6.1
Alvorens verder te beslissen verzoekt het gerechtshof het Hof van Justitie van de Europese Unie de volgende vragen te beantwoorden:
-
Is een stof die geen bijproduct is in de zin van de Kaderrichtlijn afvalstoffen per definitie ook geen dierlijk bijproduct in de zin van de Verordening dierlijke bijproducten 2009, zodat deze stof niet op grond van artikel 1, derde lid, van de EVOA van de werking van de EVOA is uitgesloten? Of is het niet uitgesloten dat een stof valt onder de definitie van dierlijke bijproducten in de zin van de Verordening dierlijke bijproducten 2009 als die stof niet voldoet aan de voorwaarden van artikel 5, eerste lid, van de Kaderrichtlijn afvalstoffen, zodat deze stof niet zonder meer onder de EVOA valt?
-
Hoe dient de overbrenging die valt onder de erkenningseisen van Verordening (EG) nr. 1774/2002 - nu: Verordening (EG) nr. 1069/2009 - in de zin van artikel 1, derde lid, van de EVOA te worden begrepen: is daarmee bedoeld het vervoer (tussen een land en een ander land) van dierlijke bijproducten, ongeacht van welke categorie dat materiaal is? Of is daarmee bedoeld het vervoer van in artikel 48 van de Verordening dierlijke bijproducten 2009 (voorheen artikel 8 van de Verordening 1774/2002) bedoeld materiaal, dat is beperkt tot dierlijke bijproducten of afgeleide producten in de zin van die bepaling, dus materiaal van categorie 1 en materiaal van categorie 2, en bepaalde daarvan afgeleide producten, inclusief verwerkte dierlijke eiwitten afgeleid van categorie 3‑materiaal?
-
Als met de overbrenging die valt onder de erkenningseisen van Verordening (EG) nr. 1774/2002 - nu Verordening (EG) nr. 1069/2009 - in de zin van artikel 1, derde lid, aanhef en onder d, van de EVOA moet worden begrepen het vervoer (tussen een land en een ander land) van dierlijke bijproducten, ongeacht van welke categorie dat materiaal is, dient dan artikel 1, derde lid, aanhef en onder d, van de EVOA, verder zo te worden gelezen dat daarmee ook overbrengingen van mengsels van dierlijke bijproducten en andere stoffen worden bedoeld en - zo ja - is de mengverhouding tussen de dierlijke bijproducten en de andere stoffen hierbij relevant? Of verliest een dierlijk bijproduct het karakter van dierlijk bijproduct in de zin van de Verordening dierlijke bijproducten 2009 en wordt dit dierlijke bijproduct een afvalstof in de zin van de EVOA als gevolg van het mengen hiervan met een andere stof?
Schorst het onderzoek ter terechtzitting voor onbepaalde tijd, opdat de antwoorden van het Hof van Justitie van de Europese Unie op de hiervoor genoemde prejudiciële vragen kunnen worden afgewacht.
Bepaalt dat het onderzoek zal worden hervat tegen een nog nader te bepalen terechtzitting.
Beveelt de oproeping van de verdachte tegen het nog nader te bepalen tijdstip, met tijdige kennisgeving daarvan aan zijn raadslieden.
Aldus gewezen door
mr. A. van Waarden, voorzitter,
mr. J.A.W. Lensing en mr. N.C. van Lookeren Campagne, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. R. Jansen, griffier,
en op 19 december 2018 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. A. van Waarden is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
Bijlage (de inhoud van de tenlastelegging ten aanzien van de feiten 4, 5 en 6)
4 primair:
verdachte
a. op of omstreeks 10 juni 2011, in de gemeente Hoogeveen, althans in Nederland, althans binnen het grondgebied van de EG en/of
b. op of omstreeks 16 juni 2011 en/of 17 juni 2011, in de gemeente Hoogeveen, althans in Nederland, althans binnen het grondgebied van de EG,
tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, (telkens) al dan niet opzettelijk, (telkens) handelingen heeft verricht als bedoeld in artikel 2, onder 35 sub a en/of sub b van de EG-verordening overbrenging van afvalstoffen (EG-nummer 1013/2006), hierin bestaande dat verdachte en/of verdachtes mededader(s) toen
a. een mengsel van pekelwater en dierlijke weefsels, in ieder geval (een) mengsel(s) van afvalstoffen en/of
b. een mengsel van vetafval en pekelwater, in ieder geval (een) mengsel(s) van afvalstoffen heeft/hebben overgebracht van Nederland naar Duitsland, terwijl die overbrenging (telkens) geschiedde zonder kennisgeving aan en/of (schriftelijke) toestemming van alle/de betrokken bevoegde autoriteiten overeenkomstig genoemde verordening;
4 subsidiair:
[bedrijf] B.V.
