Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBROT:2015:8887

Rechtbank Rotterdam
04-12-2015
07-12-2015
4563557 vz verz 15-20772
Civiel recht
Beschikking

Werkgever heeft werknemer geschorst wegens het verzenden van een grote hoeveelheid bedrijfsgevoelige informatie naar het privé e-mailadres en het achterhouden van belangrijke informatie. Werkgever verzoekt thans ontbinding op de e- en subsidiair op de g-grond.

Rechtspraak.nl
AR 2015/2444
AR-Updates.nl 2015-1236
IR 2016/7, UDH:IR/13052 met annotatie van Onder redactie van Tina van der Linden – Smit en Kea Kroeks – de Raaij
VAAN-AR-Updates.nl 2015-1236

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 4563557 VZ VERZ 15-20772

uitspraak: 4 december 2015

beschikking van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

Record Toegangstechniek B.V.,

gevestigd te Capelle aan den IJssel,

verzoekster,

gemachtigde: mr. S. Gadella te Bilthoven,

tegen

[verweerster] ,

wonende te [woonplaats],

verweerster,

gemachtigde: mr. J. Tophoff te Alkmaar.

Partijen worden hierna ‘Record’ en ‘[verweerster]’ genoemd.

1 Het verloop van de procedure

1.1.

Op 3 november 2015 is ter griffie ingekomen het verzoekschrift van Record, met producties.

1.2.

Op 6 november 2015 is ter griffie ingekomen het verweerschrift van [verweerster], met producties.

1.3.

Op 9 november 2015 is ter griffie ontvangen de brief van 5 november 2015 met daaraan gehecht de producties 9 tot en met 13 van de gemachtigde van Record.

1.4.

Daarna zijn nog de volgende brieven en faxberichten van partijen ontvangen:

  • -

    9 november 2015 het faxbericht van de gemachtigde van [verweerster] met als bijlagen de producties 24 tot en met 26;

  • -

    10 november 2015 de brief van 6 november 2015 met daaraan gehecht de producties 16 tot en met 23 van de gemachtigde van [verweerster];

  • -

    eveneens op 10 november 2015 het faxbericht van de gemachtigde van [verweerster] met als bijlage productie 27.

1.5.

Op 10 november 2015 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden.

Tijdens deze mondelinge behandeling is tevens het door [verweerster] tegen Record aangespannen kort geding, bij deze rechtbank bekend onder zaaknummer 4537248 VV EXPL 15-519, mondeling behandeld. Namens Record is haar directeur verschenen, de heer
[W.], bijgestaan door de gemachtigde mr. S. Gadella. [verweerster] is in persoon verschenen bijgestaan door haar gemachtigde mr. J. Tophoff. Beide partijen hebben hun standpunten nader toegelicht, waarbij beide gemachtigden zich hebben bediend van een pleitnota, die door hen in het geding is gebracht.
Van het verhandelde ter zitting heeft de griffier aantekeningen gemaakt.

1.6.

De uitspraak van de beschikking is nader bepaald op heden.

2 De feiten

In het kader van de onderhavige procedure wordt uitgegaan van de volgende feiten:

2.1.

[verweerster], geboren op [geboortdatum] 1969, is op 15 april 2013 in dienst getreden bij Imtech Building Service B.V. in de functie van Manager Toegangstechniek.

Per 1 januari 2015 is [verweerster] met behoud van anciënniteit overgeplaatst naar Imtech Toegangstechniek B.V. (hierna: Imtech Toegangstechniek). Tevens is met ingang van deze datum haar salaris vastgesteld op € 8.627,50 bruto per maand.

2.2.

Imtech Toegangstechniek houdt zich bezig met toegangstechniek en is daarbij toonaangevend op het gebied van automatische deuren, beveiligingsdeuren, poortopeners, parkbeheer en toegangsbeheersing. Een van de belangrijke toeleveranciers van Imtech Toegangstechniek is het bedrijf Tormax.

2.3.

Imtech Toegangstechniek heeft in een beleidsnotitie d.d. 1 april 2013 vastgelegd onder welke voorwaarden het is toegestaan de eigen laptop of telefoon te gebruiken. In deze notitie is onder punt 2 opgenomen dat op het gebruik van eigen apparaten de Mobile Device Management Policy van Imtech NV van toepassing is en tevens de Etiquette ICT-middelen.

