Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
zij op of omstreeks 10 augustus 2014 te of bij [pleegplaats], in ieder geval
in de gemeente De Friese Meren,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk
[slachtoffer 1] van het leven te beroven, met dat opzet
(naar aanleiding van een (vermeend) incident met betrekking tot het
uitdagen/opruien van een of meerdere hond(en) en teneinde de voor voornoemd
(vermeend) incident aansprakelijke personen na te sporen),
als bestuurster van een (personen)auto, daarmee rijdende,
- een of meerdere fietsende perso(o)n(en) (waaronder die [slachtoffer 1]) over
een of meerdere weg(en) in [pleegplaats] heeft achtervolgd en/of
(nadat verdachte die fietsende personen kennelijk uit het oog had verloren)
- een of meerdere andere perso(o)n(en) heeft aangesproken met de vraag waar
die een of meerdere fietsende perso(o)n(en) was/waren gebleven en/of
(vervolgens)
- na aanwijzingen daartoe is gereden in de richting van de sporthal ([naam])
en/of (vervolgens), ter hoogte van de weg, de [weg], aldaar,
nadat die [slachtoffer 1] en/of een of meerdere andere perso(o)n(en) als
bestuurder(s) van zijn/hun fiets(en) een aldaar gelegen voetpad/fietspad
(dat toegang geeft tot een terrein rond een aldaar aanwezige sporthal
([naam])) was/waren opgereden, (teneinde aan de achtervolging door
verdachte te ontkomen en een veilig heenkomen te zoeken), (vervolgens)
- in plaats van op een normale en veilige wijze verdachtes weg op de voor
auto's bestemde rijbaan te vervolgen, toen aldaar, (vervolgens)
- ( met een aanzienlijke snelheid, althans een snelheid die te hoog was voor
een veilig verkeer ter plaatse,) met die door verdachte bestuurde
(personen)auto dat aldaar gelegen voetpad/fietspad is opgereden en/of
(vervolgens)
- die fietsende [slachtoffer 1] op dat voetpad/fietspad (verder) heeft
achtervolgd en/of (vervolgens)
- ( met (nagenoeg) onverminderde snelheid, althans met een snelheid die hoger
was dan de snelheid van die vóór verdachte fietsende [slachtoffer 1]),
met die door verdachte bestuurde (personen)auto tegen die [slachtoffer 1]
en/of de door hem bestuurde fiets en/of een aldaar aanwezige lantaarnpaal is
aangereden/opgebotst,
ten gevolge waarvan die [slachtoffer 1] door de lucht vloog en (vervolgens)
(onder meer met zijn hoofd) op dat/een voetpad/fietspad terecht is gekomen,
althans is gevallen, en/of die [slachtoffer 1] met zijn hoofd tegen (een deel
van) die lantaarnpaal is terechtgekomen en/of die lantaarnpaal geheel of
gedeeltelijk op/tegen het hoofd van die [slachtoffer 1] terecht is gekomen;
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
zij op of omstreeks 10 augustus 2014 te of bij [pleegplaats], in ieder geval
in de gemeente De Friese Meren, aan een persoon (te weten [slachtoffer 1]),
opzettelijk zwaar lichamelijk letsel
(te weten meerdere schedelfracturen en/of een fractuur van de wand van een
oogkas en/of een fractuur van de buitenste wand van de linker neusbijholte
en/of een bloeding tussen de schedelbot en de harde hersenvlies en/of
bloedingen in het overgangsgebied van een deel van de hersenstam en/of
meerdere bloedingen en kneuzingen van het hersenweefsel en/of een bloeding
rond de linker oogzenuw, waardoor een (mogelijk blijvende) visusbeperking van
het linker oog is ontstaan, in elk geval zwaar hoofdletsel),
heeft toegebracht, door met dat opzet,
(naar aanleiding van een (vermeend) incident met betrekking tot het
uitdagen/opruien van een of meerdere hond(en) en teneinde de voor voornoemd
(vermeend) incident aansprakelijke personen na te sporen),
als bestuurster van een (personen)auto, daarmee rijdende,
- een of meerdere fietsende perso(o)n(en) (waaronder die [slachtoffer 1])
over een of meerdere weg(en) in [pleegplaats] heeft achtervolgd en/of
(nadat verdachte die fietsende personen kennelijk uit het oog had verloren)
- een of meerdere andere perso(o)n(en) heeft aangesproken met de vraag waar die
een of meerdere fietsende pers(o)n(en) was/waren gebleven en/of (vervolgens)
