Aanhouding verzoek tot ondertoezichtstelling en machtiging uithuisplaatsing van de jeugdige bij de ouders van haar vriend. De Raad heeft onvoldoende onderzoek gedaan naar de veiligheid van de jeugdige in het netwerkpleeggezin, terwijl uit de rapportage van de Raad ernstige zorgen van o.a. de school en de politie blijken over de vriend en zijn familie. De kinderrechter is van oordeel dat de Raad zijn verantwoordelijkheid moet nemen en een gedegen onderzoek moet doen naar de vraag in hoeverre het in het belang van de jeugdige is dat zij bij haar vriend en zijn ouders verblijft. De kinderrechter geeft aan de Raad opdracht dit onderzoek op korte termijn uit te voeren.
beschikking ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing
in de zaak van
de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht, hierna te noemen de Raad,
gevestigd te Rotterdam,
betreffende
[Naam jeugdige] , geboren op [geboortedatum] 2000 te [geboorteplaats] ,
hierna te noemen [de jeugdige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[Naam van de moeder] , hierna te noemen de moeder,
wonende te [woonplaats] ,
[Naam van de vader] , hierna te noemen de vader,
wonende te [woonplaats] .
Het procesverloop
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoekschrift met bijlagen van de Raad van 19 oktober 2017, ingekomen bij de griffie op 23 oktober 2017.
Op 27 november 2017 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- [de jeugdige] , die apart is gehoord;
- de moeder, bijgestaan door mr. M.P.G. Rietbergen, advocaat te Rotterdam;
- de vertegenwoordigster van de Raad, mw. [naam] ;
- de vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering (hierna de GI), dhr. [naam] .
Opgeroepen en niet verschenen is de vader.
De feiten
Het ouderlijk gezag over [de jeugdige] wordt uitgeoefend door de ouders. [de jeugdige] verblijft bij haar vriend en zijn ouders.
Het verzoek
De Raad heeft de ondertoezichtstelling van [de jeugdige] verzocht tot het bereiken van haar meerderjarige leeftijd. Ook heeft de Raad de uithuisplaatsing van [de jeugdige] verzocht
in het netwerk, te weten bij de familie [familienaam] , voor de duur van drie maanden.
Het standpunt van de Raad
De Raad handhaaft ter zitting de verzoeken. [de jeugdige] wordt in april 2018 meerderjarig. Op korte termijn dient achterhaald te worden waar het perspectief van [de jeugdige] komt te liggen. De Raad heeft geen zicht kunnen krijgen op het gezin, de familie [familienaam] , waar [de jeugdige] op het moment verblijft. Haar verblijf bij hen wordt door de Raad gedoogd. [de jeugdige] heeft duidelijk aangegeven dat zij in dit gezin wil blijven wonen. Wanneer de ondertoezichtstelling wordt verleend, dient dit samen te gaan met een machtiging tot uithuisplaatsing. [de jeugdige] verblijft namelijk niet bij een ouder die is belast met het gezag over haar.
Het standpunt van de GI
De GI ondersteunt het verzoek van de Raad, omdat [de jeugdige] duidelijk heeft aangegeven dat zij niet meer thuis wil wonen. De jeugdbeschermer is sinds twee maanden bij [de jeugdige] betrokken en hij is drie keer op huisbezoek geweest bij de familie [familienaam] . De ouders van de vriend van [de jeugdige] staan open voor een gesprek met de moeder en zijn bereid openheid te geven over hun gezinsleven. De moeder heeft echter aangegeven niet meer in gesprek te willen met de ouders van de vriend van [de jeugdige] . Op school gaat het met [de jeugdige] goed en zij heeft weer enigszins contact met haar moeder. [de jeugdige] voelt zich bij de familie [familienaam] goed, ze wordt tot niets gedwongen en er is geen sprake van radicalisering. De GI is in opdracht van de Raad gestart met het onderzoeken van de veiligheid van [de jeugdige] bij de familie [familienaam] .
Het standpunt van belanghebbenden
De moeder verzoekt, mede bij monde van haar raadsvrouw, de verzoeken van de Raad aan te houden en de Raad opdracht te geven onderzoek te doen naar de veiligheid van [de jeugdige] bij de familie [familienaam] . De moeder maakt zich ernstige zorgen over het verblijf van [de jeugdige] bij de familie [familienaam] . Zij ondersteunt het verblijf van [de jeugdige] bij hen niet. De ouders van haar vriend geven, ondanks de toezegging hiertoe, geen openheid van zaken. Ook de politie meldt zorgen over het verblijf van [de jeugdige] in het gezin. Haar vriend is bekend bij de politie, omdat hij iemand heeft mishandeld en zijn broer is gedetineerd wegens medeplichtigheid aan moord. De ouders van de vriend van [de jeugdige] hebben de moeder geblokkeerd op WhatsApp en laten zich negatief uit over de moeder. De moeder herkent [de jeugdige] niet meer terug. De vriend van [de jeugdige] houdt haar continu in de gaten. Toen [de jeugdige] nog thuis woonde appte hij haar ook constant. Haar vriend beïnvloedt [de jeugdige] negatief ten opzichte van de moeder. Hij heeft onder andere tegen [de jeugdige] gezegd dat zij tegen de moeder moet zeggen dat ‘ze de kanker kan krijgen’ en dat hij hoopt dat de moeder snel ‘kapot’ is. De moeder is bij de ouders van de vriend van [de jeugdige] langsgegaan, omdat zij een telefoonnummer wilde hebben waarop zij hen zou kunnen bereiken. De ouders wilden hieraan niet meewerken en er is daarna (bijna) een vechtpartij ontstaan. De vriend van [de jeugdige] werd agressief naar de moeder toe. De ouders van haar vriend geven de moeder er de schuld van dat er hulpverleners in hun gezin langskomen. De moeder wil niet meer met het gezin in gesprek gaan, omdat zij niet naar de moeder luisteren. Niemand weet wat er daar achter de deur gebeurt en de moeder vindt dat een nare gedachte.
De beoordeling
De kinderrechter acht zich onvoldoende ingelicht om een beslissing te kunnen nemen op de verzoeken van de Raad, met name op het verzoek een machtiging te verlenen tot uithuisplaatsing van [de jeugdige] bij de familie [familienaam] . Uit de rapportage van het beschermingsonderzoek volgt dat de Raad heeft verzuimd onderzoek te doen naar de veiligheid van [de jeugdige] bij deze familie. Dit terwijl er diverse ernstige zorgen uit de rapportage van de Raad blijken over de vriend van [de jeugdige] (en zijn familie). Zo is vanuit de school van [de jeugdige] in juni 2017 tegenover de Raad de zorg geuit dat zij zich sinds een aantal weken afzondert, gesloten is en alleen waar nodig communiceert met klasgenoten. De politie heeft in juli 2017 tegenover de Raad als zorg geuit dat de vriend van [de jeugdige] zich manifesteert op een loverboy-achtige manier. Hij grijpt alles aan om zijn invloed op haar te vergroten, is zeer dwingend en geeft geen blijk van respect naar de moeder. Volgens de politie is hij [de jeugdige] duidelijk aan het losweken van haar moeder. De Raad heeft kennelijk geredeneerd dat [de jeugdige] niet thuis kan wonen en dat zij daarom in het gezin van haar vriend moet verblijven. De kinderrechter vindt dit, vooral gelet op de zorgen van de school en de politie, onbegrijpelijk. Aan de GI heeft de Raad vervolgens opdracht gegeven onderzoek te doen naar de veiligheid van [de jeugdige] bij de familie [familienaam] . De GI heeft ter zitting de zorgen niet in voldoende mate kunnen wegnemen. De kinderrechter is daarom van oordeel dat de Raad zijn verantwoordelijkheid moet nemen en een gedegen onderzoek moet doen naar de vraag in hoeverre het in het belang van [de jeugdige] is dat zij bij haar vriend en zijn ouders, de familie [familienaam] , verblijft. De kinderrechter geeft aan de Raad opdracht dit onderzoek op korte termijn uit te voeren. [de jeugdige] bereikt in april al de meerderjarige leeftijd, dus de tijd die rest om met een eventuele kinderbeschermingsmaatregel haar ontwikkelingsbedreiging weg te nemen is zeer kort. De Raad dient in het bijzonder in aanmerking te nemen de zorgen die de moeder heeft geuit, de zorgen die de school van [de jeugdige] heeft geuit over haar veranderde gedrag, de zorgen van het JOT en de zorgen van de politie over het gedrag van de vriend van [de jeugdige] . Ook als blijkt dat de vriend slechts ‘extreem jaloers is’, zoals is opgenomen op pagina 17 van het raadsrapport, vormt dit een risico voor de ontwikkeling en veiligheid van [de jeugdige] bij de familie [familienaam] . De kinderrechter zal de behandeling van de verzoeken van de Raad aanhouden tot na te noemen datum. Twee weken van tevoren dient de Raad de bevindingen van het onderzoek naar de veiligheid van [de jeugdige] bij de familie [familienaam] aan de rechtbank en de raadsvrouw van de moeder te doen toekomen.
De beslissing
De kinderrechter:
houdt het verzoek aan.
En alvorens verder te beslissen:
bepaalt dat het verhoor van de Raad, de GI, de moeder en haar raadsvrouw in deze zaak zal plaatsvinden op 19 januari 2018 te 14:30 uur in het gerechtsgebouw te Rotterdam, Wilhelminaplein 100/125;
de zaak zal op genoemde datum en tijdstip, behoudens onvoorziene omstandigheden, worden behandeld door mr. S.C.C. Hes-Bakkeren, kinderrechter;
bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als oproeping van de Raad, de GI, de moeder en haar raadsvrouw;
gelast de oproeping van [de jeugdige] tegen voormelde zittingsdatum en tijdstip;
verzoekt de Raad uiterlijk twee weken voor de genoemde datum de kinderrechter de verzochte rapportage te doen toekomen. De rapportage dient conform het procesreglement eveneens verzonden te worden naar de raadsvrouw van de moeder.
Deze beschikking is gegeven door mr. S.C.C. Hes-Bakkeren, kinderrechter, in tegenwoordigheid van M.L. Wöltgens-Cremers als griffier en in het openbaar uitgesproken op 27 november 2017.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: