3.1.
Verkeersregelaar vordert samengevat – bij vonnis in kort geding:
Primair:
I. De Provincie te verbieden over te gaan tot intrekking van de
aanbestedingsprocedure ‘Inspecteurswerkzaamheden calamiteiten en gladheid’
met zaaknummer C2164939, met bepaling dat de Provincie dit aan Verkeersregelaar-Nederland dient te berichten binnen twee dagen na deugdelijke betekening van het vonnis, zulks op straffe van een dwangsom van € 50.000,- dan wel een in redelijkheid door de voorzieningenrechter vast te stellen bedrag;
II. De Provincie te gebieden de aanbestedingsprocedure
‘Inspecteurswerkzaamheden calamiteiten en gladheid’ met zaaknummer C2164939 te hervatten en alle inschrijvingen opnieuw en correct te beoordelen met inachtneming van het in deze te wijzen vonnis, zulks binnen tien werkdagen na datum betekening vonnis, op straffe van een dwangsom van € 50.000,- dan wel een in redelijkheid door de voorzieningenrechter vast te stellen bedrag;
III. De Provincie te gebieden inzake de aanbestedingsprocedure
‘Inspecteurswerkzaamheden calamiteiten en gladheid’ met zaaknummer C21 64939 een proces-verbaal van opening conform paragraaf 2.4.3 van het Beschrijvend document en een proces-verbaal van aanbesteding conform artikel 2.132 Aanbestedingswet aan Verkeersregelaar-Nederland te verstrekken, met inachtneming van het in deze te wijzen vonnis, zulks binnen tien werkdagen na datum betekening vonnis, op straffe van een dwangsom van € 50.000,- dan wel een in redelijkheid door de voorzieningenrechter vast te stellen bedrag;
IV. De Provincie te gebieden om de opdracht inzake de aanbestedingsprocedure
‘Inspecteurswerkzaamheden calamiteiten en gladheid’ met zaaknummer C2164939 op basis van de beoordeling aan een van de inschrijvers te gunnen, voor zover de Provincie voornemens is om de opdracht op te dragen, zulks binnen tien werkdagen na datum betekening vonnis, op straffe van een dwangsom van € 50.000,- dan wel een in redelijkheid door de voorzieningenrechter vast te stellen bedrag;
Subsidiair:
V. De Provincie te gebieden inzake de aanbestedingsprocedure
‘lnspecteurswerkzaamheden calamiteiten en gladheid’ met zaaknummer C2164939 een proces-verbaal van opening conform paragraaf 2.4.3 van het Beschrijvend document en een proces-verbaal van aanbesteding conform artikel 2.132 Aanbestedingswet aan Verkeersregelaar-Nederland te verstrekken, met inachtneming van het in deze te wijzen vonnis, zulks binnen tien werkdagen na datum betekening vonnis, op straffe van een dwangsom van € 50.000,- dan wel een in redelijkheid door de voorzieningenrechter vast te
stellen bedrag;
VI. De Provincie te verbieden de aan bestedingsprocedure
‘lnspecteurswerkzaamheden calamiteiten en gladheid’ met zaaknummer met C2164939 opnieuw aan te besteden, met inachtneming van het in deze te wijzen vonnis, zulks straffe van een dwangsom van € 50.000,- per overtreding dan wel een in redelijkheid door de voorzieningenrechter vast te stellen bedrag;
Meer subsidiair:
VII. De Provincie te gebieden inzake de aanbestedingsprocedure
‘Inspecteurswerkzaamheden calamiteiten en gladheid’ met zaaknummer C2164939 een proces-verbaal van opening conform paragraaf 2.4.3 van het Beschrijvend document en een proces-verbaal van aanbesteding conform artikel 2.132 Aanbestedingswet aan Verkeersregelaar-Nederland te verstrekken, met inachtneming van het in deze te wijzen vonnis, zulks binnen tien werkdagen na datum betekening vonnis, op straffe van een dwangsom van € 50.000,- dan wel een in redelijkheid door de voorzieningenrechter vast te
stellen bedrag;
Primair en (meer) subsidiair:
VIII. Een andere maatregel te nemen die in goede Justitie redelijk is en recht doet
aan de belangen van Verkeersregelaar-Nederland;
IX. De Provincie te veroordelen in de kosten vallende op deze procedure, met
bepaling dat indien niet binnen 14 dagen na vonniswijzing aan de proceskostenveroordeling is voldaan wettelijke handelsrente en nakosten is verschuldigd.
3.3.
De Provincie voert verweer.
3.3.1.
In paragraaf 2.7. van het ‘Beschrijvend document’ heeft de Provincie zich het recht voorbehouden om niet tot gunning over te gaan, hetgeen ook in overeenstemming is met staande jurisprudentie. De Provincie is te allen tijde gerechtigd de aanbesteding in te trekken. Dat geldt temeer nu zij zich geconfronteerd zag met een ongeldige inschrijving en een onaanvaardbaar hoge inschrijving terwijl haar ICT-infrastructuur werkte met een niet bekend gemaakt maximum wat betreft mailgrootte.
3.3.2.
Er bestaat geen gunningsplicht. Ook in het geval dat de Provincie de inschrijving van Verkeersregelaar niet op juiste gronden terzijde heeft gelegd, was de Provincie gerechtigd de aanbesteding te beëindigen vanwege onvoldoende concurrentiestelling.
3.3.3.
Tot slot staat het de Provincie vrij te beslissen of zij de opdracht opnieuw wenst aan te besteden. De Provincie beraadt zich thans over de vraag of en zo ja in welke vorm zij tot heraanbesteding zal overgaan. Indien de Provincie tot heraanbesteding overgaat zal zij de opdracht wezenlijk gewijzigd op de markt brengen.