- na aanwijzingen daartoe is gereden in de richting van de sporthal ([naam])
en/of (vervolgens), ter hoogte van de weg, de [weg], aldaar,
nadat die [slachtoffer 1] en/of een of meerdere andere perso(o)n(en) als
bestuurder(s) van zijn/hun fiets(en) een aldaar gelegen voetpad/fietspad
(dat toegang geeft tot een terrein rond een aldaar aanwezige sporthal
([naam])) was/waren opgereden, (teneinde aan de achtervolging door
verdachte te ontkomen en een veilig heenkomen te zoeken), (vervolgens),
- in plaats van op een normale en veilige wijze verdachtes weg op de voor
auto's bestemde rijbaan te vervolgen, toen aldaar, (vervolgens)
- ( met een aanzienlijke snelheid, althans een snelheid die te hoog was voor
een veilig verkeer ter plaatse,) met die door verdachte bestuurde
(personen)auto dat aldaar gelegen voetpad/fietspad is opgereden en/of
(vervolgens)
- die fietsende [slachtoffer 1] en/of een of meerdere andere perso(o)nen op
dat voetpad/fietspad (verder) heeft achtervolgd en/of (vervolgens)
- ( met (nagenoeg) onverminderde snelheid, althans met een snelheid die hoger
was dan de snelheid van die vóór verdachte fietsende [slachtoffer 1]),
met die door verdachte bestuurde (personen)auto tegen die [slachtoffer 1]
en/of de door hem bestuurde fiets en/of een aldaar aanwezige lantaarnpaal is
aangereden/opgebotst,
ten gevolge waarvan die [slachtoffer 1] door de lucht vloog en (vervolgens)
(onder meer met zijn hoofd) op dat/een voetpad/fietspad terecht is gekomen,
althans is gevallen, en/of die [slachtoffer 1] met zijn hoofd tegen (een deel
van) die lantaarnpaal is terechtgekomen en/of die lantaarnpaal geheel of
gedeeltelijk op/tegen het hoofd van die [slachtoffer 1] terecht is gekomen;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
zij op of omstreeks 10 augustus 2014 te [pleegplaats], in elk geval in de
gemeente De Friese Meren, als verkeersdeelnemer,
namelijk als bestuurster van een motorrijtuig (personenauto), daarmede
rijdende over de weg de [weg] en/of een nabij gelegen voetpad/fietspad
(dat toegang geeft tot een terrein rond een aldaar aanwezige sporthal
([naam])),
zich zodanig heeft gedragen dat een aan haar schuld te wijten verkeersongeval
heeft plaatsgevonden,
immers heeft/is verdachte met dat door haar bestuurde motorrijtuig
(personenauto) roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk,
onvoorzichtig en/of onoplettend,
(naar aanleiding van een (vermeend) incident met betrekking tot het
uitdagen/opruien van een of meerdere hond(en) en teneinde de voor voornoemd
(vermeend) incident aansprakelijke personen na te sporen),
- een of meerdere fietsende perso(o)n(en) (waaronder [slachtoffer 1])
over een of meerdere weg(en) in [pleegplaats] achtervolgd en/of
(nadat verdachte die fietsende personen kennelijk uit het oog had verloren)
- een of meerdere andere perso(o)n(en) aangesproken met de vraag waar die een
of meerdere fietsende pers(o)n(en) was/waren gebleven en/of (vervolgens)
- na aanwijzingen daartoe gereden in de richting van de sporthal ([naam])
aldaar, en/of (vervolgens), ter hoogte van de weg, de [weg], aldaar,
nadat [slachtoffer 1] en/of een of meerdere andere perso(o)n(en) als
bestuurder(s) van zijn/hun fiets(en) een aldaar gelegen voetpad/fietspad
(dat toegang geeft tot een terrein bij een aldaar aanwezige sporthal
([naam])) was/waren opgereden, (teneinde aan de achtervolging door
verdachte te ontkomen en een veilig heenkomen te zoeken), (vervolgens)
- in plaats van op een normale en veilige wijze haar weg op de voor auto's
bestemde rijbaan te vervolgen, toen aldaar, (vervolgens)
- ( met een aanzienlijke snelheid, althans een snelheid die te hoog was voor
een veilig verkeer ter plaatse,) met dat door verdachte bestuurde
motorrijtuig (personenauto) dat voetpad/fietspad opgereden en/of
(vervolgens)
- die fietsende [slachtoffer 1] op dat voetpad/fietspad met dat motorrijtuig
(personenauto) achtervolgd en/of (vervolgens)