[verweerster] heeft met toestemming van haar leidinggevende een aanvraag gedaan om gebruik te maken van de zogeheten Bring Your Own Device regeling (hierna: BYOD-regeling). Aan [verweerster] is daartoe ook toestemming verleend. In de Etiquette ICT-Middelen is onder meer het volgende opgenomen:

“(…)

Gebruik van computernetwerk

(…)

d) Vertrouwelijke gegevens en bedrijfsgevoelige informatie mogen niet zonder toestemming worden verstuurd en dit hoort altijd beveiligd (met wachtwoord) te verlopen.

(…)

Wat als je de regels overtreedt?

Als je als gebruiker de afspraken uit de etiquette overtreedt, word je daarop aangesproken door je leidinggevende. De inhoud van dat gesprek wordt schriftelijk bevestigd. Je krijgt dan eerst een waarschuwing. Als je daarna opnieuw de regels overtreedt, volgen disciplinaire, arbeidsrechtelijke of zelfs juridische maatregelen. (…) Bij ernstige overtreding is zelfs ontslag mogelijk.

(…)”

2.4.

Imtech Toegangstechniek was onderdeel van het Imtech Concern, dat op 13 augustus 2015 door de rechtbank Rotterdam in staat van faillissement is verklaard.

De curatoren hebben Imtech Toegangstechniek ter overname aangeboden. De financiële begeleiding hiervan is ondergebracht bij PWC. Aan [verweerster] en haar collega, de heer
[U.], is opdracht gegeven om PWC namens de banken bij te staan door het verstrekken van informatie aan potentiele kopers.

2.5.

Op 15 augustus 2015 heeft [verweerster] een presentatie gegeven aan het bedrijf Tormax, in verband met de mogelijke overname van Imtech Toegangstechniek door Tormax.

2.6.

Op 19 augustus 2015 heeft Record Holding B.V. alle aandelen van Imtech Toegangstechniek gekocht. De naam van Imtech Toegangstechniek is gewijzigd in Record Toegangstechniek B.V. (Record). Vanaf dat moment diende [verweerster] aan de heer
[W.] te rapporteren.

2.7.

Op 20 augustus 2015 is aan het personeel door Record een presentatie gegeven. Ook [verweerster] heeft die dag een presentatie verzorgd ten behoeve van de aandeelhouders van Record.

2.8.

Op 25 augustus 2015 heeft Tormax aan Record bericht dat zij met onmiddellijke ingang de overeenkomst tot levering van onderdelen beëindigt.

2.9.

Op 7 september 2015 heeft [verweerster] vanaf haar werkplek twee e-mails met bijgevoegde bestanden naar haar privé e-mailadres gestuurd.

2.10.

[W.] heeft [verweerster] uitgenodigd voor een gesprek op 10 september 2015, zonder daarbij de reden en het onderwerp van gesprek aan [verweerster] bekend te maken. Tijdens dit gesprek was aan de zijde van Record ook een advocaat aanwezig. Record heeft in dit gesprek aan [verweerster] te kennen gegeven dat zij per direct werd geschorst wegens het gebruik van haar privé e-mailadres en het haar zeer kwalijk werd genomen dat zij het gegeven dat Tormax de relatie zou beëindigen lange tijd heeft verzwegen. [verweerster] heeft zich tegen de schorsing en het verzoek tot inleveren van de laptop en mobiele telefoon verzet.

2.11.

Bij brief van 11 september 2015 heeft de gemachtigde namens Record de schorsing bevestigd. In deze brief is voor zover hier van belang het volgende opgenomen:

“(…)

Wij hebben u voorgelegd dat er aanwijzingen zijn dat u, onder meer door overtreding van het geheimhoudingsbeding in uw arbeidsovereenkomst en het verbod op het verzenden van bedrijfsgevoelige informatie, de belangen van cliënte en haar huidige enig aandeelhouder Record Holding B.V. ernstig hebt geschaad. Om deze aanwijzingen zorgvuldig te onderzoeken, bent u met onmiddellijke ingang geschorst en vrijgesteld van uw werkzaamheden (…). De duur van deze maatregel bedraagt vooralsnog een week, (…)

Ik heb u verzocht om (…) uw laptop, mobiele telefoon en overige bedrijfseigendommen in te leveren. Dit werd door u geweigerd (…).

