2.9.
De gemeente Rotterdam heeft bij brief van 31 december 2015 een toelichting gegeven op haar eerder gegeven motivering van de voorlopige gunningsbeslissing en daarbij medegedeeld dat zij geen aanleiding zag om de door AEVO behaalde eindscore aan te passen. In deze brief staat onder meer:
"Met betrekking tot uw vragen t.a.v. GC-2A tot en met GC-2D ontvangt u hierbij een
toelichting op de eerder gegeven motivering.
GC-2A Storingsorganisatie
Vraag 1.1: Het is juist dat de beoordelaars ieder afzonderlijk een rapportcijfer hebben
gegeven op basis van hun individuele beoordeling. Dat kan betekenen dat de ene
beoordelaar heeft geoordeeld dat er sprake is van meerwaarde en de andere niet. Met de
betreffende zin wordt bedoeld dat de groepsapp door één of meer beoordelaars als
meerwaarde is beschouwd, maar dat het gemiddelde rapportcijfer niet tot het cijfer 8 heeft
geleid. Bovendien wordt er één rapportcijfer toegekend aan subgunningscriterium GC-2A
in het geheel en niet afzonderlijk per beschreven aandachtspunt. Wij zien geen aanleiding
de score aan te passen.
Vraag 1.2: In de beschrijving diende te worden ingegaan op de wijze waarop geborgd
wordt dat aan de gevraagde aanrijdtijden wordt voldaan. Het gaat hier dus om de wijze
waarop de gevraagde aanrijdtijd van 60 minuten door de inschrijver wordt geborgd. Dat in
uw aanbieding een kortere aanrijdtijd wordt gegarandeerd dan is gevraagd is in dat
verband niet relevant.
Vraag 1.3: Het feit dat medewerkers in Rotterdam wonen wil niet zeggen dat ze altijd in
Rotterdam of in de buurt van Rotterdam aanwezig zijn of werken. Bovendien kunnen
medewerkers tijdens de contractduur verhuizen, waardoor dit argument vervalt. Daarnaast
is de beoordelingscommissie van mening dat onvoldoende duidelijk is gemaakt op welke
wijze de aanrijtijd reden zeker zijn gesteld. Om die reden acht de gemeente het geen borging
en biedt de beschrijving geen meerwaarde.
Vraag 1.4: Volgens de leeswijzer van AEVO is het bieden van een online inzicht in
storingsstatussen een voorstel dat bewust buiten de prijs is gehouden. Om die reden kan
het ook geen meerwaarde binnen de aanbieding bieden. Bovendien wordt er weliswaar
een online inzicht geboden, maar is er geen relatie met het BSB van de gemeente en is
het dus een op zich zelf staand systeem zonder meerwaarde.
Vraag 1.5: Met onze formulering bedoelen wij te zeggen dat het begrip interactie in een
logisch verband staat met het begrip terugkoppeling. Het is een aspect dat bij
terugkoppelen hoort en indien benoemd iets zegt over de wijze van terugkoppelen. Het is
uitdrukkelijk niet bedoeld en ook niet gebruikt als extra beoordelingsmodaliteit. De meeste
voorstellen in de terugkoppeling zijn bewust buiten de prijs gehouden en dus geen
onderdeel van de inschrijving. Bovendien is naar mening van de beoordelingscommissie
onvoldoende inzichtelijk gemaakt hoe de terugkoppeling van de afgehandelde
storingsmeldingen aan de opdrachtgever plaatsvindt. Er wordt vooral over de eigen
storingsdatabase en systeem gesproken en niet zozeer over de terugkoppeling met de
gemeente en haar systemen.
Vraag 1.6: Er is geen minpunt in de zin dat er een bepaald aantal punten minder zijn
gegeven. Voor de beoordelingscommissie was het niet duidelijk dat er wel sprake was
van een actuele rapportage zonder de online optie. Om die reden heeft een aantal
beoordelaars aan uw beschrijving een lagere score toegekend.
