RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/994516-13 (Promis)
Uitspraakdatum: 15 november 2013
Tegenspraak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van
1 november 2013 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] (Duitsland),
zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland,
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Zwaag te Zwaag.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. M.C.A. Plantenga en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. B.Y. de Boer, advocaat te Haarlem, naar voren hebben gebracht.
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is tenlaste gelegd dat:
Feit 1:
hij op of omstreeks 30 juli 2013 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, althans in Nederland, al dan niet opzettelijk, samen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, (een) dier(en), behorende tot een beschermde uitheemse diersoort, te weten:
- 10, althans één of meer, borstelkoppapegaai(en) (Psittrichas fulgides) en/of
- 9, althans één of meer, kleine en/of grote paradijsvogel(s) (Paradisaeidae spp.) en/of
- 4, althans één of meer, duyvenbode lori('s) (Chalcopsitta duivenbodei) heeft vervoerd en/of binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht en/of onder zich heeft gehad;
Feit 2:
hij op of omstreeks 30 juli 2013 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, althans
in Nederland, als houder van één of meer dieren, te weten
- 10, althans één of meer, borstelkoppapegaai(en) (Psittrichas fulgides) en/of
- 9, althans één of meer, kleine en/of grote paradijsvogel(s) (Paradisaeidae spp.) en/of
- 4, althans één of meer, duyvenbode lori('s) (Chalcopsitta duivenbodei) al dan niet opzettelijk, samen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, terwijl hij wist of redelijkerwijs had kunnen vermoeden dat door zijn handelen en/of nalaten, een besmetting met danwel de verspreiding van een krachtens artikel 15 van de Gezondheids- en welzijnswet dieren aangewezen besmettelijke dierziekte, te weten Aviaire Influenza (vogelgriep/pest) en/of Newcastle Disease (pseudo-vogelgriep/pest), kan worden veroorzaakt, dergelijk handelen niet achterwege heeft gelaten voorzover zulks in
redelijkheid kan worden gevergd, danwel niet alle maatregelen heeft genomen
die in redelijkheid kunnen worden gevergd, teneinde zodanige besmetting of
verspreiding te voorkomen, danwel indien zodanige besmetting zich voordoet, de
omvang en de gevolgen daarvan zoveel mogelijk heeft beperkt en/of ongedaan
heeft gemaakt, immers heeft hij drieëntwintig (23), althans één of meer, vogel(s) onder zich gehad zonder hygiëne en/of quarantaine en/of diergezondheidsmaatregelen te nemen;
Feit 3:
hij op of omstreeks 30 juli 2013 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, althans in Nederland, samen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, zonder redelijk doel of met overschrijding van hetgeen ter bereiking van zodanig doel toelaatbaar is, bij (een) dier(en), te weten drieëntwintig (23), althans één of meer, vogel(s), pijn en/of letsel heeft veroorzaakt en/of de gezondheid en/of het welzijn van die/dat dier(en) heeft benadeeld en/of als houder van die/dat dier(en) aan die/dat dier(en) de nodige verzorging heeft onthouden door:
- een duur van een vlucht van die vogel(s) van ruim vijftien (15) uur en/of
- die vogel(s) te (laten) vervoeren in kratten/kooien/compartimenten die te
klein waren en/of waarin te weinig ventilatie was en/of waarin geen zitstokken
aanwezig waren, welke kratten/kooien/compartimenten zich bevonden in
(sport)tassen die niet voorzien waren van een aanduiding dat zich daarin (een)
levende dier(en) bevond(en) en/of welke (sport)tassen zijn vervoerd en
behandeld als standaard bagage en/of
- die vogel(s) onder te koude condities te (laten) vervoeren.
2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. Bewijs
3.1. Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten.
3.2. Redengevende feiten en omstandigheden1
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten op grond van het volgende. Verdachte was ten tijde van zijn aanhouding op 30 juli 2013 in het bezit van een telefoontoestel van het merk Blackberry.2 Deze Blackberry was zijn eigendom. 3 Hij en zijn vriendin zijn de enigen die gebruikmaken van deze Blackberry.4 In dit toestel zijn meerdere sms-berichten en chat-berichten aangetroffen. Zo heeft verdachte op 4 juni 2013 om 12:19 uur naar [medeverdachte 2] ge-sms’t: ‘he’s on the way, all good. See you in a couple of days, i go same hotel like last time’ en aan [medeverdachte 3] om 12:20 uur:’All good brother, [medeverdachte 1] friend on the way now : )’.5
Op 6 juni 2013 zijn twee personen aangehouden in Wenen, Oostenrijk, onder meer [medeverdachte 1], wegens het smokkelen van 60 vogels vanuit Bali, Indonesië, via Qatar naar Wenen. Een van deze vogels was drager van het gevaarlijke H5N1 virus, zijnde vogelgriep. Om die reden zijn alle vogels doodgemaakt.6 Verdachte weet dat [medeverdachte 1] op 6 juni 2013 is aangehouden in Wenen.Verdachte is [medeverdachte 1] die dag op het vliegveld tegengekomen en heeft met hem een sigaret gerookt.7
Op 7 juni 2013, om 14:54 uur, om 15.40 uur en om 15:31 uur, heeft verdachte via zijn Blackberry naar [medeverdachte 3] respectievelijk de volgende chatberichten gestuurd :’But bro, was it really [medeverdachte 5]??’ en ‘Let’s talk tomorrow bro, i still so shocked about [medeverdachte 1] and the friend catch’ en om 15.31 uur het chatbericht: ‘Cause i even see them before, when i go in the plane, theo come out, and [medeverdachte 1] and i smoke a ciggaret’.8
Op 10 juni 2013 heeft verdachte met [medeverdachte 2] gechat. [medeverdachte 2] heeft om 8:39 uur aan verdachte het chatbericht gestuurd inhoudende: I’m all the time in my minght about that problem with birds in Vienna’. Een minuut later heeft verdachte daarop geantwoord met: Yes, i know, me too. And i have very great anger in me’ en ‘and now we cant use vienna anymore, cause they know now too’. [medeverdachte 2] heeft daarop ongeveer een minuut later onder meer geantwoord:’Yep that’s right, why the man do it? en ‘i am very sure who is responsible for it’, waarop verdachte een paar seconden later heeft geantwoord:‘He is the only one possible tot do this’. Hierna heeft verdachte een paar seconden later, om 8:42:29 uur en 8:43:34 uur, nog de volgende berichten gestuurd:’But why he do it, in my mind I can not think of anything. But that guy is old and sick in the head’ en Why would you do it?! That guy is a idiot. Makes no sense that you or [medeverdachte 3] or me or [medeverdachte 4] would do it, since we hurt ourselves right’ 9
Op dezelfde dag heeft verdachte ook met [medeverdachte 3] gechat. Zo heeft hij om 7:57 uur naar [medeverdachte 3] het bericht gestuurd: I want to do it, but please please, just in case, don’t tell anyone here i go, now i complete paranoya’ en om 8:16 uur: Ohh okey. Sorry i sound so paranoya bro, but you know me, better to be safe than sorry right bro ; )’.10
Op 12 juni 2013, 10.40 uur, heeft verdachte aan [medeverdachte 3] het chatbericht gestuurd:’but what airport brother, cause now im too scared to go to Vienna airport brother, cause im sure they will have strict control for a while. [medeverdachte 3] heeft daarop geantwoord: [medeverdachte 2] said in kyev, ukraine, can dear airport.. but for the first time 1 don’t want risk you to go there, let him sent man first’.11
Op 30 juli 2013 is verdachte gearriveerd op de luchthaven Schiphol, gemeente Haarlemmermeer. Hij kwam vanuit Bali, Indonesië en was onderweg naar Kiev, Oekraïne.12 In de bagagekelder werd door de douane een tweetal sporttassen op naam van verdachte aangetroffen, waarin zich in kratten 23 vogels, te weten 10 borstelkoppapegaaien, 9 kleine paradijsvogels en 4 duivenbodelori’s, bevonden. Vier vogels zijn overleden bij de eerste inspectie in de aankomsthal, één vogel is kort daarna overleden na de plaatsing in quarantaine en één vogel is later overleden ondanks intensieve verzorging bij Avifauna. Op de tassen zaten geen stickers waaruit afgeleid kon worden dat er levende dieren in de tassen zaten. Verdachte had in een plastic zakje 10 ringen met tekens en nummers erop bij zich.13 De hiervoor genoemde vogelsoorten zijn alle drie beschermde uitheemse vogelsoorten. Verdachte kon geen officiële in- en uitvoercertificaten tonen waarmee de eventuele legaliteit aangetoond zou kunnen worden.14 Het welzijn van deze vogels was duidelijk in het geding. Zo was de duur van de vlucht ruim 15 uur, terwijl de totale reistijd voor de vogels niet meer dan 9 uur mocht bedragen. Ook waren de kooien/compartimenten waarin de vogels zaten te klein, was er te weinig ventilatie, waren er geen zitstokken aanwezig. Verder wees niets aan de buitenkant van de tassen erop dat er levende dieren inzaten, waardoor de koffers met de dieren zijn vervoerd in het ruim tussen de ‘gewone’ bagage. De temperatuur in dat ruim is veel te koud voor de vogels. Er was sprake van overtreding van de veterinaire regels zoals neergelegd in de Gezondheids- en welzijnswet voor Dieren (artikelen 36 en 37), waardoor er kans is op de insleep van besmettelijke dierziekten. Zo waren de vogels niet begeleid door een gezondheidscertificaat en waren de vogels niet geringd, waardoor identificatie niet mogelijk was. Aangezien de vogels niet geringd zijn, lijkt het erop dat de vogels uit het wild gevangen zijn.15 Als soort van dieren bedoeld in artikel 15, eerste lid, onderdeel e van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, worden in artikel 2 onder b van het Besluit aanwijzing diersoorten besmettelijke dierziekten alle diersoorten behorende tot de klasse vogels, aangewezen.16 Als besmettelijke dierziekten als bedoeld in artikel 15 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, worden bij andere vogels dan pluimvee in artikel 7 onder b en c van de Regeling Preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE’s pseudo-vogelpest (Newcastle Disease) en vogelpest (Aviaire Influenza) aangewezen.17Alle drieëntwintig vogels zijn onderzocht op Newcastle Disease en Aviaire Influenza en bleken niet besmet.