- ( met (nagenoeg) onverminderde snelheid, althans met een snelheid die hoger
was dan de snelheid van die vóór verdachte fietsende [slachtoffer 1]),
met dat motorrijtuig (personenauto) tegen die [slachtoffer 1] en/of de door
hem bestuurde fiets en/of een aldaar aanwezige lantaarnpaal
aangereden/opgebotst,
ten gevolge waarvan die [slachtoffer 1] door de lucht vloog en (vervolgens)
(onder meer met zijn hoofd) op dat/een voetpad/fietspad terecht is gekomen,
althans is gevallen, en/of die [slachtoffer 1] met zijn hoofd tegen (een deel
van) die lantaarnpaal is terechtgekomen en/of die lantaarnpaal geheel of
gedeeltelijk op/tegen het hoofd van die [slachtoffer 1] terecht is gekomen,
waardoor een ander, genaamd [slachtoffer 1] zwaar lichamelijk letsel, te weten
meerdere schedelfracturen en/of een fractuur van de wand van een oogkas en/of
een fractuur van de buitenste wand van de linker neusbijholte en/of een
bloeding tussen de schedelbot en de harde hersenvlies en/of bloedingen in het
overgangsgebied van een deel van de hersenstam en/of meerdere bloedingen en
kneuzingen van het hersenweefsel en/of een bloeding rond de linker oogzenuw,
waardoor een (mogelijk blijvende) visusbeperking van het linker oog, in elk
geval zwaar hoofdletsel, is ontstaan, en/of zodanig lichamelijk letsel werd
toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening
van de normale bezigheden is ontstaan;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
zij op of omstreeks 10 augustus 2014 te [pleegplaats], in elk geval in de
gemeente De Friese Meren,
(naar aanleiding van een (vermeend) incident met betrekking tot het
uitdagen/opruien van een of meerdere hond(en) en teneinde de voor voornoemd
(vermeend) incident aansprakelijke personen na te sporen),
als bestuurster van een motorrijtuig (personenauto), daarmee rijdende,
- meerdere fietsende perso(o)n(en), waaronder een persoon genaamd [slachtoffer 1]
, op een of meerdere weg(en) in [pleegplaats] heeft achtervolgd
en/of (nadat verdachte die fietsende personen kennelijk uit het oog had
verloren) (vervolgens)
- na aanwijzingen daartoe is gereden in de richting van de sporthal ([naam])
en/of (vervolgens), ter hoogte van de weg, de [weg], aldaar,
nadat die [slachtoffer 1] en/of een of meerdere andere perso(o)n(en) als
bestuurder(s) van de door hem/hen bestuurde fiets(en) een aldaar gelegen
voetpad/fietspad (dat toegang geeft tot een terrein bij een aldaar
aanwezige sporthal ([naam])) was/waren opgereden, (teneinde aan de
achtervolging door verdachte te ontkomen en een veilig heenkomen te zoeken),
(vervolgens)
- in plaats van op een normale en veilige wijze verdachtes weg op de voor
auto's bestemde rijbaan te vervolgen, toen aldaar, (vervolgens)
- ( met een aanzienlijke snelheid, althans een snelheid die te hoog was voor
een veilig verkeer ter plaatse,) met dat door verdachte bestuurde
motorrijtuig (personenauto) dat aldaar gelegen voetpad/fietspad is opgereden
en/of (vervolgens)
- die fietsende [slachtoffer 1] en/of een of meerdere andere perso(o)nen op
dat voetpad/fietspad (verder) heeft achtervolgd en/of (vervolgens)
- ( met (nagenoeg) onverminderde snelheid, althans met een snelheid die hoger
was dan de snelheid van die vóór verdachte fietsende [slachtoffer 1]),
met dat door verdachte bestuurde motorrijtuig (personenauto) tegen die
[slachtoffer 1] en/of de door hem bestuurde fiets en/of een aldaar aanwezige
lantaarnpaal is aangereden/opgebotst,
tengevolge waarvan die [slachtoffer 1] door de lucht vloog en (vervolgens)
(onder meer met zijn hoofd) op dat/een voetpad/fietspad terecht is gekomen,
althans is gevallen, en/of die [slachtoffer 1] met zijn hoofd tegen (een deel
van) die lantaarnpaal is terechtgekomen en/of die lantaarnpaal geheel of
gedeeltelijk op/tegen het hoofd van die [slachtoffer 1] terecht is gekomen,
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg(en) werd veroorzaakt,
althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg(en) werd
gehinderd, althans kon worden gehinderd;