Vraag 1.7: Het subcriterium is niet opgedeeld in drie gewogen kwalitatieve aspecten. Het
zijn punten waaraan aandacht moet worden besteed in de beschrijving, maar dit zijn
nadrukkelijk geen criteria die afzonderlijk worden meegewogen. Slechts aan het
subgunningscriterium in het geheel wordt een rapportcijfer toegekend zoals is
omschreven in paragraaf 5.8.2 van het Beschrijvend Document.
GC-2B Inventarisatieronde eerste half jaar
Vraag 2.1: Wij zijn van mening dat een onderwerp als personele inzet onlosmakelijk
verbonden is met een realistische planning. Ook hier is het onderwerp personele inzet
uitdrukkelijk niet bedoeld en ook niet gebruikt als een extra beoordelingsmodaliteit.
Vraag 2.2: Het antwoord dat er niets aanvullend verwacht wordt van de gemeente,
behalve hetgeen in het Beschrijvend Document staat, is te summier om tot meer dan een
voldoende te leiden. De beoordelingscommissie is van mening dat het niet realistisch is
dat er niets aanvullend verwacht wordt van de gemeente, er zal altijd sprake zijn van
samenwerkingen tussen opdrachtnemer en opdrachtgever, waaruit dus enige aanvullende
inspanning van de opdrachtgever voortvloeit buiten hetgeen omschreven is in het
Beschrijvend Document.
Vraag 2.3: Zie het antwoord op 2.2.
Vraag 2.4: De beoordelingscommissie acht de rapportage te abstract en niet concreet. Er
wordt wel een simpel model en matrix gegeven, maar er is geen sprake van een
uitgewerkte opbouw of beschrijving. De verwijzing naar het feit dat een van de leden van
de beoordelingscommissie een presentatie in het verleden als positief ervaren heeft doet
niet ter zake.
Vraag 2.5: Er is geen minpunt in de zin dat er een bepaald aantal punten minder is
gegeven. Het feit dat delen van de rapportage bewust buiten de prijs zijn gehouden
betekent dat die delen om die reden ook geen meerwaarde binnen de aanbieding kunnen
bieden.
Vraag 2.6: Zie hiervoor ook het antwoord op vraag 1.7. Het subcriterium is niet opgedeeld
in vier gewogen kwalitatieve aspecten. Het zijn punten waaraan aandacht moet worden
besteed in de beschrijving, maar dit zijn nadrukkelijk geen criteria die afzonderlijk worden
meegewogen. Slechts aan het subgunningscriterium in het geheel wordt een rapportcijfer
toegekend zoals is omschreven in paragraaf 5.8.2 van het Beschrijvend Document.
GC-2C Plan van Aanpak periodiek onderhoud projectkwaliteitsplan
Vraag 3.1: Ook hier benadrukken wij dat er één rapportcijfer wordt toegekend aan
subgunningscriterium GC-2C in het geheel en niet afzonderlijk per beschreven
aandachtspunt. Ook hier zien wij geen aanleiding de score aan te passen.
Vraag 3.2: Voor deze vraag geldt hetzelfde. Het subcriterium is niet opgedeeld in vier
gewogen kwalitatieve aspecten. Het zijn punten waaraan aandacht moet worden besteed
in de beschrijving, maar dit zijn nadrukkelijk geen criteria die afzonderlijk worden
meegewogen. Slechts aan het subgunningscriterium in het geheel wordt een rapportcijfer
toegekend zoals is omschreven in paragraaf 5.8.2 van het Beschrijvend Document.
Vraag 3.3: Zie het antwoord op vraag 3.2.
GC-2D Voorstel voor een optimaal beheer van objectgegevens en een OMS systeem
Vraag 4.1: De beoordelingscommissie is van oordeel dat het plan aansluit bij het huidige
proces, maar dat er in onvoldoende mate sprake is van een daadwerkelijke verbetering
van het huidige proces. Belangrijk punt hierbij is dat Aevo het verbetervoorstel
traditioneel/ klassiek insteekt. De beoordelingscommissie is van mening dat er een visie
ontbreekt om het gehele informatiemanagement als het ware naar een hoger niveau te
tillen.
