Door de arts-patholoog van het NFI, dr. M. Buiskool, is pathologisch onderzoek gedaan naar de mogelijk niet natuurlijke dood van [slachtoffer]. Ten behoeve van deze rapportage heeft zij toxicologisch onderzoek aangevraagd bij dr. M. J. Vincenten-van Maanen, apotheker en tevens werkzaam bij het NFI.
Dr. Buiskool is ter terechtzitting door de rechtbank gehoord, dr. Vincenten-van Maanen kon niet worden gehoord omdat zij op de zittingsdatum was verhinderd.
Dr. Buiskool heeft nader toegelicht dat er geen letsels zijn gebleken, uitwendig noch inwendig, waaruit kan worden geconcludeerd dat er druk op de hals is geweest door een verwurging. De geconstateerde zwelling van de hersenen kan door een dergelijke druk, maar ook door (alcohol)intoxicatie zijn ontstaan. Het komt bij verwurging vaker voor dat er geen lichamelijke aanwijzingen zijn voor verwurging, indien de verwurging met een brede band of sjaal plaatsvindt. Zij bevestigde voorts dat de gemeten alcoholconcentratie van 3,3 mg/ml fataal kan zijn, maar verwees voor een nadere onderbouwing daarvan naar de toxicoloog.
Voor de vraag in welke mate het waarschijnlijk is dat de dood is ingetreden ten gevolge van deze alcoholintoxicatie verwees zij eveneens naar de toxicoloog. Ook de vraag welke waarde dient te worden toegekend aan de in het toxicologisch rapport opgenomen tabel inzake de effecten van ethanolconcentratie in bloed, zou moeten worden gesteld aan de toxicoloog. In deze tabel wordt de kans op overlijden als gevolg van alcoholgebruik genoemd vanaf een concentratie vanaf ongeveer 4 mg/ml, terwijl de tabel betrekking heeft op niet-gewende gebruikers. [slachtoffer] had een alcoholconcentratie van 3,3 mg/ml. Bovendien lijkt het mogelijk dat [slachtoffer] ten gevolge van zijn alcoholverslaving een hogere tolerantie voor alcohol had ontwikkeld dan een niet-gewende gebruiker.
Dr. Buiskool heeft op enige punten nadere informatie gegeven. Bij een aantal vragen van de rechtbank heeft zij verwezen naar een toxicoloog, daar deze vragen specifiek het vakgebied van de toxicoloog betroffen. De rechtbank acht het noodzakelijk nader te worden voorgelicht door eerdergenoemde dr. Vincenten-van Maanen, alvorens de rechtbank een beslissing kan nemen in het aanhangige strafgeding.
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 7 juli 2015 in de zaak van het openbaar ministerie tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [woonplaats],
thans gedetineerd in [verblijfplaats]
.
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgehad op 30 juni 2015.
Verdachte is verschenen en werd bijgestaan door mr. T. van der Goot, advocaat te Leeuwarden.
MOTIVERING
De rechtbank is tijdens de beraadslaging gebleken, dat het onderzoek niet volledig is geweest.
De rechtbank heropent het onderzoek omdat zij nog nadere informatie van een deskundige wil ontvangen over de doodsoorzaak van [slachtoffer].
Door de arts-patholoog van het NFI, dr. M. Buiskool, is pathologisch onderzoek gedaan naar de mogelijk niet natuurlijke dood van [slachtoffer]. Ten behoeve van deze rapportage heeft zij toxicologisch onderzoek aangevraagd bij dr. M. J. Vincenten-van Maanen, apotheker en tevens werkzaam bij het NFI.
De bevindingen van dr. Buiskool voornoemd zijn vastgelegd in een rapport van 9 mei 2015. Bij dit rapport is gevoegd de door haar aangevraagde toxicologische rapportage van 19 maart 2015 van dr. M.J. Vincenten- van Maanen.
In de rapportage van dr. Buiskool van 9 mei 2015 is als conclusie opgenomen:
“Bij sectie op het lichaam van [slachtoffer], 53 jaar oud geworden, kan het overlijden worden verklaard door herseninklemming op toxicologische gronden (verhoogde alcoholconcentratie). Op basis van de verkregen informatie kan mechanisch (samen)drukkend geweld en/of omsnoerend geweld op de hals eveneens als doodsoorzaak worden overwogen. Echter op basis van sectiebevindingen kan mechanisch (samen)drukkend en/of omsnoerend geweld op de hals niet worden vastgesteld of uitgesloten.”
Dr. Buiskool is ter terechtzitting door de rechtbank gehoord, dr. Vincenten-van Maanen kon niet worden gehoord omdat zij op de zittingsdatum was verhinderd.
Dr. Buiskool heeft nader toegelicht dat er geen letsels zijn gebleken, uitwendig noch inwendig, waaruit kan worden geconcludeerd dat er druk op de hals is geweest door een verwurging. De geconstateerde zwelling van de hersenen kan door een dergelijke druk, maar ook door (alcohol)intoxicatie zijn ontstaan. Het komt bij verwurging vaker voor dat er geen lichamelijke aanwijzingen zijn voor verwurging, indien de verwurging met een brede band of sjaal plaatsvindt. Zij bevestigde voorts dat de gemeten alcoholconcentratie van 3,3 mg/ml fataal kan zijn, maar verwees voor een nadere onderbouwing daarvan naar de toxicoloog.
Voor de vraag in welke mate het waarschijnlijk is dat de dood is ingetreden ten gevolge van deze alcoholintoxicatie verwees zij eveneens naar de toxicoloog. Ook de vraag welke waarde dient te worden toegekend aan de in het toxicologisch rapport opgenomen tabel inzake de effecten van ethanolconcentratie in bloed, zou moeten worden gesteld aan de toxicoloog. In deze tabel wordt de kans op overlijden als gevolg van alcoholgebruik genoemd vanaf een concentratie vanaf ongeveer 4 mg/ml, terwijl de tabel betrekking heeft op niet-gewende gebruikers. [slachtoffer] had een alcoholconcentratie van 3,3 mg/ml. Bovendien lijkt het mogelijk dat [slachtoffer] ten gevolge van zijn alcoholverslaving een hogere tolerantie voor alcohol had ontwikkeld dan een niet-gewende gebruiker.
Dr. Buiskool heeft op enige punten nadere informatie gegeven. Bij een aantal vragen van de rechtbank heeft zij verwezen naar een toxicoloog, daar deze vragen specifiek het vakgebied van de toxicoloog betroffen. De rechtbank acht het noodzakelijk nader te worden voorgelicht door eerdergenoemde dr. Vincenten-van Maanen, alvorens de rechtbank een beslissing kan nemen in het aanhangige strafgeding.
BESLISSING
De rechtbank:
beveelt dat het onderzoek ter terechtzitting in deze zaak zal worden heropend op een nader te bepalen terechtzitting;
bepaalt, dat het onderzoek ter terechtzitting tot die tijd voor onbepaalde tijd is geschorst en bepaalt de termijn van de schorsing op maximaal drie maanden nu hervatting van het onderzoek ter terechtzitting binnen één maand na heden in verband de zittingscapaciteit van de rechtbank niet mogelijk is;
beveelt de oproeping van mevrouw dr. M. J. Vincenten-van Maanen, apotheker, en werkzaam bij het Nederlands Forensisch Instituut te ‘s-Gravenhage, als deskundige en van verdachte en de benadeelde partijen [naam 1] en [naam 2] en mevrouw [naam 3] tegen een nog nader, doch met inachtneming van het bovenstaande, te bepalen terechtzitting en tijdstip, met kennisgeving daarvan aan de raadsman van verdachte.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.I. Klaassens, voorzitter, en mr. O.J. Bosker en mr. M.A.A. van Capelle, rechters, in tegenwoordigheid van R.C. Sprong, griffier, en uitgesproken bij vervroeging ter openbare terechtzitting van de rechtbank op 7 juli 2015.
Mr. Van Capelle is buiten staat dit vonnis binnen de door de wet gestelde termijn mede te ondertekenen.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: