Bij brief d.d. 30 augustus 2013 aan SOZOG heeft OGAR bezwaar gemaakt tegen de aanbestedingsdocumenten in de onderhavige Europese openbare aanbesteding.
Daarin heeft OGAR het volgende gesteld:
'Naar de mening van OGAR is geen sprake meer van een daadwerkelijke mededinging voor inschrijvers die met een composteringstechniek willen inschrijven op voornoemde aanbesteding. Naar de mening van OGAR wordt door de aanbestedende dienst geheel ten onrechte een disproportioneel onderscheid gemaakt tussen composteringstechnieken en vergistingstechnieken. Door dit duurzaamheidscriterium worden vergistingstechnieken zo sterk bevoordeeld boven composteringstechnieken, vergistingtechnieken krijgen op niet nader onderbouwde duurzaamheidsgronden 9 tot 15 punten meer dan composteringstechnieken, dat het uitgesloten is, dat met een composteringstechniek nog op bedrijfseconomisch verantwoorde wijze een prijsaanbieding kan worden gedaan, waarmee het verschil in punten op grond van het duurzaamheidscriterium kan worden gecompenseerd.
OGAR is van mening dat geheel ten onrechte een substantieel onderscheid wordt gemaakt tussen composteren enerzijds en vergisten anderzijds. Het uitgangspunt van het landelijk overheidsbeleid op het gebied van afval is neergelegd in het Landelijk Afvalbeheerplan en houdt in, dat de hoogwaardigheid van de verschillende verwerkingstechnieken van gescheiden ingezameld groente-, fruit- en tuinafval van huishoudens niet significant verschilt. Dit is onder meer uiteengezet in het bij het Landelijk Afvalbeheerplan behorende sectorplan 6 met de titel “Gescheiden ingezameld groente-, fruit- en tuinafval van huishoudens”. Dit sectorplan is aan dit bezwaarschrift toegevoegd. Het maken van een onderscheid tussen composteren en vergisten van maximaal 15 punten kan op geen enkele wijze rechtvaardiging vinden in objectieve duurzaamheidscriteria. Inschrijvers met een vergistingstechniek worden ten onrechte bevoordeeld en inschrijvers met een composteringstechniek worden ten onrechte benadeeld, en wel zodanig, dat zij de facto worden uitgesloten van mededinging.
Indien duurzaamheidscriteria worden meegewogen in de beoordeling van de inschrijvingen, dan moet naar de mening van OGAR overigens ook het duurzaamheidsaspect van de langere transportafstanden bij aanbiedingen met natransport worden meegewogen.
Namens OGAR is bij de Inlichtingen al de vraag aan de orde gesteld omtrent de rechtvaardigheid van het grote verschil in puntentoekenning tussen aangeboden composteringstechnieken en aangeboden vergistingstechnieken. In de Nota van Inlichtingen wordt helaas geen inhoudelijk antwoord gegeven op deze vraag. OGAR was ten tijde
van de vraagstelling al van mening, dat de gestelde duurzaamheidseis disproportioneel was. Doordat naar aanleiding van de Nota van Inlichtingen de puntentoekenning bij de onderdelen “verwerkingskosten” en “transportkosten” is gewijzigd, heeft de puntentoekenning op grond van het duurzaamheidscriterium een doorslaggevende invloed gekregen waardoor, als hiervoor aangegeven, de mededinging voor composteerders de facto is uitgesloten. Het compenseren van 9 tot 15 punten op grond van het duurzaamheidscriterium toegekend aan een inschrijver met een vergistingstechniek was op grond van de “oude” puntentoekenning voor “verwerkingskosten” en transportkosten” wellicht nog bedrijfseconomisch verantwoord mogelijk, met de nieuwe puntentoekenning is dat uitgesloten. Dit maakt de disproportionaliteit van het duurzaamheidscriterium manifest.
OGAR maakt bezwaar tegen het onrechtmatig voordeel dat inschrijvers met een vergistingstechniek ondervinden ten gevolge van het duurzaamheidscriterium ten opzichte van inschrijvers als OGAR met een composteringstechniek. OGAR verzoekt de aanbestedende dienst de disproportionaliteit van het duurzaamheidscriterium teniet te doen. OGAR verzoekt de diverse criteria dusdanig te wijzigen c.q. te herstellen dat weer sprake kan zijn van een daadwerkelijke mededinging.
OGAR is op de hoogte van de inhoud van Deel II.13 van de Offerteaanvraag ten behoeve van de Europese openbare aanbesteding Raamovereenkomst Verwerking Gft-afval. Indien de aanbestedende dienst niet aan de gerechtvaardigde eisen van OGAR wenst tegemoet te komen, zal door OGAR tijdig een procedure aanhangig worden gemaakt bij de bevoegde voorzieningenrechter en zal zij de aanbestedende dienst daarvan tijdig op
de hoogte stellen middels het betekenen van een dagvaarding.
OGAR vertrouwt erop, dat haar gerechtvaardigde eisen worden ingewilligd en dat zij op basis van een eerlijke mededinging een passende aanbieding kan doen aan de aanbestedende dienst.'