Desgevraagd bevestigde u bedrijfsgevoelige informatie te hebben verzonden. Volgens uw verklaring zou dat uitsluitend op dinsdag 1 september 2015 zijn gedaan omdat uw zakelijk account op die dag een storing ondervond. Op de vraag of u ook op andere momenten bedrijfsgevoelige informatie hebt verzonden antwoorde u ontkennend. De heer [W.] hield u vervolgens voor dat u beschikte over cruciale informatie, die u achter hebt gehouden. U was er bekend mee dat de voornaamste leverancier (…) haar levering zou staken ingeval van een overname door een concurrent zoals Record (…). Uw reactie was dat u deze informatie wel degelijk, tijdig, met cliënt hebt besproken.

(…)”

2.12.

[verweerster] heeft haar laptop en mobiele telefoon op 16 september 2015 ingeleverd.

2.13.

Op 13 oktober 2015 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen [verweerster] en de heren [P.] een van de bestuurders van Agta Record AG (enig aandeelhouder van Record Holding Nederland B.V.) en de heer [J.] in het bijzijn van de gemachtigden van beide partijen.

2.14.

[verweerster] heeft op 2 november 2015 Record in kort geding gedagvaard. Zij heeft verkort weergegeven de voorzieningenrechter verzocht Record te veroordelen om haar weer tot het werk toe te laten en er voor in te staan dat op de werkvloer sprake is van een veilig en gezond werkklimaat met de veroordeling van Record in de kosten van het geding.

3 Het verzoek

3.1.

Het verzoek van Record strekt er toe de arbeidsovereenkomst met [verweerster] te ontbinden, primair wegens verwijtbaar handelen van [verweerster] zoals bedoeld in artikel 7:669 lid 3 sub e BW en subsidiair wegens een verstoorde arbeidsverhouding, zoals bedoeld in artikel 7:669 lid 3 sub g BW.

3.2.

Aan haar verzoek heeft Record - voor zover thans van belang - het volgende ten grondslag gelegd. [verweerster] heeft zich vanaf de eerste dag na de overname door Record niet constructief opgesteld. [verweerster] verstrekte de informatie waar [W.] naar vroeg niet, terwijl zij wel over die informatie beschikte en voorts heeft [verweerster] wezenlijke informatie achtergehouden. Gebleken is dat [verweerster] al langere tijd op de hoogte was van het voornemen van Tormax om de overeenkomst met Imtech Toegangstechniek op te zeggen indien Record het bedrijf zou overnemen en dat Tormax contractueel daartoe ook gerechtigd was. Ondanks het feit dat [verweerster] hiervan op de hoogte was, heeft zij deze informatie niet met [W.] gedeeld, terwijl dat van een goed werknemer, mede gelet op haar functie, wel van haar verwacht mocht worden. Voorts heeft [verweerster] op 7 september 2015 een grote hoeveelheid bedrijfs- en concurrentiegevoelige informatie naar haar privé e-mailadres verzonden. [verweerster] heeft hiervoor geen toestemming gevraagd en zij heeft de stukken evenmin beveiligd verstuurd. Ook op grond van de BYOD-regeling is [verweerster] niet gerechtigd informatie naar haar privé e-mailadres te sturen. De door [verweerster] gegeven verklaring voor het versturen van de informatie, dat er die dag op haar zakelijk account een storing was, is niet juist. Gebleken is dat op die dag haar zakelijke computer geen storing had. Ook tijdens het gesprek op 13 oktober 2015 heeft [verweerster] geen goede verklaring kunnen geven voor het vesturen van de informatie. Nu [verweerster] in strijd met hetgeen is opgenomen in de arbeidsovereenkomst en het ICT reglement een grote hoeveelheid vertrouwelijke informatie heeft verzonden is er grond voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer. Voor het toekennen van een transitievergoeding bestaat dan geen aanleiding.

Daarnaast heeft [verweerster] geweigerd te voldoen aan redelijke opdrachten van Record, zo heeft zij nadat de bestelling voor een nieuwe leaseauto door [W.] was geannuleerd wegens de slechts financiële situatie, eigenhandig en zonder enig overleg de overeenkomst met Leaseplan handmatig aangepast en ondertekend om alsnog een nieuwe leaseauto te krijgen. Ook na de schorsing heeft [verweerster] geweigerd te voldoen aan de verzoeken van de gemachtigde van Record. Uit het onderzoek dat Record heeft uitgevoerd zijn meer feiten aan het licht gekomen die de stelling van Record dat primair sprake is van verwijtbaar handelen of nalaten van [verweerster] onderbouwen en subsidiair sprake is van een zodanige verstoring van de arbeidsrelatie dat van Record in redelijkheid niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Deze feiten zijn in de brief van 15 oktober 2015 aan de gemachtigde van [verweerster] bevestigd. Op deze brief heeft [verweerster] niet inhoudelijk gereageerd.

4 Het verweer

4.1.

[verweerster] heeft primair verzocht het verzoek af te wijzen onder toekenning van een schadeloosstelling wegens schending van de privacy. Subsidiair heeft [verweerster] zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank en voor het geval de rechtbank de arbeidsovereenkomst ontbindt, heeft zij verzocht de opzegtermijn in acht te nemen, Record te veroordelen tot het betalen van de transitievergoeding, een billijke vergoeding en het non-concurrentiebeding buitenwerking te stellen.

4.2.

[verweerster] heeft ter onderbouwing van haar verweer - voor zover thans van belang - het volgende aangevoerd. [verweerster] heeft zich vanaf de eerste dag na de overname ingezet voor Record en gerapporteerd aan [W.]. De samenwerking met [W.] verliep niet altijd vlekkeloos. [verweerster] voelde zich onder druk gezet en werd niet altijd respectvol benaderd. [verweerster] heeft dit met [W.] besproken. Op 10 september 2015 zou er een opvolgend gesprek zijn waarbij over de toekomst van het bedrijf en de rol van [verweerster] daarin zou worden gesproken. Tijdens dit gesprek werd [verweerster] ineens geconfronteerd met een advocaat en allerlei beschuldigingen en werd zij zonder redelijke grond geschorst. Op grond van de Bring Your Own Device toestemmingsverklaring was het [verweerster] toegestaan privé gegevensdragers in te zetten voor het werk. Dit heeft tot gevolg dat op haar i-Pad ook bedrijfsgevoelige informatie stond. [verweerster] had dan ook geen enkel belang om bedrijfsgevoelige informatie naar haar privé e-mailadres te sturen. [verweerster] betwist dat zij op 7 september 2015 bedrijfsgevoelige informatie heeft verstuurd naar haar privé e-mailadres. De ene email betrof een nieuw format en een aangepaste rekentool die een collega had ontwikkeld met het verzoek ernaar te kijken. [verweerster] heeft deze doorgestuurd om er die avond naar te kijken. Deze e-mail bevatte geen bedrijfsvertrouwelijke informatie. [verweerster] betwist dat zij heeft gezegd dat zij deze informatie heeft verzonden wegens een technische storing. De andere e-mail die zij heeft doorgestuurd betrof een uitnodiging van oud krijgsmacht officieren. [verweerster] heeft in het verleden wel bedrijfsgevoelige informatie naar haar privé e-mail gestuurd, dat was uit hoofde van haar functie toegestaan. Dit deed zij bijvoorbeeld voorafgaand aan migraties om relevante gegevens veilig te stellen. [verweerster] betwist dat zij geen informatie heeft verschaft en voorts dat zij informatie heeft achtergehouden. [verweerster] heeft mevrouw [V.] (hierna: [V.]) van PWC op de hoogte gebracht van het voornemen van Tormax om de contractuele relatie te beëindigen in het geval Record Imtech Toegangstechniek zou overnemen. [V.] heeft deze informatie met de potentiele kopers besproken. Het was aan PWC om in de precontractuele fase informatie te verstrekken. Direct na de overname door Record heeft [verweerster] op 20 augustus 2015 een presentatie gegeven voor de aandeelhouders waarin alle belangrijke topics van Imtech Toegangstechniek zijn gepasseerd en daarbij is ook Tormax besproken. Het was voor iedereen binnen Record bekend dat Tormax zou stoppen met leveren. Voorts heeft [verweerster] het emailbericht van 25 augustus 2015 met de opzegbrief van Tormax direct aan [W.] doorgestuurd en het contract waar [W.] om vroeg, heeft zij ook direct aan hem doorgezonden. Voor het verkrijgen van actuele financiële informatie was [verweerster] afhankelijk van het Shared Service Center en dit verliep via Den Haag en de curatoren. [verweerster] heeft er alles aan gedaan om de benodigde informatie zo snel mogelijk te verkrijgen. [verweerster] betwist dat zij een nieuwe lease auto heeft besteld. Er zijn bij het wagenpark fouten gemaakt, hetgeen ook blijkt uit de e-mailberichten. Het wagenpark heeft destijds zelf het initiatief genomen om deze fout te herstellen. [verweerster] is daar niet bij betrokken.