zij op of omstreeks 10 augustus 2014 te of bij [pleegplaats], in ieder geval
in de gemeente De Friese Meren,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk
[slachtoffer 2] van het leven te beroven, met dat opzet
(naar aanleiding van een (vermeend) incident met betrekking tot het
uitdagen/opruien van een of meerdere hond(en) en teneinde de voor voornoemd
(vermeend) incident aansprakelijke personen na te sporen),
als bestuurster van een (personen)auto, daarmee rijdende,
- een of meerdere fietsende perso(o)n(en) (waar onder die [slachtoffer 2])
over een of meerdere weg(en) heeft achtervolgd en/of
(nadat verdachte die fietsende personen kennelijk uit het oog had verloren)
- een of meerdere andere perso(o)n(en) heeft aangesproken met de vraag waar
die een of meerdere fietsende personen was/waren gebleven en/of (vervolgens)
- na aanwijzingen daartoe is gereden in de richting van de sporthal ([naam])
en/of (vervolgens), ter hoogte van de weg, de [weg], aldaar,
nadat die [slachtoffer 2] en/of een of meerdere andere perso(o)n(en) als
bestuurder(s) van zijn/hun fiets(en) een aldaar gelegen voetpad/fietspad
(dat toegang geeft tot een terrein rond een aldaar aanwezige sporthal
([naam])) was/waren opgereden, (teneinde aan de achtervolging door
verdachte te ontkomen en een veilig heenkomen te zoeken), (vervolgens)
- in plaats van op een normale en veilige wijze verdachtes weg op de voor
auto's bestemde rijbaan te vervolgen, toen aldaar, (vervolgens)
- ( met een aanzienlijke snelheid, althans een snelheid die te hoog was voor
een veilig verkeer ter plaatse,) met die door verdachte bestuurde
(personen)auto dat aldaar gelegen voetpad/fietspad is opgereden en/of
(vervolgens)
- die fietsende [slachtoffer 2] en/of een of meerdere andere perso(o)nen op
dat voetpad/fietspad (verder) heeft achtervolgd en/of (vervolgens)
- ( met (nagenoeg) onverminderde snelheid, althans met een snelheid die hoger
was dan de snelheid van die vóór verdachte fietsende [slachtoffer 2]),
met die door verdachte bestuurde (personen)auto tegen die [slachtoffer 2]
en/of de door hem bestuurde fiets en/of een aldaar aanwezige lantaarnpaal is
aangereden/opgebotst,
ten gevolge waarvan die [slachtoffer 2] geheel of gedeeltelijk onder die
(personen)auto terecht is gekomen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
zij op of omstreeks 10 augustus 2014 te of bij [pleegplaats], in ieder geval
in de gemeente De Friese Meren,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon,
te weten [slachtoffer 2], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te
brengen, met dat opzet
(naar aanleiding van een (vermeend) incident met betrekking tot het
uitdagen/opruien van een of meerdere hond(en) en teneinde de voor voornoemd
(vermeend) incident aansprakelijke personen na te sporen),
als bestuurster van een (personen)auto, daarmee rijdende,
- een of meerdere fietsende perso(o)n(en) (waar onder die [slachtoffer 2])
over een of meerdere weg(en) heeft achtervolgd en/of
(nadat verdachte die fietsende personen kennelijk uit het oog had verloren)
- een of meerdere andere perso(o)n(en) heeft aangesproken met de vraag waar
die een of meerdere fietsende personen was/waren gebleven en/of (vervolgens)
- na aanwijzingen daartoe is gereden in de richting van de sporthal ([naam])
en/of (vervolgens), ter hoogte van de weg, de [weg], aldaar,
nadat die [slachtoffer 2] en/of een of meerdere andere perso(o)n(en) als
bestuurder van zijn/hun fiets(en) een aldaar gelegen voetpad/fietspad (dat
toegang geeft tot een terrein bij een aldaar aanwezige sporthal ([naam]))
was/waren opgereden, (teneinde aan de achtervolging door verdachte te
ontkomen en een veilig heenkomen te zoeken), (vervolgens)
- in plaats van op een normale en veilige wijze verdachtes weg op de voor
auto's bestemde rijbaan te vervolgen, toen aldaar, (vervolgens)
- ( met een aanzienlijke snelheid, althans een snelheid die te hoog was voor
een veilig verkeer ter plaatse,) met die door verdachte bestuurde
