te voeren. Hof van Twente heeft reeds in september 2019 een “Rapportage Toezicht Kwaliteit en Rechtmatigheid Wmo 2015 en Jeugdwet” opgesteld waarin de door BiOns geleverde zorg op kwaliteit en rechtmatigheid is onderzocht. Daarbij zijn ook de financiële stukken van BiOns onderzocht en in orde bevonden. Hof van Twente heeft daarin in ieder geval geen aanleiding gezien de relatie met BiOns te beëindigen. Integendeel, zij heeft de raamovereenkomst huishoudelijke ondersteuning vier keer verlengd, laatstelijk tot 31 december 2022.
Hoewel het hof begrip heeft voor het streven van de Gemeenten om zorgfraude te bestrijden, mag dat streven er niet toe leiden dat in een aanbesteding, buiten de eisen van het Bestek, elementen uit het verleden een rol gaan spelen die geen raakvlakken hebben met de door potentiële opdrachtnemers verleende zorg en daardoor een willekeurig karakter kunnen krijgen. Dat kan leiden tot strijd met de grondbeginselen van het aanbestedingsrecht, zoals gelijkheid, zorgvuldigheid en transparantie.
De slotsom is dat de Gemeenten ten onrechte op dit onderdeel BiOns geen Raamoverkomst hebben gegund. Het argument van de Gemeenten dat ook als zij BiOns een Raamovereenkomst zouden moeten aanbieden zij deze op dezelfde gronden meteen weer zouden kunnen beëindigen (en dat BiOns daarom geen belang heeft bij haar vorderingen) passeert het hof. Indien die beëindiging op dezelfde gronden zou plaatsvinden, is dat om dezelfde redenen als hiervoor geoordeeld niet juist. Weliswaar heeft BiOns geen verbod op die beëindiging gevorderd in deze procedure, maar dat betekent niet dat zij bij een gebod om de Raamovereenkomst alsnog aan haar aan te bieden geen belang zou hebben.