a. op of omstreeks 10 juni 2011, in de gemeente Hoogeveen, althans in Nederland, althans binnen het grondgebied van de EG en/of
b. op of omstreeks 16 juni 2011 en/of 17 juni 2011, in de gemeente Hoogeveen, althans in Nederland, althans binnen het grondgebied van de EG,
tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, (telkens) al dan niet opzettelijk, (telkens) handelingen heeft verricht als bedoeld in artikel 2, onder 35 sub a en/of sub b van de EG-verordening overbrenging van afvalstoffen (EG-nummer 1013/2006), hierin bestaande dat [bedrijf] B.V. en/of haar mededader(s) toen
a. een mengsel van pekelwater en dierlijke weefsels, in ieder geval (een) mengsel(s) van
afvalstoffen en/of
b. een mengsel van vetafval en pekelwater, in ieder geval (een) mengsel(s) van afvalstoffen heeft overgebracht van Nederland naar Duitsland, terwijl die overbrenging (telkens) geschiedde zonder kennisgeving aan en/of (schriftelijke) toestemming van alle/de betrokken bevoegde autoriteiten overeenkomstig genoemde verordening,
zulks terwijl verdachte aan deze verboden gedraging(en) feitelijk leiding heeft gegeven en/of daartoe opdracht heeft gegeven;
5 primair:
verdachte
a. op of omstreeks 8 maart 2012, in de gemeente Amersfoort, althans in Nederland, althans binnen het grondgebied van de EG en/of
b. op of omstreeks 30 maart 2012, in de gemeente Skarsterlân, althans in Nederland, althans binnen het grondgebied van de EG,
tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, (telkens) al dan niet opzettelijk, (telkens) handelingen heeft verricht als bedoeld in artikel 2, onder 35 sub a en/of sub b van de EG-verordening overbrenging van afvalstoffen (EG-nummer 1013/2006), hierin bestaande dat verdachte en/of verdachtes mededader(s) toen
a. een mengsel van zuiveringsslib en ander (onbekend) afval, in ieder geval (een) mengsel(s) van afvalstoffen en/of
b. een mengsel van zuiveringsslib en (zuivel)afval, in ieder geval (een) mengsel(s) van afvalstoffen
heeft/hebben overgebracht van Nederland naar Duitsland, terwijl die overbrenging (telkens) geschiedde zonder kennisgeving aan en/of (schriftelijke) toestemming van alle/de betrokken bevoegde autoriteiten overeenkomstig genoemde verordening;
5 subsidiair:
[bedrijf] B.V.
a. op of omstreeks 8 maart 2012, in de gemeente Amersfoort, althans in Nederland, althans binnen het grondgebied van de EG en/of
b. op of omstreeks 30 maart 2012, in de gemeente Skarsterlân, althans in Nederland, althans binnen het grondgebied van de EG,
tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, (telkens) al dan niet opzettelijk, (telkens) handelingen heeft verricht als bedoeld in artikel 2, onder 35 sub a en/of sub b van de EG-verordening overbrenging van afvalstoffen (EG-nummer 1013/2006), hierin bestaande dat [bedrijf] B.V. en/of haar mededader(s) toen
a. een mengsel van zuiveringsslib en ander (onbekend) afval, in ieder geval (een) mengsel(s) van afvalstoffen en/of
b. een mengsel van zuiveringsslib en (zuivel)afval, in ieder geval (een) mengsel(s) van afvalstoffen
heeft/hebben overgebracht van Nederland naar Duitsland, terwijl die overbrenging (telkens) geschiedde zonder kennisgeving aan en/of (schriftelijke) toestemming van alle/de betrokken bevoegde autoriteiten overeenkomstig genoemde verordening,
zulks terwijl verdachte aan deze verboden gedraging(en) feitelijk leiding heeft gegeven en/of daartoe opdracht heeft gegeven;
6 primair:
verdachte
op of omstreeks 19 juni 2012, in de gemeente De Marne, althans in Nederland, althans binnen het grondgebied van de EG,
tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, al dan niet opzettelijk, handelingen heeft verricht als bedoeld in artikel 2, onder 35 sub a en/of sub b van de EG-verordening overbrenging van afvalstoffen (EG-nummer 1013/2006), hierin bestaande dat verdachte en/of verdachtes mededader(s) toen
een mengsel van slib van afvalwaterbehandeling en eiwitconcentraat, in ieder geval (een) mengsel(s) van afvalstoffen, heeft/hebben overgebracht van Nederland naar Duitsland, terwijl die overbrenging geschiedde zonder kennisgeving aan en/of (schriftelijke) toestemming van alle/de betrokken bevoegde autoriteiten overeenkomstig genoemde verordening;
6 subsidiair:
[bedrijf] B.V.
op of omstreeks 19 juni 2012, in de gemeente De Marne, althans in Nederland, althans binnen het grondgebied van de EG,
tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, al dan niet opzettelijk, handelingen heeft verricht als bedoeld in artikel 2, onder 35 sub a en/of sub b van de EG-verordening overbrenging van afvalstoffen (EG-nummer 1013/2006), hierin bestaande dat [bedrijf] B.V. en/of haar mededader(s) toen een mengsel van slib van afvalwaterbehandeling en eiwitconcentraat, in ieder geval (een) mengsel(s) van afvalstoffen, heeft/hebben overgebracht van Nederland naar Duitsland, terwijl die overbrenging geschiedde zonder kennisgeving aan en/of (schriftelijke) toestemming van alle/de betrokken bevoegde autoriteiten overeenkomstig genoemde verordening,
zulks terwijl verdachte aan deze verboden gedraging(en) feitelijk leiding heeft gegeven en/of daartoe opdracht heeft gegeven.
Proces-verbaal van het in dezelfde zaak voorgevallene ter openbare terechtzitting van het gerechtshof van 19 december 2018.
Tegenwoordig:
mr. M. Keppels, voorzitter,
mr. L.H.J. Vijlbrief-Smit, advocaat-generaal,
mr. H.A.C. Peters, griffier.
De voorzitter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is niet in de zaal van de terechtzitting aanwezig.
De voorzitter spreekt het tussenarrest uit.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.