Uitspraak als bedoeld in titel 8.3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 27d van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) in het geding tussen
[belanghebbende]BV, gevestigd te [plaats X],
belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst,
de inspecteur.
Zitting
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 14 januari 2015. Aldaar zijn verschenen en gehoord, namens de inspecteur, [verweerder]. Namens belanghebbende is, met kennisgeving aan de rechtbank, niemand verschenen.
1 Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
2 Gronden
2.1.
De rechtbank heeft heden uitspraak gedaan in de hoofdzaak. In dat geval vervalt in verband met artikel 8:85, tweede lid aanhef en letter c, van de Awb het belang van belanghebbende voor het treffen van een voorlopige voorziening.
2.2.
Gelet op het vorenstaande is het verzoek niet-ontvankelijk verklaard.
2.3.
De voorzieningenrechter ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
Deze uitspraak is gedaan op 28 januari 2015 door mr. M.W.C. Soltysik, voorzitter, mr. D. Hund en mr.drs. M.M. de Werd, rechters, en op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. J.C. van Hooft, griffier.
De griffier, De voorzitter,
De uitspraak is enkel door de voorzitter ondertekend aangezien de griffier is verhinderd deze te ondertekenen.
Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: