vonnis
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling privaatrecht
Locatie Leeuwarden
zaaknummer / rolnummer: C/17/141298 / HA ZA 15-107
[eiseres in conventie en verweerster in reconventie]
,
wonende te [woonplaats 1] ,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie ten aanzien van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] ,
advocaat: mr. A. Speksnijder te Akkrum,
1. de stichting
STICHTING DE KERN,
gevestigd te Bolsward,
gedaagde in conventie,
2. [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie],
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat: mr. H.C.L. Crozier te Sneek.
Partijen zullen hierna [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] , De Kern en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] genoemd worden.
1 De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord in conventie ten aanzien van De Kern en van antwoord in conventie tevens eis in reconventie ten aanzien van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] ;
- de conclusie van antwoord in reconventie;
- het faxbericht van mr. Crozier van 16 oktober 2016 met productie;
- het proces-verbaal van comparitie van partijen, gehouden op 27 oktober 2015.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2 De feiten in conventie en reconventie
2.1.
[eiseres in conventie en verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] zijn met ingang van 17 januari 2006 een vennootschap onder firma aangegaan onder de naam Brains & Waves (hierna: de vennootschap).
De vennootschap houdt zich bezig met het ontwikkelen en starten van projecten, individuele ondersteuning, coaching en advies.
2.2.
In de vennootschapsovereenkomst die partijen hebben afgesloten is onder meer het volgende vermeld:
Artikel 8
Verbod nevenwerkzaamheden
Het is ieder der ondergetekenden sub 1, sub 2 en sub 3 etc. verboden direct of indirect voor eigen rekening of voor rekening van anderen c.q. voor gezamenlijke rekening met anderen buiten de vennootschap <nevenwerkzaamheden>.
Artikel 12
Winstverdeling
Winst of verlies zal door de vennoten in de volgende verhouding worden gedragen:
4. de ondergetekende sub 1 voor 50%
5. de ondergetekende sub 2 voor 50%.
Onder winst wordt verstaan: de bruto-exploitatiewinst, verminderd met alle exploitatiekosten (afschrijvingen, rentelasten, kapitaalrekeningen, etc.) ten behoeve van de onderneming gemaakt, en alle lasten die op de onderneming rusten.
Wanneer de vennootschap eindigt door opzegging, zal de vennootschap worden geliquideerd en wel door de partijen samen. In alle andere gevallen van beëindiging geschiedt de liquidatie door de overblijvende partijen. In geen geval zal de liquidatie langer duren dan zes maanden. Uiterlijk een maand na afloop van de liquidatie moet aan ieder der partijen of hun rechtsverkrijgenden het totaal van het hun uit hoofde van de liquidatie toekomende worden uitgekeerd. Gedurende de liquidatie blijven de bepalingen van onderhavige overeenkomst, voor zover toepasselijk, van kracht.
2.3.
De vennootschap heeft met twee stichtingen, te weten De Kern en stichting Walle de Vries (hierna: Walle de Vries), een managementovereenkomst gesloten op grond waarvan de vennootschap de operationele taken van de stichtingen is gaan uitvoeren.
2.4.
De administratie en het opstellen van de jaarrekeningen van de vennootschap, De Kern en Walle de Vries werd uitgevoerd door Caballus administratie en financiële dienstverlening te Wommels (hierna: Caballus). Caballus is een eenmanszaak die wordt geëxploiteerd door de heer [A] (hierna: [A] ).
2.5.
Vanaf 1 januari 2012 is [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] werkzaamheden gaan verrichten onder de naam "Caballus bewindvoering, begeleiding en PGB Beheer". Vanaf 1 juli 2012 is [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] daarnaast werkzaamheden gaan verrichten onder de naam Allus-oneindige verbinding". Hiertoe is zij in beide gevallen een vennootschap onder firma aangegaan met [A] .
2.6.
Medio 2012 is tussen [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] een geschil ontstaan. [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] heeft om die reden de vennootschap opgezegd per 1 januari 2013.
2.7.
De door Caballus opgestelde jaarrekening van de vennootschap van 2012 vermeldt een vordering op De Kern van € 89.095,--. Dezelfde jaarrekening vermeldt een eigen vermogen van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] van € 48.208,-- en een eigen vermogen van [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] van € 35.659,--.
2.8.
Op 17 januari 2013 heeft bij deze rechtbank een kort geding gediend tussen [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] (registratienummer C/17/123814 KG ZA 12-335). Blijkens het proces-verbaal van de zitting zijn [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] tijdens de zitting overeengekomen dat zij gezamenlijk accountant [B] (hierna: [B] ) zullen benaderen om hun wederzijdse inkomsten naast hun inkomsten uit de vennootschap vast te stellen. Het kort geding is vervolgens op verzoek van [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] doorgehaald.
2.9.
In september 2013 heeft [B] een concept-rapport opgesteld. In dit rapport staat dat de totale omzet uit de door Caballus bewindvoering, begeleiding en PGB Beheer verrichte werkzaamheden in 2012 € 10.162,-- bedroeg. [B] concludeert op grond hiervan dat de winst van de vennootschap, uitgaande van de veronderstelling dat deze werkzaamheden voorheen werden uitgevoerd door De Kern en meegenomen werden in de omzet van de vennootschap, in 2012 € 10.162,-- hoger was en bij de winstverdeling 50/50 voor de helft toekomt aan [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] . Aangezien de gelden zijn ontvangen in Caballus bewindvoering, begeleiding en PGB Beheer heeft [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] een vordering van € 5.081,-- op [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] , aldus [B] . [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] heeft commentaar geleverd op de inhoud van het rapport. [B] heeft geen reactie gegeven op dit commentaar. Het definitieve rapport is tot op heden door [B] niet opgemaakt.
2.10.
Volgens een op 15 oktober 2014 gedateerde overeenkomst hebben [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] als voormalige vennoten van de vennootschap, vertegenwoordigd door [A] van Caballus in de functie van vereffenaar van de vennootschap, en De Kern een aflossingsovereenkomst gesloten. In de overeenkomst staat dat De Kern op 1 oktober 2014 een schuld aan de vennootschap heeft van € 88.095,37 en op deze schuld met ingang van 1 november 2014 maandelijks een bedrag van € 600,-- aflost aan de vennootschap.
De overeenkomst is ondertekend door [A] .
3 De vorderingen
3.1.
[eiseres in conventie en verweerster in reconventie] vordert dat de rechtbank:
1. De Kern en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] , ieder voor zich, veroordeelt tot betaling aan [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] van een bedrag groot € 35.659,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2013 en met de incassokosten ten bedrage van € 1.131,59, en wel aldus dat indien de één betaald de ander in zoverre zal zijn bevrijd;
2. De Kern veroordeelt om aan [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] binnen een week na betekening van het te wijzen vonnis voor kennisneming ter beschikking te stellen haar gehele boekhouding/financiële administratie die betrekking heeft op het jaar 2012, op straffe van een dwangsom van € 500,-- per dag;
3. [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] veroordeelt tot betaling aan [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] van een bedrag groot € 5.081,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2013 en de incassokosten ten bedrage van € 625,--;
4. [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] veroordeelt om aan [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] opgave te doen onder overlegging van bewijsstukken van door haar gedurende de vennootschap verkregen inkomsten uit nevenwerkzaamheden;
5. een en ander te vermeerderen met de nakosten en de proceskosten.
3.2.