[verweerster] betwist op grond van het vorenstaande dat sprake is van verwijtbaar handelen aan haar kant. Evenmin is er sprake van een ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsrelatie. Het is Record geweest die zich niet heeft gehouden aan de Etiquette ICT middelen, daarin is opgenomen dat als je als gebruiker de etiquette overtreedt, je daarop wordt aangesproken en een waarschuwing krijgt en pas bij herhaling disciplinaire maatregelen volgen. Voorts heeft Record in strijd met de BYOD-regeling alle e-mail en privébestanden geraadpleegd, zonder dat zij daarvoor een concreet vermoeden had van schending van het geheimhoudingsbeding. Hiermee heeft Record een inbreuk gemaakt op de privacy van [verweerster]. Record is gehouden de hierdoor geleden schade van [verweerster] te vergoeden.

5 De beoordeling

Opzegverboden

5.1.

Van opzegverboden zoals bedoeld in artikel 7:671b lid 2 BW is ten aanzien van het onderhavige verzoek niet gebleken.

Beoordelingskader

5.2.

Vooropgesteld wordt dat uit artikel 7:669 lid 1 BW volgt dat de arbeidsovereenkomst op verzoek van de werkgever alleen kan worden ontbonden indien daar een redelijke grond voor is en herplaatsing van de werknemer binnen een redelijke termijn niet mogelijk is of niet in de rede ligt, waarbij in lid 3 van dat wetsartikel nader is omschreven wat onder een redelijke grond moet worden verstaan. Die eisen gelden ingevolge artikel 7:671b lid 2, eerste volzin, BW ook voor de ontbinding van de arbeidsovereenkomst door de kantonrechter. Voorts geldt dat in het huidige ontslagrecht, anders dan in het oude ontslagrecht voor 1 juli 2015, verschillende ontslagreden die elk op zich onvoldoende zijn voor ontslag, niet bij elkaar kunnen worden ‘opgeteld’ om een ontslag te kunnen dragen. Er dient gekozen te worden voor een grond, die op zichzelf voldoende voldragen moet zijn om tot een ontbinding van de arbeidsovereenkomst te kunnen leiden. Beoordeeld moet dus worden of de door Record aangedragen gronden op zichzelf voldoende zijn om over te gaan tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst.

Redelijke grond

5.3.

Record heeft aangevoerd dat de redelijke grond voor ontbinding primair is gelegen in het verwijtbaar handelen van [verweerster] en subsidiair dat sprake is van een verstoorde arbeidsrelatie, zodanig dat van Record in redelijkheid niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.

Naar het oordeel van de kantonrechter leveren de door Record naar voren gebrachte feiten en omstandigheden geen redelijke grond voor ontbinding op, zoals bedoeld in artikel 7:669 lid 3 sub e BW. Bij deze ontslaggrond moet de werkgever aannemelijk maken dat sprake is van verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer zodanig dat van hem in redelijkheid niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.

Record heeft aangevoerd dat het verwijtbaar handelen van [verweerster] is gelegen in het verzenden van een enorme hoeveelheid vertrouwelijke en bedrijfsgevoelige informatie naar haar privé e-mailadres bij e-mailbericht van 7 september 2015. [verweerster] heeft, mede onder verwijzing naar productie 3 bij verweerschrift, gemotiveerd betwist dat de door haar op 7 september 2015 naar haar privé e-mailadres verzonden berichten een enorme hoeveelheid vertrouwelijke en bedrijfsgevoelige bevat. Zij heeft daartoe aangevoerd dat zij wekelijks van haar collega [O.] een overzicht krijgt toegestuurd. In het e-mailbericht van 7 september 2015 zat dit overzicht en [verweerster] heeft dit bericht doorgestuurd naar haar privé account om er die avond thuis naar te kunnen kijken, mede omdat [O.] gevraagd had naar haar mening over de gewijzigde lay-out van het overzicht. Volgens [verweerster] bevat de inhoud van het overzicht weliswaar gegevens van klanten, maar gaat het slechts om 1% van de omzet.

Van belang is dat Record niet heeft gesteld dat zij schade heeft geleden doordat [verweerster] die gegevens heeft doorgestuurd aan haar privé e-mailadres dan wel dat [verweerster] die gegevens aan derden heeft verstrekt. Record heeft weliswaar gesuggereerd dat het de bedoeling van [verweerster] was om die gegevens aan de concurrent door te sturen, doch zij heeft die suggestie op geen enkele wijze geconcretiseerd. In dat verband komt naar het oordeel van de kantonrechter ook betekenis toe aan de omstandigheid dat het bij Imtech kennelijk niet ongebruikelijk was dat gegevens aan het privé e-mailadres doorgestuurd werden, gezien hetgeen gesteld wordt in het e-mailbericht van [B.] van 20 oktober 2015 dat [verweerster] als productie 2 bij verweerschrift in het geding heeft gebracht.

Anders dan Record stelt, kan naar het oordeel van de kantonrechter uit de omstandigheid dat [verweerster] wisselende verklaringen heef afgelegd voor het doorsturen van de gegevens aan haar privé e-mailadres geen kwade bedoelingen worden afgeleid. Aannemelijk is dat voor [verweerster] niet onmiddellijk duidelijk was op welk e-mailbericht Record doelde toen zij daarop, geheel onvoorbereid, werd aangesproken in het gesprek van 10 september 2015, juist omdat het voor [verweerster] niet ongewoon was om gegevens door te sturen aan haar privé e-mailaccount.

Op grond van vorenstaande overwegingen moet worden geconcludeerd dat het verzoek op de e-grond niet kan worden toegewezen.

5.4.

Naar het oordeel van de kantonrechter leveren de door Record naar voren gebrachte feiten en omstandigheden evenmin een redelijke grond voor ontbinding op, zoals bedoeld in artikel 7:669 lid 3 sub g BW. Bij deze ontslaggrond moet worden beoordeeld of er sprake is van een ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsrelatie, die van dien aard is dat van de werkgever in redelijkheid niet langer te vergen is dat hij het dienstverband continueert. Daarbij geldt tevens dat de werkgever zich in voldoende mate moet hebben ingespannen om de arbeidsrelatie te herstellen.

In dit verband heeft Record aangevoerd dat [verweerster] wezenlijke informatie, te weten het voornemen van Tormax om de overeenkomst op te zeggen bij een overname door Record, heeft achtergehouden en heeft geweigerd te voldoen aan redelijke opdrachten. [verweerster] heeft betwist dat zij wezenlijke informatie heeft achtergehouden, zij heeft daartoe aangevoerd dat zij de informatie dat Tormax de overeenkomst zou opzeggen indien Imtech Toegangstechniek zou worden overgenomen door een concurrent van Tormax heeft gedeeld met PWC. Volgens [verweerster] was het aan PWC om deze informatie met potentiele kopers te delen en heeft PWC dat ook gedaan. Dat [verweerster] deze informatie met PWC heeft gedeeld blijkt uit het door Record zelf in het verzoekschrift geciteerde e-mailbericht van [verweerster] aan [V.]. Daarnaast heeft [verweerster] onder verwijzing naar productie 4 bij het verweerschrift aangevoerd dat zij op 20 augustus 2015, de eerste dag na de overname door Record, tijdens een presentatie voor de aandeelhouders van Record ook het voornemen van Tormax om op te zeggen heeft besproken. Dat [verweerster] die dag een presentatie heeft gegeven, heeft Record niet betwist. Uit de sheets van de presentatie kan worden afgeleid dat onder het onderwerp ‘Crediteurenimpact’ tevens het onderwerp ‘risico verlies van cruciale leveranciers’ aan bod is gekomen, zodat de stelling van Record dat [verweerster] deze informatie heeft achtergehouden, niet is komen vast te staan. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat [W.] niet de gehele presentatie heeft kunnen bijwonen omdat hij wegens een medische behandeling pas later is aangeschoven, doch voor zover het punt van Tormax niet in zijn bijzijn is besproken, kan dat niet aan [verweerster] worden verweten. Zij heeft bij de eerste de beste gelegenheid melding gemaakt van het bedoeld voornemen van Tormax en zij heeft [W.] tevens op zijn eerste verzoek op 25 augustus 2015 onmiddellijk het contract met Tormax per email toegestuurd. Voor zover Record [verweerster] verwijt dat zij het voornemen van Tormax niet heeft vermeld tijdens de overnamegesprekken, overweegt de kantonrechter dat dat verwijt geen hout snijdt, nu de overnamegesprekken gevoerd werden door de curatoren van Imtech en begeleid werden door PWC. PWC was de partij die informatie diende te verstrekken tijdens de precontractuele fase en van [verweerster] werd slechts verlangd dat zij aan PWC bijstand verleende.

