De bonustoezegging bevat de bepaling: “This bonus will only be granted when the contract of sale is perfect and signed by all parties before July 1st 2014.” Naar tussen partijen vaststaat, is de (zij het door de faillissementscuratoren met koper [koper] gesloten) verkoopovereenkomst (waaronder de aandelen in de SA-vennootschappen) tot stand gekomen en ondertekend omstreeks eind januari 2014 (zie rov. 3.16 van het tussenarrest) en zijn de aandelen overgedragen vóór 1 juli 2014, zodat aan deze bepaling is voldaan.
Verder ging de toezegging uit van een “succesfull sale”. Zij vermeldt echter niet wat werd verstaan onder “succesfull”, dat even goed kan slaan op een geslaagde afwikkeling van de verkoopovereenkomst, zodat [appellanten ] , wier vennootschappen overigens goed draaiden, in redelijkheid niet behoefden te begrijpen dat een verkoop in het kader van een faillissement van [bedrijf 2] B.V. ten behoeve van de schuldeisers en tegen executiewaarde niet daaronder zou zijn begrepen. Dit geldt eens te meer omdat de bonustoezeggingen uitgaan van basisbedragen van US $ 120,000 c.q. US $ 90,000, een vaste bodem voor blijvende betrokkenheid van [appellanten ] ter waarborging van de continuïteit, en zelfs, afhankelijk van een hogere verkoopprijs, voorzien in een verhoging ervan tot het drievoudige toe, maar geenszins in tegenvallers. Evenmin bevat de overgelegde verklaring van [gemachtigde bedrijf 2] , en ook [geïntimeerde 1] heeft ter zitting daarover niet verklaard, enig aanknopingspunt dat aan een “succesfull sale” iets anders moet worden verstaan zoals door [appellanten ] wordt voorgestaan, namelijk een geslaagde c.q. afgewikkelde verkoop. [gemachtigde bedrijf 2] verklaart dat aan [appellanten ] een bonus in het vooruitzicht werd gesteld waarvan de hoogte afhankelijk zou worden gesteld van de verkoopprijs van de Zuid-Amerikaanse business. Ook volgens [nieuwe bestuurder 2] zouden de bonussen bij een succesvolle verkoop van [bedrijf 3] uit de verkoopopbrengsten worden voldaan. Een integrale verkoop van meer [de vennootschappen] -vennootschappen was dus geen aan [appellanten ] bekend gemaakte vereiste.
Tenslotte gaat aan de eigenlijke bonustoezegging vooraf dat zij werd gedaan: “In view of a strategic recalibration”, waarmee [geïntimeerden] zouden hebben gedoeld op een going concern strategiewijziging, terwijl de waarde van de SA-vennootschappen eerder was ingeschat op US $ 30 tot 37 miljoen en volgens hen maximaal US $ 6 miljoen zal hebben opgebracht. Deze bepaling vormt echter blijkens haar plaats in de bonusbrief als voorafgaande overweging, haar tekst en de voor [appellanten ] kenbare strekking geen voorwaarde maar een door de toezegger geschetst kader, meer behoefden [appellanten ] daar in redelijkheid niet in te lezen.