Het BFT heeft in zijn rapport gesteld dat de notarissen, gelet op hun wettelijke verplichtingen op grond van de Wna en de overige voor de notarissen geldende beroepsvereisten waaronder de Wid en de wet Mot, thans de WWFT, betrokken zijn (geweest) bij risicovolle ABC-transacties met opmerkelijke prijsstijgingen binnen een periode van zes maanden ten aanzien van 30 panden. Naast de negen panden, waarop de ambtshalve bedenking ziet, gaat het om de volgende panden:
[adres], [adres], [adres], [adres], [adres], [adres], [adres], [adres], [adres], [adres], [adres], [adres] ([notaris]),
[adres], [adres], [adres], [adres], [adres], [adres], ([notaris]) en
[adres], [adres] en [adres] ([notaris]).
De hiervoor bedoelde waardestijgingen die de panden in betrekkelijk korte termijn hebben doorgemaakt kunnen niet goed verklaard worden. De notarissen hebben weliswaar gewezen op interne renovaties, maar de notarissen weten niet door wie, wanneer, hoe en voor welk bedrag het pand is gerenoveerd. In een aantal gevallen is tussen de verschillende leveringen van de panden ook niet of nauwelijks tijd geweest om deze te renoveren.
De bouwdepots die bij enkele panden door partij C zijn afgesloten liggen tussen de € 1.000,-- en € 10.000,--, zodat deze depots de prijssprong van minimaal € 25.000,-- evenmin kunnen verklaren. Bovendien is het vreemd dat een verbouwingsdepot door partij C wordt afgesloten terwijl het pand net door partij B gerenoveerd zou zijn.
In de dossiers komen vrijwel steeds dezelfde spelers voor: de taxatie is verricht door [taxateur], de bouwkundige keuring is gedaan door [X], het hypotheekadvies komt van [X] en de ABN AMRO Bank N.V. verstrekt de hypothecaire geldlening. [naam] heeft in alle gevallen een begeleidende en coördinerende rol vervuld ten opzichte van de koper (partij C). Hij verschaft ook in een aantal gevallen stukken van deze koper aan de notaris. Het had de notarissen moeten opvallen dat telkens dezelfde spelers betrokken waren bij de ABC-transacties.
De notarissen hechten ten onrechte veel waarde aan de taxatierapporten die zijn opgemaakt. Vrijwel alle rapporten zijn opgesteld door [taxateur]. De woonoppervlakte die is opgenomen in de taxatierapporten is in alle gevallen groter dan de oppervlakte die op de website van [website] – de website van [naam] – is vermeld. Het bevreemdt het BFT dat deze verschillen de notarissen niet zijn opgevallen. De taxatierapporten lijken pas vlak voor of op het moment van passeren aan het notariskantoor overhandigd. Daardoor is er voor de notarissen onvoldoende tijd geweest om die (goed) te bestuderen. Er vinden zo’n drie taxaties op één dag plaats door dezelfde taxateur. Op sommige dagen worden de rapporten ook nog dezelfde dag opgesteld. Er wordt regelmatig precies getaxeerd tegen de koopsom van het pand of net daarboven. Er zitten veelvuldig onjuistheden in de taxatierapporten. Er wordt bijvoorbeeld een verkeerd aantal kamers genoemd of een verkeerde verdieping. De waardes van de getaxeerde panden liggen veel hoger dan de waardes van de omliggende objecten. Verder lijken de executiewaardes in de taxatierapporten voor alle panden onrealistisch hoog. In een aantal gevallen heeft [naam] de nota voor de taxatie van [taxateur] voorgeschoten voor de koper (partij C). [naam] heeft vervolgens een veel hoger bedrag voor de taxatie bij de koper in rekening gebracht. Volgens de nota van afrekening hebben de notarissen in voornoemde gevallen de nota voor de taxatie van het pand uitbetaald aan [naam]. Dit is in strijd met de beleidsregel dat gelden alleen mogen worden uitgekeerd aan degenen die als partij optreden bij een akte en aanspraak kunnen maken op betaling op grond van een in de akte neergelegde rechtshandeling. [naam] moet in deze verhouding namelijk als een derde worden aangemerkt.
De koper heeft in veel gevallen een dure TAF-maandlastenbeschermer afgesloten bij zijn hypotheek. Dit is een verzekering die tot uitkering komt bij arbeidsongeschiktheid, zodat de hypotheeklasten in dat geval nog steeds voldaan kunnen worden. De voorwaarden van deze verzekering zijn echter zeer ongunstig voor de verzekeringnemer zodat de verzekering vrijwel nooit tot uitkering komt. Deze maandlastenbeschermer kost meer dan hij de verzekeringnemer oplevert. Over deze maandlastenbeschermer is een kritisch artikel in het Algemeen Dagblad verschenen en verder heeft de KNB daarbij kanttekeningen geplaatst in een brief van 22 april 2008, die ook op de website [website] is gepubliceerd. De notarissen hadden de partijen C voor de TAF-maandlastenbeschermer moeten waarschuwen.
Verder zijn er nog een aantal bijkomende signalen die de notarissen niet hadden mogen missen. [naam] heeft bijvoorbeeld bij geen enkele verkoop aan partij C verzocht om storting van een waarborgsom. Verder ligt geen enkel pand in de regio van dit notariskantoor. Partij C woont ook niet binnen de hier bedoelde regio. In het kader van de AB-transactie heeft [naam] met regelmaat leningen afgesloten die niet marktconform waren doordat een hoge rente van 4% per maand en een boete in rekening werd gebracht. In een aantal gevallen heeft partij C geen hypotheekofferte op het moment dat de ontbindende voorwaarde voor financiering verloopt. Die ontbindende voorwaarde wordt echter in geen enkel geval ingeroepen door partij C.
Er is ook een aantal kopers (partijen C) dat nog openstaande schulden heeft op het moment van het passeren van de leveringsakte. Voor die schulden leent de koper dan een bedrag van [naam], zodat deze schulden worden voldaan. De geldverstrekker lijkt hiervan echter niet op de hoogte te zijn.
Sommige kopers zijn in de jaren voorafgaand aan de koop al meerdere malen – tussen de vier en veertien keer – verhuisd. Andere kopers staan niet in het GBA of zijn juist op meerdere adressen bekend.
Bij het passeren van de [adres] is een bedrag van € 12.800,-- buiten de notaris om door de koper aan [naam] betaald. Door [notaris] is in de leveringsakte echter – en dus ten onrechte – opgenomen dat het gehele bedrag door hem op zijn derdengeldenrekening is ontvangen.
[notaris] heeft in de leveringsakte van het pand [adres] ten onrechte vermeld dat de feitelijke overdracht van het pand aan [naam] op 16 juni 2008 plaatsvond, terwijl [naam], gelet op de sleutelverklaring, al op 21 april 2008 toegang tot het pand had.
Ten slotte heeft deze notaris in het dossier [adres] geen tolk ingeschakeld terwijl de koper het Nederlands onvoldoende machtig was. In de akte is niet vermeld dat in het Engels is gesproken met de koper.