Ook het verwijt aan [verweerster] dat zij eigenmachtig een nieuwe leaseauto heeft besteld, kan de conclusie dat sprake is van een voldragen g-grond niet rechtvaardigen. In dat verband is van belang dat tijdens de mondelinge behandeling gebleken is dat niet [verweerster], doch de wagenparkbeheerder van Imtech, [C.], het orderformulier voor de nieuwe auto heeft ingevuld.

Op grond van vorenstaande overwegingen moet worden geconcludeerd dat onvoldoende grond bestaat om een verstoorde arbeidsrelatie aan te nemen. Hetgeen Record verder heeft aangevoerd is daartoe eveneens onvoldoende, nu Record mede gelet op de betwisting van [verweerster] de verwijten onvoldoende concreet heeft onderbouwd. Voor zover al sprake zou zijn van een verstoring van de arbeidsverhouding, is niet gebleken dat Record inspanningen heeft verricht om de relatie te herstellen. Door [verweerster] tijdens het gesprek op 10 september 2015 te confronteren met de aanwezigheid van een advocaat aan de kant van Record, zonder haar vooraf te informeren over het onderwerp van gesprek en haar eventueel ook de mogelijkheid te bieden om zich tijdens dat gesprek te laten bijstaan door een raadsman en haar tijdens dat gesprek onmiddellijk te schorsen, heeft Record de verhoudingen juist op scherp gezet. Van Record had in de gegeven omstandigheden verwacht mogen worden dat [W.] in gesprek zou gaan met [verweerster] en de punten van kritiek met haar zou bespreken, zeker gezien het feit dat [W.] en [verweerster] ten tijde van de schorsing amper 3 weken met elkaar samenwerkten.

5.5.

Vorenstaande overwegingen dienen te leiden tot afwijzing van het verzoek van Record.

Schadevergoeding

5.6.

Voor toekenning van de door [verweerster] verzochte schadeloosstelling wegens schending van de privacy ziet de kantonrechter onvoldoende grond. Het had op de weg van [verweerster] gelegen dit verzoek nader te concretiseren en te onderbouwen. Nu een deugdelijke onderbouwing ontbreekt, komt het verzoek niet voor toewijzing in aanmerking.

Proceskosten

5.7.

Gelet op het verloop van de procedure wordt Record in de proceskosten veroordeeld. De kantonrechter begroot deze kosten aan de zijde van [verweerster] op € 1.000,- aan salaris voor haar gemachtigde. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [verweerster] te kennen gegeven dat zij tot aan de zitting ruim € 10.000,- aan advocaatkosten heeft gemaakt en zij heeft daarbij gesteld dat Record die kosten voor haar rekening dient te nemen. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft [verweerster] onvoldoende onderbouwd waarom in dit geval in plaats van de geliquideerde kosten de werkelijk gemaakte kosten toegewezen zouden moeten worden, zodat volstaan wordt met toewijzing van genoemd bedrag aan gemachtigdensalaris.

6 De beslissing

De kantonrechter:

wijst het verzoek van Record tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst af;

wijst het verzoek van [verweerster] tot schadevergoeding af;

veroordeelt Record tot betaling van de proceskosten, die tot aan deze uitspraak aan de zijde van [verweerster] worden vastgesteld op € 1.000,00 aan salaris gemachtigde.

Deze beschikking is gewezen door de kantonrechter mr. W.J.J. Wetzels, kantonrechter en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
754/710

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.