(personen)auto dat aldaar gelegen voetpad/fietspad is opgereden en/of
(vervolgens)
- die fietsende [slachtoffer 2] en/of een of meerdere andere perso(o)n(en)
op dat voetpad/fietspad (verder) heeft achtervolgd en/of (vervolgens)
- ( met (nagenoeg) onverminderde snelheid, althans met een snelheid die hoger
was dan de snelheid van die vóór verdachte fietsende [slachtoffer 2]),
met die door verdachte bestuurde (personen)auto tegen die [slachtoffer 2]
en/of de door hem bestuurde fiets en/of een aldaar aanwezige lantaarnpaal is
aangereden/opgebotst,
ten gevolge waarvan die [slachtoffer 2] geheel of gedeeltelijk onder die
(personen)auto terecht is gekomen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
zij op of omstreeks 10 augustus 2014 te [pleegplaats], in elk geval in de
gemeente De Friese Meren,
(naar aanleiding van een (vermeend) incident met betrekking tot het
uitdagen/opruien van een of meerdere hond(en) en teneinde de voor voornoemd
(vermeend) incident aansprakelijke personen na te sporen),
als bestuurster van een voertuig/motorrijtuig (personenauto), daarmee rijdende,
- meerdere fietsende perso(o)n(en), waaronder een persoon genaamd [slachtoffer 2]
, op een of meerdere weg(en) in [pleegplaats] heeft achtervolgd
en/of (nadat verdachte die fietsende personen kennelijk uit het oog had
verloren) (vervolgens)
- na aanwijzingen daartoe is gereden in de richting van de sporthal ([naam])
en/of (vervolgens), ter hoogte van de weg, de [weg], aldaar,
nadat die [slachtoffer 2] en/of een of meerdere andere perso(o)n(en) met de
door hem/hen bestuurde fiets(en) een aldaar gelegen voetpad/fietspad (dat
toegang geeft tot een terrein bij een aldaar aanwezige sporthal ([naam]))
was/waren opgereden, (teneinde aan de achtervolging door verdachte te
ontkomen en een veilig heenkomen te zoeken), (vervolgens)
- in plaats van op een normale en veilige wijze verdachtes weg op de voor
auto's bestemde rijbaan te vervolgen, toen aldaar, (vervolgens)
- ( met een aanzienlijke snelheid, althans een snelheid die te hoog was voor
een veilig verkeer ter plaatse,) met dat door verdachte bestuurde
motorrijtuig (personenauto) dat aldaar gelegen voetpad/fietspad is opgereden
en/of (vervolgens)
- die fietsende [slachtoffer 2] en/of een of meerdere andere perso(o)n(en)
op dat voetpad/fietspad (verder) heeft achtervolgd en/of (vervolgens)
- ( met (nagenoeg) onverminderde snelheid, althans met een snelheid die hoger
was dan de snelheid van die vóór verdachte fietsende [slachtoffer 2]),
met dat door verdachte bestuurde motorrijtuig (personenauto) tegen die [slachtoffer 2]
en/of de door hem bestuurde fiets en/of een aldaar aanwezige
lantaarnpaal is aangereden/opgebotst,
ten gevolge waarvan die [slachtoffer 2] geheel of gedeeltelijk onder dat
motorrijtuig (personenauto) terecht is gekomen,
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt,
althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd,
althans kon worden gehinderd;
In de tenlastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.
Bewijsoverweging
In deze zaak staat vast dat verdachte met haar auto [slachtoffer 1] heeft aangereden en een zogenoemde botsingsvriendelijke lantaarnpaal omver heeft gereden alsook dat [slachtoffer 2] met zijn fiets onder de auto van de verdachte terecht is gekomen. Centraal staat de vraag of verdachte moedwillig op voornoemde jongens is ingereden met de opzet hen van het leven te beroven (poging doodslag) dan wel of verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een meer of minder ernstige verkeersfout met verstrekkende gevolgen voor met name [slachtoffer 1]. Het essentiële verschil tussen de poging doodslag en de verkeersfout is de opzet op de dood die voor de poging doodslag vereist is. Bij de verkeersfout gaat het niet om opzet maar om schuld. Dit verschil heeft gevolgen voor de strafoplegging in die zin dat doorgaans voor poging doodslag aanmerkelijk hogere straffen worden opgelegd dan voor verkeersfouten met ernstige gevolgen.
