[eisseressen c.s.] vorderen – na eiswijziging – dat de voorzieningenrechter bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk zal veroordelen om:
(1) binnen 48 uur na betekening van dit vonnis kopie verstrekt te hebben van de aangifte erfbelasting, dan wel van het ingediende verzoek en de honorering daarvan, om uitstel van het doen van die aangifte ter zake de nalatenschap van wijlen [naam];
(2) binnen 10 dagen na betekening van dit vonnis aan [eisseressen c.s.] een deugdelijke boedelbeschrijving te verstrekken, voorzien van bewijsstukken, betreffende de nalatenschap van wijlen [naam];
(3) binnen 10 dagen na betekening van dit vonnis aan [eisseressen c.s.] inzage te verstrekken in de mutaties op de ten name van [naam] gestelde bankrekeningen, de buitenlandse bankrekeningen daaronder begrepen, vanaf 7 oktober 2007 tot heden, met dien verstande dat – voor zover het gegevens van buitenlandse bankrekeningen betreft – de hierna bedoelde dwangsom niet zal worden verbeurd ingeval [gedaagde 1] en [gedaagde 2] door middel van authentieke schriftelijke bescheiden aantonen dat de gevraagde periode de wettelijke bewaartermijn overtreft die geldt voor het bewaren door de bank van rekeninggegevens, waaronder begrepen de mutaties op die rekeningen;
(4) binnen 10 dagen na betekening van dit vonnis aan [eisseressen c.s.] in kopie te verstrekken de aan [naam] opgelegde belastingaanslagen vanaf 2007 tot en met 2012, alle vergezeld van de bijbehorende belastingaangiften;
alles op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per dag dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] geheel of gedeeltelijk in gebreke blijven aan dit vonnis te voldoen, met een maximum van
€ 100.000,00 en met veroordeling van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] in de kosten van dit geding.