[eiseres in conventie en verweerster in reconventie] legt aan haar vorderingen - kort en zakelijk weergegeven - de volgende stellingen ten grondslag. De vennootschap is ontbonden en dient derhalve op grond van artikel 17 van de vennootschapsovereenkomst te worden geliquideerd. De liquidatie heeft tot op heden niet plaatsgevonden. Blijkens de jaarrekening van de vennootschap over 2012 bedraagt het eigen vermogen in de vennootschap voor [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] € 35.659,-- en voor
[gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] € 48.208,--. Uit de jaarrekening volgt dat dit vermogen te herleiden is tot een vordering van de vennootschap op De Kern. Krachtens de managementovereenkomst tussen de vennootschap en De Kern is [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] gerechtigd om (ten minste) haar aandeel in de vordering van de vennootschap op De Kern (€ 35.659,--) te vorderen van De Kern. De met De Kern getroffen betalingsregeling kan [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] niet worden tegengeworpen, omdat deze onbevoegdelijk is gesloten. [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] heeft namelijk nimmer ingestemd met de aanstelling van [A] als vereffenaar van de vennootschap. Indien De Kern inmiddels het bedrag heeft betaald aan de vennootschap, berust dit onder [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] en heeft [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] op grond van de vennootschapsovereenkomst recht op uitbetaling van haar aandeel in de vordering van de vennootschap op De Kern. Daarnaast heeft [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] gedurende de vennootschap in strijd met de vennootschapsovereenkomst nevenwerkzaamheden verricht en de opbrengsten daarvan buiten de vennootschap gehouden. Hiermee is [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de vennootschapsovereenkomst, althans heeft [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] onrechtmatig jegens [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] en de vennootschap gehandeld. [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] is dientengevolge aansprakelijk voor de door [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] geleden schade. De schade is door [B] begroot op € 10.162,--, zijnde de omzet van Caballus bewindvoering, begeleiding en PGB Beheer. [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] heeft op grond van de vennootschapsovereenkomst recht op de helft daarvan.
3.3.
De Kern en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] voeren verweer, met conclusie dat de rechtbank [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] beveelt de gebreken in de dagvaarding ten aanzien van De Kern op haar kosten te herstellen en dat de rechtbank de vorderingen van [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] afwijst, althans [eiseres in conventie en verweerster in reconventie]
niet-ontvankelijk verklaart, met veroordeling van [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] in de kosten van het geding.
3.4.
De Kern voert - kort en zakelijk weergegeven - aan dat de dagvaarding nietig is, nu deze is betekend op een onjuist adres. Dit gebrek wordt niet gedekt door haar verschijning ter zitting. Verder heeft De Kern ter zake van de vordering van de vennootschap een betalingsregeling met de vennootschap getroffen. Deze betalingsregeling is namens de vennootschap bevoegdelijk gesloten door Caballus, die in het kader van het kort geding van 17 januari 2013 door [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] is aangewezen als vereffenaar van de vennootschap. De betalingsregeling wordt door De Kern nagekomen, zodat er geen grondslag bestaat om thans enig bedrag te eisen van De Kern. Daar komt nog bij dat [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] betaling voor zichzelf vordert van een vordering die de vennootschap toekomt. Hiertoe is zij niet gerechtigd, aldus De Kern.
3.5.
[gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] voert - kort en zakelijk weergegeven - aan dat de vennootschap is ontbonden, maar dat er nog geen verdeling heeft plaatsgevonden. [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] heeft ook geen verdeling gevorderd. [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] kan daarom nog geen aanspraak maken op uitbetaling van haar eigen vermogen in de vennootschap. Dit vermogen staat ook niet vast. [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] baseert haar vordering op de jaarcijfers van 2012, die zij zelf niet heeft willen goedkeuren. Tevens betwist [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] dat het eigen vermogen van [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] in de vennootschap € 35.659,-- bedraagt. Verder betwist [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] dat zij tekortgeschoten is in de nakoming van de vennootschapsovereenkomst door nevenwerkzaamheden te verrichten en de inkomsten daarvan niet in te brengen in de vennootschap. Voor het opstellen van de vennootschapsovereenkomst is een model gebruikt dat van internet is gehaald. Hoewel daarin in een verbod op nevenwerkzaamheden is opgenomen, is bij de oprichting van de vennootschap nooit uitdrukkelijk gesproken over een dergelijk verbod, laat staan over een verplichting tot inbreng van neveninkomsten in de vennootschap. Dit ligt ook niet voor de hand, omdat partijen bij het aangaan daarvan reeds werkzaam waren bij de Nederlandse vereniging voor pleeggezinnen (NVP) en [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] daarnaast werkte voor Provinciale Staten. Voor zover [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] op dit punt wel tekortgeschoten is in de nakoming van de vennootschapsovereenkomst, verkeert zij op grond van artikel 6:61 BW niet in verzuim, aangezien ook [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] bij het aangaan en gedurende de looptijd van de overeenkomst nevenwerkzaamheden verrichtte. Deze inkomsten heeft [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] nimmer inzichtelijk gemaakt en in de vennootschap ingebracht. Het concept-rapport van [B] is volgens [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] onvolledig en onjuist. Niet alleen heeft [B] de inkomsten van [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] uit nevenwerkzaamheden buiten beschouwing gelaten, maar ook is zijn conclusie dat de gehele omzet van Caballus bewindvoering, begeleiding en PGB Beheer moet worden ingebracht als winst in de vennootschap onbegrijpelijk. Tot slot voert [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] aan dat [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] , aangenomen dat er neveninkomsten zijn geweest die in de vennootschap hadden moeten worden ingebracht, betaling voor zichzelf vordert van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] in privé van een vordering die de vennootschap toekomt. Dit is niet mogelijk, aldus [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] .
3.6.
[gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] vordert dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
1. [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] veroordeelt tot medewerking aan de vereffening van
Brains & Waves voor zover [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] gehouden zou zijn om opgave te doen van nevenwerkzaamheden en de inkomsten van voornoemde nevenwerkzaamheden;
2. [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] veroordeelt om binnen 14 dagen na het in deze te wijzen vonnis opgave te doen, onder afgifte van verificatore bescheiden van haar sedert 17 januari 2006 direct of indirect verrichte werkzaamheden naast haar werkzaamheden als vennoot van de tussen partijen bestaande vennootschap onder firma onder de naam Brains & Waves en voorts van de daarmee direct of indirect verworven inkomsten en/of voordelen, welke niet zijn opgenomen in de administratie van voornoemde vennootschap, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,-- per dag;
3. bepaalt dat de kosten voor het vaststellen van de inkomsten uit de direct of indirect verrichte werkzaamheden naast haar werkzaamheden als vennoot van de tussen partijen bestaande vennootschap onder firma onder de naam Brains & Waves en voorts van de daarmee direct of indirect verworven inkomsten en/of voordelen, welke niet zijn opgenomen in de administratie van voornoemde vennootschap voor rekening van [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] komen;
4. gelast dat aan [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] toekomende bedragen eerst bij vereffening van Brains & Waves kan worden vastgesteld en uitgekeerd;
5. [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] veroordeelt in de proceskosten.
3.7.
[eiseres in conventie en verweerster in reconventie] voert verweer, met conclusie dat de rechtbank de vorderingen van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] afwijst met veroordeling van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] in de kosten van het geding.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4 De beoordeling in conventie en reconventie
Ten aanzien van de vorderingen van [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] op De Kern
4.1.
Het meest verstrekkende verweer van De Kern tegen de vorderingen van [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] is dat de tegen De Kern uitgebrachte dagvaarding is betekend op een adres waar De Kern niet gevestigd is en dat de dagvaarding derhalve nietig is. De Kern is van mening dat dit gebrek niet wordt gedekt doordat zij in rechte is verschenen en dat de rechtbank daarom moet bepalen dat herstel van het gebrek op kosten van [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] moet plaatsvinden.
4.2.
De rechtbank oordeelt als volgt. Onweersproken staat vast dat de dagvaarding aan het onjuiste adres is uitgebracht. Hiermee lijdt de dagvaarding aan een gebrek dat op grond van artikel 120 Rv nietigheid meebrengt. Vast staat ook dat De Kern in rechte is verschenen en derhalve kennelijk op de hoogte was van de dagvaarding, zodat de vraag rijst in hoeverre De Kern als gevolg van de onjuiste adressering van de dagvaarding onredelijk in haar belangen is geschaad (artikel 122 Rv). Op dit punt heeft De Kern niet meer aangevoerd dan het verwijt aan het adres van [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] dat zij misbruik maakt van recht. De Kern heeft niet gesteld dat zij door het gebrek in enig (proces)belang is geschaad. De rechtbank is daarvan ook niets gebleken. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat het beroep van De Kern op de nietigheid van de dagvaarding op de voet van artikel 122 Rv dient te worden verworpen.
4.3.
[eiseres in conventie en verweerster in reconventie] vordert van De Kern betaling aan zichzelf van een bedrag van € 35.659,--Dit betreft volgens [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] haar aandeel in de vordering van de vennootschap op De Kern. De rechtbank ziet zich gesteld voor de vraag of [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] gerechtigd is een dergelijke vordering jegens De Kern in te stellen. De rechtbank oordeelt hierover als volgt.
4.4.
De rechtbank stelt vast dat de vordering van de vennootschap op De Kern behoort tot de vennootschappelijke goederengemeenschap. Vast staat verder dat de vennootschap is ontbonden, maar dat de verdeling van de vennootschappelijke goederengemeenschap nog niet heeft plaatsgevonden. [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] vordert die verdeling ook niet in deze procedure. [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] zijn dus samen deelgenoten in de onverdeelde gemeenschap. Deelgenoten in een gemeenschap hebben één gezamenlijk vorderingsrecht op de schuldenaren van die gemeenschap (artikel 6:15 lid 2 BW). Dit sluit uit dat deelgenoten voor zichzelf een rechterlijke uitspraak kunnen verlangen ten aanzien van de gehele of een gedeelte van de vordering (zie ook HR 5 maart 1999, NJ 1999, 383). [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] is weliswaar op grond van artikel 3:171 BW bevoegd om onafhankelijk van de andere deelgenoot
- [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] - een rechtsvordering ten behoeve van de gemeenschap in te stellen, maar hiervoor is wel vereist dat een deelgenoot optreedt voor de gezamenlijke deelgenoten. Hiervan is in dit geval geen sprake, nu [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] betaling in privé vordert van een (gedeelte van een) vordering die de vennootschap toekomt. Dit betekent dat [eiseres in conventie en verweerster in reconventie]
niet-ontvankelijk is in het onder 1 door haar van De Kern gevorderde.
4.5.
[eiseres in conventie en verweerster in reconventie] heeft voorts gevorderd dat De Kern haar gehele boekhouding/financiële administratie van het jaar 2012 aan haar ter beschikking stelt. [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] heeft aan deze vordering ten grondslag gelegd dat zij met deze boekhouding kan vaststellen of de door Caballus opgestelde jaarrekening van de vennootschap van 2012 juist is en daarmee wat haar als eigen vermogen binnen de vennootschap toekomt. De rechtbank overweegt hierover als volgt.
4.6.
In artikel 843a Rv is een zogenoemde exhibitieplicht opgenomen. Ingevolge dit artikel kan hij die daarbij een rechtmatig belang heeft, op zijn kosten, inzage, afschrift of uittreksel vorderen van bepaalde bescheiden van degene die deze bescheiden tot zijn beschikking heeft. [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] heeft de omvang van de vordering van de vennootschap op De Kern niet betwist. Evenmin heeft zij verdeling van de vennootschap gevorderd. Mede in het licht hiervan valt zonder toelichting, die ontbreekt, niet in te zien welk rechtmatig belang [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] heeft bij de door haar gevraagde inzage in de financiële gegevens van De Kern over het jaar 2012. Meer in het bijzonder valt niet in te zien waarom [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] de financiële gegevens van De Kern nodig heeft om de jaarrekening van de vennootschap op juistheid te controleren. Deze vordering zal dan ook worden afgewezen.
Ten aanzien van de vorderingen van [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] op [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie]
4.7.
[eiseres in conventie en verweerster in reconventie] vordert van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] betaling van een bedrag van € 35.659,-- aan zichzelf in privé. Dit betreft volgens [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] haar aandeel in de vordering van de vennootschap op De Kern. De rechtbank ziet zich gesteld voor de vraag of [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] gerechtigd is een dergelijke vordering jegens [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] in te stellen. De rechtbank oordeelt hierover als volgt.
4.8.
[eiseres in conventie en verweerster in reconventie] vordert van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] betaling van haar eigen aandeel in de vordering die de vennootschap heeft op De Kern. Zoals hierboven onder rechtsoverweging 4.4. overwogen, zijn [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] samen deelgenoten in de thans nog onverdeelde gemeenschap waartoe deze vordering behoort. Uit artikel 3:171 BW alsook uit het eerdergenoemde arrest van de HR van 5 maart 1999 volgt dat iedere deelgenoot bevoegd is tot het instellen van rechtsvorderingen ter verkrijging van een rechterlijke uitspraak ten behoeve van de gemeenschap. Deze bepaling ziet echter slechts op vorderingen tegen derden en niet op rechtsvorderingen tegen een andere deelgenoot. Dergelijke vorderingen dienen op de voet van artikel 3:184 BW en 185 BW bij de verdeling van de gemeenschap aan de orde te komen (vergelijk Hoge Raad 8 september 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA7043, NJ 2000, 604). [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] vordert bovendien niet veroordeling van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] tot betaling aan de gemeenschap, maar aan zichzelf. [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] procedeert derhalve niet ten behoeve van de vennootschap. Artikel 3:171 BW biedt geen mogelijkheid om een dergelijke vordering in te stellen. [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] is derhalve niet-ontvankelijk in het onder 1 door haar van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] gevorderde.
