2.2
Bij memorie van grieven heeft de gemeente vier grieven tegen het bestreden vonnis aangevoerd, heeft zij bewijs aangeboden en nieuwe producties in het geding gebracht. Zij heeft onder verwijzing naar de eis in de appeldagvaarding gevorderd dat het hof, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, het bestreden vonnis zal vernietigen en opnieuw recht doende, alsnog:
1. [geïntimeerde] zal bevelen het gebruik dat hij maakt van de aan de gemeente in eigendom toebehorende strook, zoals gedefinieerd in de dagvaarding in eerste aanleg, te staken, voornoemd stuk grond met al hetgeen zich daarop van zijnentwege bevindt te ontruimen en ontruimd te houden, alsmede [geïntimeerde] zal bevelen voornoemd stuk grond in de oorspronkelijke staat te herstellen en (derhalve) zal bevelen het door [geïntimeerde] op de vermeende perceelsgrens geplaatste hek te verplaatsen naar de werkelijke perceelsgrens, de op het stuk grond opgerichte opstallen, inclusief funderingen, kabels en leidingen te verwijderen en de grond ter plaatse van deze opstallen met gewone grond te brengen op maaiveldniveau, aangebrachte bomen, struiken en/of overige beplanting te verwijderen, e.e.a. onder bepaling dat deze bevelen binnen twee maanden na betekening van het te wijzen arrest volledig moeten zijn opgevolgd, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- per dag dat [geïntimeerde] in gebreke zal blijven om aan deze bevelen tijdig en/of volledig te voldoen;
2. de gemeente zal machtigen, bij gebreke van een tijdige en/of volledige voldoening aan de hiervoor onder 1. geformuleerde bevelen, deze bevelen te doen uitvoeren door derden op kosten van [geïntimeerde], met veroordeling van [geïntimeerde] om de op deze uitvoering te vallen kosten op vertoon van de door die derden ter zake aan de gemeente verstrekte rekeningen, althans op vertoon van de door het hof te bepalen bescheiden, aan de gemeente te betalen;
3. [geïntimeerde] zal veroordelen om hetgeen de gemeente op grond van het bestreden vonnis aan [geïntimeerde] heeft betaald terug te betalen, e.e.a. vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment van betaling van de gemeente aan [geïntimeerde] tot het moment van volledige terugbetaling;
4. [geïntimeerde] zal veroordelen in de kosten van de procedure in beide instanties, waaronder begrepen de verschuldigde griffierechten en de begrote bedragen aan salaris van de advocaat, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het arrest, en indien voldoening niet binnen deze termijn plaatsvindt te vermeerderen met de wettelijke rente, te rekenen vanaf de datum van het arrest, althans vanaf de veertiende dag na de datum van het arrest tot aan de dag van de algehele voldoening.
2.3
Bij memorie van antwoord heeft [geïntimeerde] verweer gevoerd en een aantal producties in het geding gebracht. Bij dezelfde memorie heeft [geïntimeerde] voorwaardelijk incidenteel hoger beroep ingesteld tegen het vonnis en heeft hij daartegen drie grieven aangevoerd. Hij heeft geconcludeerd dat het hof bij voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad verklaard arrest, de gemeente niet-ontvankelijk zal verklaren in haar hoger beroep, althans haar vorderingen in hoger beroep zal afwijzen en het bestreden vonnis zal bekrachtigen, zo nodig onder aanvulling en verbetering van gronden, met veroordeling van de gemeente in de kosten van [bedoeld zal zijn:] het hoger beroep, te voldoen binnen veertien dagen na betekening van het te wijzen arrest en, voor het geval voldoening niet binnen veertien dagen na betekening van het arrest plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf veertien dagen na betekening van het arrest tot aan de dag der algehele voldoening, alsmede tot veroordeling van de gemeente in de nakosten in het hoger beroep ad € 131,-, dan wel indien betekening van het arrest plaatsvindt, ad € 199,- en de eventuele (verdere) executiekosten.
2.4
Bij memorie van antwoord in het voorwaardelijk incidenteel hoger beroep heeft de gemeente verweer gevoerd, bewijs aangeboden en geconcludeerd dat het hof bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard arrest [geïntimeerde] niet-ontvankelijk zal verklaren in zijn vordering in het voorwaardelijk incidenteel hoger beroep, althans deze vordering zal afwijzen en het bestreden vonnis, voor zover door de grieven in het voorwaardelijk incidenteel hoger beroep bestreden, zal bekrachtigen, zo nodig onder verbetering en/of aanvulling van gronden en met veroordeling van [geïntimeerde] in de kosten van het incidenteel hoger beroep.