Uit het dossier en hetgeen verdachte ter zitting heeft verklaard, volgt niet dat verdachte de uitdrukkelijke bedoeling heeft gehad om de slachtoffers van het leven te beroven. De rechtbank acht derhalve niet bewezen dat verdachte zogenoemd "vol" opzet had op de dood van de jongens. Onder opzet wordt echter ook begrepen “voorwaardelijk” opzet. Daarom moet worden beoordeeld of verdachte voorwaardelijk opzet had op de dood. De rechtbank zal hierna tot het oordeel komen dat niet vastgesteld kan worden dat verdachte voorwaardelijk opzet op de dood van de jongens had en zal haar derhalve vrijspreken van de tenlastegelegde poging doodslag.
De rechtbank komt op grond van het volgende tot die conclusie.
Voorwaardelijk opzet op een bepaald gevolg - in dit geval de dood van het slachtoffer - is aanwezig indien de verdachte willens en wetens de aanmerkelijke kans op dat gevolg heeft aanvaard. Voor de vaststelling daarvan is niet alleen vereist dat de verdachte wetenschap heeft van de aanmerkelijke kans dat het gevolg zal intreden, maar ook dat zij die kans ten tijde van de gedraging bewust heeft aanvaard (op de koop toe heeft genomen). Onvoldoende is dus als de verdachte zich wel bewust was van die kans maar dat de verdachte ervan is uitgegaan dat die kans zich niet zou realiseren.
Naar algemene ervaringsregels is de kans dat de gedragingen van de verdachte tot een ongeval met dodelijke afloop leiden aanmerkelijk te achten. De rechtbank gaat er in deze zaak dan ook van uit dat verdachte wetenschap had van die aanmerkelijke kans.
Vervolgens dient de rechtbank de vraag te beantwoorden of verdachte deze aanmerkelijke kans ook bewust heeft aanvaard.
De officier van justitie is van oordeel dat dit wel het geval is en heeft daarom veroordeling voor poging doodslag gevorderd. De handelwijze van verdachte was naar zijn oordeel naar haar uiterlijke verschijningsvorm zozeer gericht op de dood van de jongens, dat het niet anders kan dan dat verdachte de aanmerkelijke kans op de dood bewust heeft aanvaard. Van contra-indicaties voor deze bewuste aanvaarding is naar het oordeel van de officier van justitie geen sprake.
De raadsman van verdachte heeft aangevoerd dat er geen sprake was van bewuste aanvaarding van de aanmerkelijke kans op de dood van beide jongens.
Er was sprake van een te relativeren snelheid waarmee verdachte heeft gereden. Voorts kan niet worden vastgesteld dat verdachte niet heeft geremd en het pad waarop het gebeuren zich heeft afgespeeld, was niet aangeduid met een verkeersbord waardoor het gemarkeerd werd als een fiets- of voetpad. Het was daarom een pad dat op zichzelf voor automobilisten vrij toegankelijk was.
Verdachte heeft zich direct nadat het feit had plaatsgevonden erg bezorgd geuit en verklaard dat zij de gevolgen nooit heeft gewild. Zij wilde de jongens enkel aanspreken op hun gedrag en heeft daarbij een inschattingsfout gemaakt.
De rechtbank stelt voorop dat bij de beoordeling van de vraag of verdachte bewust de aanmerkelijke kans op de dood van de jongens heeft aanvaard, naast de verklaringen van verdachte, eveneens meewegen de feitelijke omstandigheden van het geval, waarbij de aard van de gedragingen en de omstandigheden waaronder deze zijn verricht van belang zijn. Het kan zo zijn dat de gedragingen van een verdachte naar hun uiterlijke verschijningsvorm kunnen worden aangemerkt als zozeer gericht op het gevolg dat het - ondanks een andersluidende verklaring van verdachte en behoudens aanwijzingen voor het tegendeel - niet anders kan zijn geweest dan dat de verdachte willens en wetens de aanmerkelijke kans op het gevolg heeft aanvaard.
Verdachte heeft verklaard dat zij op zoek is gegaan naar de jongens omdat zij ze wilde aanspreken op hun gedrag. Verdachte heeft aangegeven dat zij, hoewel zij zich weinig tot niets kan herinneren van de aanrijdingen en de secondes daarvoor, op geen enkel moment de jongens iets aan heeft willen doen.