4.9.
[eiseres in conventie en verweerster in reconventie] vordert verder onder 3 van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] betaling aan zichzelf van een bedrag van € 5.081,--. Aan deze vordering heeft [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] ten grondslag gelegd dat [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] inkomsten aan de vennootschap heeft onthouden door haar nevenverdiensten niet in de vennootschap in te brengen en daarmee tekortgeschoten is in de nakoming van de vennootschapsovereenkomst, althans onrechtmatig heeft gehandeld. Als deze stelling
- veronderstellenderwijs - juist zou zijn, zou de vennootschappelijke goederengemeenschap een (nog te verdelen) vordering op [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] hebben. Derhalve strekt ook deze vordering van [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] tot veroordeling van een mededeelgenoot tot betaling aan zichzelf van een deel van een vordering die de vennootschap toekomt. Zoals hiervoor al onder 4.8. is overwogen, kan [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] niet ontvangen worden in een dergelijke vordering.
4.10.
[eiseres in conventie en verweerster in reconventie] vordert verder dat [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] opgave doet van door haar gedurende de vennootschap verkregen inkomsten uit nevenwerkzaamheden. Hierover overweegt de rechtbank het volgende. Vast staat dat de verdeling van de vennootschappelijke goederengemeenschap nog niet heeft plaatsgevonden en evenmin door [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] is gevorderd. In het kader van de verdeling zal de vraag moeten worden beantwoord of [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] een schuld aan de gemeenschap heeft die op de voet van artikel 3:184 BW bij de verdeling aan [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] moet worden toegerekend. Bij deze stand van zaken heeft [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] onvoldoende onderbouwd welk rechtmatig belang zij heeft bij de door haar gevraagde opgave van de neveninkomsten van [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] . Deze vordering zal de rechtbank derhalve afwijzen.
4.11
[eiseres in conventie en verweerster in reconventie] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van De Kern en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] worden vastgesteld op:
- vast recht € 1.909,00
- salaris advocaat € 1.788,00 (2 punten × tarief € 894,00)
Totaal € 3.697,00
4.12.
[gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] heeft een reconventionele vordering ingediend. De rechtbank stelt voorop dat de vordering onder 1 uitdrukkelijk voorwaardelijk is ingesteld, namelijk voor zover [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] gehouden zou zijn om opgave te doen van nevenwerkzaamheden en de inkomsten van voornoemde nevenwerkzaamheden. De rechtbank begrijpt de overige reconventionele vorderingen aldus dat is beoogd ook die vorderingen voorwaardelijk in te stellen, namelijk onder de voorwaarde dat in conventie zou worden geoordeeld dat de vorderingen van [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] worden toegewezen. Dit leidt de rechtbank af uit het lichaam van de conclusie (punten 17 en 18). Uit de beslissing in conventie vloeit voort dat de voorwaarden niet zijn vervuld, zodat op de vorderingen in reconventie geen beslissing hoeft te worden gegeven.
5 De beslissing
De rechtbank:
5.1.
verklaart [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] niet-ontvankelijk in haar vorderingen onder 1 en 3;
5.2.
wijst de overige vorderingen af;
5.3.
veroordeelt [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] in de proceskosten, aan de zijde van De Kern en [gedaagde in conventie en eiseres in reconventie] tot op heden vastgesteld op € 3.697,00;
5.4.
verklaart dit vonnis in conventie wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
in (voorwaardelijke) reconventie
5.5.
verstaat dat de vorderingen geen behandeling behoeven, nu niet aan de voorwaarde is voldaan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Sanna en in het openbaar uitgesproken op 6 april 2016.1