Verdachte heeft deze vogels meegenomen in zijn bagage, vanuit Indonesië op verzoek van [medeverdachte 5]. Hij moest deze vogels in Oekraïne overdragen aan een voor hem onbekend persoon. Verdachte is met een zekere [medeverdachte 4] naar de luchthaven op Bali gegaan. [medeverdachte 4] heeft hem aldaar de tassen met vogels overhandigd. Verdachte heeft niet in de tassen gekeken. [medeverdachte 4] is het douanekantoor ingegaan. Verdachte is niet meegegaan naar binnen.18 [medeverdachte 4] heeft het ticket voor de reis van verdachte betaald.19
3.3. Bewijsoverweging
Namens verdachte heeft de raadsman betoogd dat vrijspraak dient te volgen van het onder 1 (opzetvariant), 2 (opzetvariant) en onder 3 ten laste gelegde. Daarbij acht de raadsman van belang dat het alternatieve scenario dat naar voren is gebracht door verdachte, te weten dat hij te goeder trouw was en dat er misbruik van hem is gemaakt door anderen, niet kan worden uitgesloten. Voorts heeft verdachte met betrekking tot feit 1 geen opzet gehad, ook niet in voorwaardelijke zin, op de invoer van 23 beschermde uitheemse vogels. Immers, hij dacht dat het om 10 vogels ging en had geen idee van het soort vogels dat hij vervoerde. Verder kan bij feit 2 de wetenschap of het vermoeden dat door het handelen of nalaten een risico zou ontstaan op besmetting of verspreiding, niet bewezen worden verklaard daar verdachte de vogels voor [medeverdachte 5], een professionele vogelfokker, vervoerde. Hij mocht derhalve veronderstellen dat de benodigde maatregelen betreffende de gezondheid van de vogels, waren getroffen. Bij het onder 3 ten laste gelegde is evenmin sprake geweest van opzet op het benadelen van de gezondheid en het welzijn van de vogels, aldus nog steeds de raadsman van verdachte.
De rechtbank is van oordeel dat het door verdachte naar voren gebrachte alternatieve scenario in het licht van de hiervoor onder 3.2. opgenomen redengevende feiten en omstandigheden en in het bijzonder de uitkomsten van het onderzoek naar de Blackberry van verdachte, onaannemelijk is. Uit de conversaties die verdachte heeft gevoerd via de sms en chat blijkt dat hij behoort tot een netwerk van personen die beschermde uitheemse vogels vanuit Indonesië naar Europa vervoeren. De verklaring die verdachte heeft gegeven voor de belastende berichten in zijn telefoon, te weten dat veel van deze berichten niet door hem zijn geschreven maar door een ander, kennelijk om hem erin te luizen, is naar het oordeel van de rechtbank eveneens volstrekt onaannemelijk. Hierbij is met name van belang dat er sprake is van een zeer kort tijdsbestek, soms zelfs seconden, tussen berichten die worden gevoerd in één conversatie en waarover verdachte verklaart dat hij een deel daarvan wel heeft geschreven maar een deel niet. Niet valt in te zien hoe een ander in een dergelijk kort tijdbestek meermalen in staat kan zijn geweest om sommige berichten tussendoor en zonder medeweten van verdachte te versturen. Ook valt niet in te zien waarom een ander hem voor de onderhavige smokkel erin wil luizen door reeds in juni, dus ver voor de pleegdatum in de onderhavige zaak, via zijn Blackberry berichten te sturen op zijn naam.