De rechtbank stelt op grond van het dossier en het ter zitting besprokene vast dat verdachte met de door haar bestuurde auto op zoek is gegaan naar de groep jongens waarvan de latere slachtoffers deel uit maakten. Deze groep had zich volgens de verdachte al langere tijd schuldig gemaakt aan het treiteren van haar honden. Nadat verdachte de groep uit het oog was verloren, werd zij door een getuige gewezen op de plaats waar de groep zich zou bevinden. Daar aangekomen, zag zij de groep jongens zitten aan het begin van een pad. De jongens zagen verdachte in haar auto aan komen rijden en sloegen per fiets op de vlucht waarbij [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] iets achterop raakten ten opzichte van de anderen. Daarop sloeg verdachte af en reed zij dit pad in. Na een achtervolging op het steeds smaller wordende pad heeft de verdachte met haar auto [slachtoffer 1] aangereden en een zogenoemde botsingsvriendelijke lantaarnpaal omver gereden. [slachtoffer 2] kwam met zijn fiets onder de auto van verdachte terecht.
Door de Dienst Regionale Recherche Forensische Opsporing, afdeling Verkeersongevalsanalyse (verder: VOA) is onderzoek verricht naar de het verloop van voornoemde gebeurtenissen. De resultaten zijn neergelegd in een proces-verbaal Verkeersongevalsanalyse (verder: het onderzoek). Op verzoek van de raadsman van verdachte is naar aanleiding van het onderzoek door een gerechtelijk deskundige, [deskundige] van MVOA, nader onderzoek verricht waar op haar beurt door VOA is gereageerd.
Uit het onderzoek leidt de rechtbank het volgende af.
Gezien het gebrek aan specifieke contactsporen kan -hoewel dat niet zeer voor de hand liggend lijkt- niet worden uitgesloten dat [slachtoffer 2] niet is aangereden, maar dat hij zelf ten val is gekomen, waarna hij met zijn fiets onder de auto terecht is gekomen. De door verdachte gereden snelheid op het moment van aanvang van de krassporen op het wegdek, veroorzaakt door de fiets van [slachtoffer 2] die onder de auto van verdachte terecht was gekomen, lag tussen de 18 en 27 kilometer per uur (verder: km/u). De botsing met [slachtoffer 1] vond plaats kort voordat de auto tot stilstand kwam op de omver gereden lantaarnpaal. Op het moment van de botsing met de lantaarnpaal lag de snelheid tussen de 15 en 25 km/u. Omdat zowel de fiets van [slachtoffer 1] als de auto geringe schade had, was er sprake van een klein snelheidsverschil tussen beiden op het moment van de botsing.
Voorts wordt door onderzoekers geconcludeerd dat de gereden snelheid eerder op het pad meest waarschijnlijk op enig moment tussen de 30 en 40 km/u moet hebben gelegen. Dit wordt afgeleid uit het feit dat verdachte, om de fietsers te kunnen naderen en gezien de te overbruggen afstand, een hogere snelheid gehad moet hebben ten opzichte van de fietsers.
Of verdachte heeft geremd kan bevestigd noch uitgesloten worden. Of verdachte een uitwijkende beweging heeft gemaakt blijkt eveneens niet uit het verrichte onderzoek. De bandensporen in het gras zouden daartoe een aanwijzing kunnen zijn, maar de onderzoekers gaan niet in op de betekenis van deze sporen.
Nu uit de verklaring van verdachte niet blijkt van een bewuste aanvaarding van de aanmerkelijke kans dat de jongens door haar gedraging om het leven zouden kunnen komen dan wel zwaar letsel zouden bekomen, zal de rechtbank bij haar beoordeling voornoemde feiten en omstandigheden betrekken.
De rechtbank stelt enerzijds vast dat in de gedragingen van de verdachte aanwijzingen kunnen worden gevonden die er op duiden dat zij het gevolg van haar handelen op de koop toe heeft genomen. Verdachte, heeft terwijl zij in een geëmotioneerde geestestoestand achter het stuur zat, na een zoektocht van enige duur met een opgefokte rijstijl en een te hoge snelheid op een steeds smaller wordend pad gereden. Op dat pad heeft zij met haar auto de fietsende jongens achtervolgd en heeft zij onvoldoende afstand gehouden. Zij heeft een gevaarlijke situatie doen ontstaan, waardoor het tot de hiervoor omschreven gevolgen is gekomen.
De rechtbank stelt anderzijds vast dat de onderzoeksresultaten elementen bevatten die de lezing van de verdachte kunnen ondersteunen en ruimte zouden kunnen bieden voor de conclusie dat zij niet de aanmerkelijke kans op de dood van de jongens heeft aanvaard.
- Uitgaande van het onderzoek is sprake geweest van snelheidsvermindering. Op enig moment op het pad heeft de snelheid van verdachte tussen de 30 en 40 km/u gelegen, terwijl de onderzoekers bij de aanvang van de krassporen een snelheid aangeven tussen de 18 en 27 km/u.
- De VOA geeft geen verklaring voor de sporen die de linker wielen van de auto in de berm hebben achtergelaten en die zouden kunnen duiden op een uitwijkende beweging.
- Niet vast is komen te staan hoe [slachtoffer 2] ten val is gekomen. De VOA sluit niet uit dat [slachtoffer 2] niet is aangereden, maar dat hij zelf ten val is gekomen. [slachtoffer 2] heeft weliswaar zelf verklaard dat hij is aangereden, maar deze verklaring vindt onvoldoende steun in de onderzoeksresultaten.
Het voorgaande brengt de rechtbank tot de conclusie dat niet uitgesloten kan worden dat verdachte op enig moment bewust snelheid heeft verminderd, heeft geremd of een uitwijkende beweging heeft gemaakt, om een aanrijding te voorkomen. Mogelijk heeft zij gereageerd op een val van [slachtoffer 2] door – weliswaar onvoldoende – te remmen en/of uit te wijken. Ook mogelijk is dat zij al voor de val of aanrijding van [slachtoffer 2] snelheid heeft geminderd of heeft geremd.
Dergelijke handelingen zouden gezien kunnen worden als contra-indicaties voor bewuste aanvaarding van de aanmerkelijke kans op een aanrijding met dodelijke gevolgen. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat de VOA tot de conclusie komt dat slechts sprake was van een gering verschil in snelheid tussen verdachte en de fietsers.
De rechtbank komt, alle feiten en omstandigheden afwegend, tot de conclusie dat op grond van het dossier en het ter terechtzitting besprokene, niet is komen vast te staan dat verdachte de aanmerkelijke kans op de dood van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] bewust heeft aanvaard.
De rechtbank zal verdachte als reeds overwogen daarom vrijspreken van de onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde poging tot doodslag. Voorts zal de rechtbank verdachte om dezelfde reden vrijspreken van de onder 1 subsidiair ten laste gelegde zware mishandeling daar waar het gaat om de gedragingen verricht jegens [slachtoffer 1] en de onder 2 subsidiair ten laste gelegde poging tot zware mishandeling, daar waar het gaat om gedragingen verricht jegens [slachtoffer 2].
De rechtbank komt vervolgens toe aan de beoordeling of verdachte een verkeersfout heeft begaan. Aan verdachte is onder 1 meer subsidiair ten laste gelegd dat zij zich schuldig heeft gemaakt aan overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, in die zin dat zij zich zodanig heeft gedragen dat een aan haar schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, ten gevolge waarvan [slachtoffer 1] zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen.
De raadsman heeft aangevoerd dat de onder 1 meer subsidiair ten laste gelegde overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet wettig en overtuigend bewezen kan worden, in die zin dat sprake was van zeer, althans aanmerkelijk onvoorzichtig rijgedrag. Ten aanzien van de onder 2 meer subsidiair ten laste gelegde overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet refereert de raadsman zich aan het oordeel van de rechtbank.
Met het oog op de geldende jurisprudentie ter zake is de rechtbank, met de raadsman, van oordeel dat de gedragingen van verdachte niet gekwalificeerd kunnen worden als roekeloosheid, zijnde de zwaarste vorm van schuld. De rechtbank is evenwel van oordeel dat verdachte, zoals eveneens is tenlastegelegd, zeer onvoorzichtig heeft gereden en daarmee schuld heeft aan het feit dat [slachtoffer 1] zwaar lichamelijk letsel heeft bekomen. De rechtbank acht het onder 1 meer subsidiair ten laste gelegde feit dan ook wettig en overtuigend bewezen.
Nu het letsel van [slachtoffer 2] juridisch gezien niet gekwalificeerd kan worden als zwaar lichamelijk letsel, is ten aanzien van gedragingen verricht jegens hem aan verdachte onder 2 meer subsidiair overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994 ten laste gelegd. Dit houdt in dat verdachte door haar gedragingen gevaar op de weg heeft veroorzaakt.
De rechtbank acht dit feit eveneens wettig en overtuigend bewezen.