Vraag 4.2: De beoordelingscommissie beoordeelt e.e.a. in het licht van het feit dat dit punt
een onderdeel van het verbetervoorstel is. Ook hier geldt dat er in onvoldoende mate
sprake is van een daadwerkelijke verbetering op het huidige proces zijn. Naar het oordeel
van de beoordelingscommissie ontbreken er ook hier aanknopingspunten om het gehele
informatiemanagement naar een hoger niveau te tillen.
Vraag 4.3: De formulering van onze motivering is ongelukkig. Met ‘weinig innovatief wordt
hier bedoeld dat de verbetervoorstellen onvoldoende als een verbetering zijn beschouwd
door de beoordelingscommissie. Het is uitdrukkelijk niet als een nieuwe
beoordelingsmodaliteit gebruikt. Een betere formulering van de betreffende zin zou zijn:
Het is onvoldoende duidelijk of de verbetervoorstellen aansluiten bij de gemeentelijke
organisatie en bovendien werden de voorstellen als zodanig ook hier onvoldoende als
daadwerkelijke verbetering beschouwd. Innovatie was overigens wel een aandachtspunt
dat moest terugkomen in de omschrijving van subgunningscriterium GC-2D in het geheel.
Vraag 4.4: Hiervoor geldt hetzelfde als bij het antwoord op de vorige vraag. De
formulering van onze motivering is ongelukkig. Ook hier moet de motivering in de context
worden gelezen van subgunningscriterium GC-2D in het geheel, waarbij innovaties een
aandachtspunt zijn, maar niet een afzonderlijk kwalitatief aspect.
De beoordelingscommissie beoordeelt e.e.a. in het licht van het feit dat dit punt een
onderdeel van het verbetervoorstel is. Ook hier geldt dat er in onvoldoende mate sprake is
van een daadwerkelijke verbetering op het huidige proces zijn. Naar het oordeel van de
beoordelingscommissie ontbreken er ook hier aanknopingspunten om het gehele
informatiemanagement naar een hoger niveau te tillen.
Vraag 4.5: Dat is niet zoals wij het in het antwoord hebben geformuleerd. We hebben de
decompositie en deze wordt ook gebruikt. Alleen voldoet de decompositie strikt genomen
nog niet aan de laatste versie van de gestelde NEN 2767 norm.
Vraag 4.6: Zie hiervoor ook het antwoord op vraag 1.7. Het subcriterium is niet opgedeeld
in vijf gewogen kwalitatieve aspecten. Het zijn punten waaraan aandacht moet worden
besteed in de beschrijving, maar dit zijn nadrukkelijk geen criteria die afzonderlijk worden
meegewogen. Slechts aan het subgunningscriterium in het geheel wordt een rapportcijfer
toegekend zoals is omschreven in paragraaf 5.8.2 van het Beschrijvend Document.
Istimewa voorgenomen winnaar
Wat betreft uw vraag over de relevante kenmerken en voordelen van de uitgekozen
inschrijving, wordt hieronder een toelichting gegeven op de eerder gegeven motivering.
Bij deze toelichting richten wij ons uitsluitend op subgunningscriterium GC-2D, omdat uw
inschrijving ten opzichte van de winnaar op de andere subgunningscriteria hoger scoorde.
Inzake GC-2D zijn de relevante kenmerken en voordelen van de uitgekozen inschrijving:
• Een integrale visie op OMS met een werkend systeem waarbij alle werkzaamheden
aan de objectgegevens gekoppeld zijn
• Alle processen zijn work flow ondersteund
• Alle gegevens zijn te allen tijde 24/7 te monitoren door de gemeente
• Het systeem is aantoonbaar toekomstbestendig, ook in relatie tot ons BSB systeem
• Aandacht aan een work around voor een overgangssituatie
• De bovenstaande zaken zijn allen helder, concreet en praktisch beschreven
De gemeente Rotterdam acht zich er verder niet toe gehouden om aan u een kopie van de
gunningsbrief aan Istimewa toe te zenden.
Op grond van bovenstaande is de gemeente Rotterdam van mening dat zij naar behoren heeft
gemotiveerd.[…]”