Verweerder heeft eiser bij brief van 21 mei 2010 als volgt geïnformeerd:
“Op 18 februari 2008 heb ik u een brief gestuurd waarin ik u verzocht heb aangifte te doen van een intracommunautaire verwerving van een nieuw vervoermiddel, namelijk een polyester zeiljacht, type [type], gebouwd in 2005 door [jachtwerf]. Het schip is door u betaald en afgehaald bij de werf in Engeland. Vervolgens is het nieuwe vervoermiddel door u op 29 mei overgebracht naar Nederland.
U heeft op mijn verzoek om aangifte te doen, een nihil aangifte ingediend vergezeld met een schrijven van de [gemachtigde eiser] van [advieskantoor]. Uit de aangifte volgt dat u
waarschijnlijk meent dat op basis van de bij de [gemachtigde eiser] ‘bekende feiten en omstandigheden’ het jacht is ingevoerd door [A] en ‘dat er in onderhavige geval geen sprake kan zijn van een intracommunautaire verwerving’.
Zoals u weet zijn de handelingen van [A] onderdeel van een door u met [A] aangegane belastingbesparende constructie. Op basis van jurisprudentie kunnen dergelijke constructies beschouwd worden als “misbruik van recht”. Voor de toepassing van het fiscale recht worden dan met de gekunstelde rechtshandelingen geen rekening gehouden. De door u toegepaste charterconstructie met [A] is onderwerp geweest van een rechterlijke procedure. De douanekamer van de rechtbank van Haarlem heeft onlangs in de uitspraak van 2 april 2010, AWB 08/4855 geoordeeld dat de toegepaste belastingconstructie van [A] misbruik van recht oplevert. Met het conglomeraat van rechtshandeling wordt voor de belastingheffing geen rekening gehouden.
Wat resteert is hetgeen in mijn eerdere brief al is aangegeven namelijk dat u een nieuw vervoermiddel heeft aangeschaft in Engeland.
U heeft de beschikkingsmacht over het voertuig gekregen en het vervolgens overgebracht naar Nederland. Op grond van Hoofdstuk IIA van de Wet op de omzetbelasting heeft u een intracommunautaire verwerving verricht. De verschuldigde belasting is: 19% van 3.871.945,- = € 735.669,-.
Ik zal voor dit bedrag over twee weken een naheffingsaanslag opleggen. Voor u bestaat de
mogelijkheid om de komende twee weken op dit voornemen te reageren.”.