Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBOVE:2016:2527

Rechtbank Overijssel
11-07-2016
13-07-2016
ak_16 _ 863
Bestuursrecht
Bodemzaak

Weigering handhavend optreden tegen zelfoogsttuin. Beroep ongegrond.De zelfoogsttuin moet naar het oordeel van de rechtbank worden aangemerkt als een agrarisch bedrijf met een in hoofdzaak grondgebonden agrarische bedrijfsvoering.

Rechtspraak.nl

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Zittingsplaats Zwolle

Bestuursrecht

zaaknummer: AWB 16/863 en 16/1557

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaken tussen

[eiser 1] , te Zwolle, eiser in Awb 16/863,

en

[eiser 2] , [eiser 3] en [eiser 4] ,

eisers in Awb 16/1557,

gemachtigde: mr. J.A. Wols, te Apeldoorn,

en

het college van burgemeester en wethouders van Zwolle, verweerder,

gemachtigde: mr. H.C.S. van Dop.

Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen:

[belanghebbende 1] en [belanghebbende 2], te Zwolle.

Procesverloop

Bij besluit van 11 september 2015 heeft verweerder naar aanleiding van het handhavingsverzoek van [eiser 1] geweigerd om preventief handhavend op te treden tegen de voorgenomen realisatie van een zelfpluktuin aan de [adres 1] te Zwolle.

Bij besluit van 9 februari 2016 heeft verweerder het bezwaar van eiser [eiser 1] ongegrond verklaard. Eiser [eiser 1] heeft tegen het besluit van 9 februari 2016 beroep ingesteld. Het beroep is geregistreerd onder nummer Awb 16/863.

Bij besluit van 10 juni 2016 heeft verweerder naar aanleiding van het handhavingsverzoek van [eiser 2] , [eiser 3] en [eiser 4] geweigerd om preventief handhavend op te treden tegen de voorgenomen realisatie van een zelfpluktuin aan de [adres 1] te Zwolle.

Bij brief van 15 juni 2016 hebben [eiser 2] , [eiser 3] en [eiser 4] bezwaar gemaakt tegen het besluit van 10 juni 2016. In het bezwaarschrift hebben zij verweerder verzocht om in te stemmen met rechtstreeks beroep bij de bestuursrechter. Verweerder heeft hiermee op 15 juni 2016 ingestemd en heeft het bezwaar dezelfde dag doorgezonden naar verweerder, ter behandeling als beroep. Het beroep is geregistreerd onder nummer Awb 16/1557.

Op verzoek van partijen zijn de hierboven genoemde beroepen gevoegd behandeld.

De rechtbank heeft [belanghebbende 1] te Zwolle in de gelegenheid gesteld om als derde-partij deel te nemen aan dit geding.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 22 juni 2016.

Eiser [eiser 2] is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. De overige eisers zijn vertegenwoordigd door hun gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Derde-partij is verschenen.

Overwegingen

1. De rechtbank stelt vast dat het namens eisers [eiser 2] , [eiser 3] en [eiser 4] gedane verzoek om in te stemmen met rechtstreeks beroep bij de bestuursrechter voldoet aan de eisen die hieraan in artikel 7:1a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) worden gesteld. Verweerder heeft ingestemd met het rechtstreeks beroep. Aangezien de zaak ook naar het oordeel van de rechtbank geschikt is voor rechtstreeks beroep, zal de rechtbank het beroep van deze eisers op voet van deze bepaling inhoudelijk behandelen.

2.1

Derde-partij is voornemens om op het perceel aan de [adres 1] te Zwolle een zelfoogsttuin te realiseren. Op het perceel zullen door de derde-partij verschillende gewassen worden verbouwd. Tegen betaling van een bedrag van € 225,-- per persoon krijgen ‘deelnemers’ het recht om zelf gewassen te oogsten. De derde-partij hoopt dat hij door de vaste bijdrage van € 225,-- per persoon verzekerd is van inkomsten, dat bespaard kan worden op kosten van opslag van groenten en dat een bijdrage kan worden geleverd aan het voorkomen van voedselverspilling. Eisers gaan in het ondernemingsplan uit van ongeveer 225 betalende deelnemers.

2.2

Eisers wonen allen aan de [adres 2] te Zwolle. De woningen van eisers liggen aan de noordrand van de bebouwde kom van Zwolle. Vanaf hun percelen hebben eisers zicht op het hiervoor genoemde agrarische perceel aan de [adres 1] . Eisers vrezen dat de realisering van de zelfoogsttuin zal leiden tot aantasting van hun uitzicht en van overlast van groepen mensen die komen oogsten. Zij hebben verweerder daarom verzocht om handhavend op te treden tegen de zelfoogsttuin die de derde-partij wil realiseren.

3.1

Het perceel aan de [adres 1] waar het handhavingsverzoek betrekking op heeft, is gelegen binnen de begrenzing van het bestemmingsplan “Buitengebied-Langenholte, Vecht e.o”. Blijkens de bij dit bestemmingsplan behorende verbeelding heeft dit perceel de bestemming ‘Agrarisch met waarden – Landschap’. Op gronden waaraan deze bestemming is toegekend is het bepaalde in artikel 4 van de voorschriften behorend bij dit bestemmingsplan (hierna: de planvoorschriften) van toepassing. In artikel 4.1, aanhef en onder a, van de planvoorschriften is, voor zover hier van belang, bepaald dat gronden waaraan deze bestemming is toegekend (mede) bestemd zijn voor de uitoefening van een agrarisch bedrijf met een in hoofdzaak grondgebonden agrarische bedrijfsvoering.

3.2

In artikel 1.66 van de planvoorschriften is bepaald dat onder ‘grondgebonden agrarische bedrijfsvoering’ verstaan wordt: een agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk niet in gebouwen plaatsvindt.

3.3

Op grond van het bepaalde in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), voor zover hier van belang, is het verboden zonder omgevingsvergunning een project uit te voeren, voor zover dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan.

3.4

Verweerder is op grond van het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet bevoegd om handhavend op te treden tegen overtreding van het bepaalde in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo. Daarbij tekent de rechtbank aan dat pas dan preventief kan worden gehandhaafd, indien zich een gevaar voordoet van een overtreding van een concreet bij of krachtens de wet gesteld voorschrift die met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid zal plaatsvinden, indien die overtreding in het besluit kan worden omschreven met die mate van duidelijkheid die uit een oogpunt van rechtszekerheid is vereist. Er kan slechts preventief worden gehandhaafd als het een nieuwe, nog niet gepleegde overtreding betreft.

4.1

De rechtbank stelt voorop dat het begrip ‘zelfoogsttuin’ niet voorkomt in de planvoorschriften. De rechtbank zal daarom nagaan hoe de activiteiten die plaatsvinden in de zelfoogsttuin voor wat betreft de toetsing aan het bestemmingsplan moeten worden gekwalificeerd.

4.2

In de zelfoogsttuin zullen groenten worden verbouwd en geoogst. De derde-partij voorziet hiermee (gedeeltelijk) in zijn levensonderhoud. Dat het oogsten van groenten plaatsvindt door derden, die de derde-partij hiervoor een vergoeding betalen, maakt dit niet anders. Van een nuts- of volkstuin, waar buurtbewoners op kleine schaal zelf groenten verbouwen, is geen sprake. Het bestemmingsplan verbiedt een dergelijke bedrijfsvoering, waarbij derden een bijdrage leveren aan de oogst, niet. De zelfoogsttuin moet naar het oordeel van de rechtbank dan ook worden aangemerkt als een agrarisch bedrijf met een in hoofdzaak grondgebonden agrarische bedrijfsvoering, als bedoeld in artikel 4.1, onder a, van de planvoorschriften.

4.3

Het is de rechtbank niet gebleken dat de komst van de zelfoogsttuin er toe zal leiden dat sprake zal zijn van detailhandel. Er worden immers geen goederen uitgestald en te koop aangeboden aan particulieren. De enkele omstandigheid dat deelnemers een bijdrage betalen voor het recht om zelf groenten te mogen oogsten is onvoldoende om deze activiteit als detailhandel te kwalificeren.

4.4

De omstandigheid dat eisers vrezen dat de realisering van de zelfoogsttuin er toe zal leiden dat op het perceel aan de [adres 1] tevens recreatieve activiteiten zullen plaatsvinden, brengt niet mee dat de zelfoogsttuin als zodanig in strijd is met het bestemmingsplan. Hierbij komt dat ondergeschikt recreatief medegebruik in de vorm van extensieve dagrecreatie, gelet op het bepaalde in artikel 4.1, onder k, van de planvoorschriften, op zichzelf genomen niet in strijd is met het bestemmingsplan. Mocht op enig moment blijken dat sprake is van recreatieve activiteiten van meer dan ondergeschikte aard, dan kunnen eisers zich tot verweerder wenden met het verzoek om daartegen handhavend op te treden. Vooralsnog is niet gebleken dat de derde-partij dergelijke recreatieve activiteiten van meer dan ondergeschikte aard wil realiseren.

4.5

De rechtbank komt daarom tot de conclusie dat de zelfoogsttuin die derde-partij op het perceel aan de [adres 1] wil realiseren niet in strijd is met het bestemmingsplan.

4.6

Nu zich geen gevaar voordoet van een activiteit die in strijd is met het bestemmingsplan, heeft verweerder zich terecht niet bevoegd geacht om handhavend op te treden.

5. Uit het voorgaande volgt dat de bestreden besluiten de rechterlijke toets doorstaan.

6. De beroepen zijn daarom ongegrond.

7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. D. Hardonk-Prins, rechter, in aanwezigheid van mr. A. van der Weij, als griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op

griffier rechter

Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening of om het opheffen of wijzigen van een bij deze uitspraak getroffen voorlopige voorziening.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.