De rechtbank gaat er derhalve van uit dat verdachte wist dat de vogels die hij in zijn bagage vervoerde, behoorden tot de beschermde uitheemse diersoorten. Met betrekking tot het aantal vogels, overweegt de rechtbank dat verdachte - uitgaande van de juistheid van zijn verklaringen op dit punt afgelegd ter terechtzitting - niet gecontroleerd heeft hoeveel vogels er in de tassen zaten en zich aldus bewust heeft blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat er meer dan tien vogels in de bagage zouden zitten. Aldus heeft verdachte naar het oordeel van de rechtbank opzettelijk drieëntwintig vogels behorende tot een beschermde en uitheemse diersoort binnen het grondgebied van Nederland gebracht.
Tevens moet verdachte - gelet op het ontbreken van gezondheidscertificaten en in het licht bezien van de mislukte smokkel van uitheemse en beschermde vogels in Wenen op 6 juni 2013 waarvan er één de vogelgriep bleek te hebben - hebben geweten dat door het vervoeren van deze uitheemse, niet geringde vogels naar Europa een besmetting of verspreiding van een besmettelijke dierziekte zoals vogelgriep/pest kon worden veroorzaakt.
Uit de feiten en omstandigheden vloeit voorts voort dat verdachte reeds door de duur van de reis en de wijze van vervoeren, te weten als ‘gewone’ bagage zonder dat aan de buitenkant was te zien dat er levende vogels inzaten, pijn en letsel heeft veroorzaakt, de gezondheid en het welzijn van deze vogels heeft benadeeld en de vogels de nodige zorg heeft onthouden.
3.4. Bewezenverklaring
De rechtbank acht daarmee wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
Feit 1:
hij op 30 juli 2013 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, opzettelijk, samen en in vereniging met anderen, dieren, behorende tot een beschermde uitheemse diersoort, te weten:
- 10 borstelkoppapegaaien (Psittrichas fulgides) en
- 9 kleine paradijsvogels (Paradisaeidae spp.) en
- 4 duyvenbode lori's (Chalcopsitta duivenbodei) heeft vervoerd en binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht en onder zich heeft gehad;
Feit 2:
hij op 30 juli 2013 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, als houder van dieren, te weten
- 10 borstelkoppapegaaien (Psittrichas fulgides) en
- 9 kleine paradijsvogels (Paradisaeidae spp.) en
- 4 duyvenbode lori's (Chalcopsitta duivenbodei) wist dat door zijn handelen en nalaten, een besmetting met danwel de verspreiding van een krachtens artikel 15 van de Gezondheids- en welzijnswet dieren aangewezen besmettelijke dierziekte, te weten Aviaire Influenza (vogelpest) en Newcastle Disease (pseudo-vogelpest), kan worden veroorzaakt, dergelijk handelen niet achterwege heeft gelaten voorzover zulks in redelijkheid kan worden gevergd teneinde zodanige besmetting of verspreiding te voorkomen, immers heeft hij drieëntwintig (23) vogels onder zich gehad zonder hygiëne en quarantaine en diergezondheidsmaatregelen te nemen;
Feit 3:
hij op 30 juli 2013 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, samen en in vereniging met anderen, zonder redelijk doel of met overschrijding van hetgeen ter bereiking van zodanig doel toelaatbaar is, bij dieren, te weten drieëntwintig (23) vogels, pijn en letsel heeft veroorzaakt en de gezondheid en het welzijn van die dieren heeft benadeeld en als houder van die dieren aan die dieren de nodige verzorging heeft onthouden door:
- een duur van een vlucht van die vogels van ruim vijftien (15) uur en
- die vogels te vervoeren in kratten/kooien/compartimenten die te klein waren en waarin te weinig ventilatie was en waarin geen zitstokken aanwezig waren, welke kratten/kooien/compartimenten zich bevonden in sporttassen die niet voorzien waren van een aanduiding dat zich daarin levende dieren bevonden en welke sporttassen zijn vervoerd en behandeld als standaard bagage en
- die vogels onder te koude condities te vervoeren.
Hetgeen aan verdachte onder 1, 2 en 3 meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
4. Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
Overtreding van een voorschrift, gesteld bij artikel 13, eerste lid, van de Flora- en faunawet, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd;
Ten aanzien van feit 2:
Overtreding van een voorschrift, gesteld bij artikel 101a van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren.
Ten aanzien van feit 3:
Overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 36 lid 1 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.
5. Strafbaarheid van verdachte
Het beroep van de raadsman op afwezigheid van alle schuld met betrekking tot het onder 1 en 2 ten laste gelegde, en dan in het bijzonder de opzetvariant, wordt reeds weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen onder 3.2. Daarbij wordt verwezen naar het overwogene onder 3.3. Er is daarmee geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.
6. Motivering van de sancties
6.1. Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot
- een gevangenisstraf voor de duur van acht (8) maanden, met aftrek van de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, waarvan vier (4) maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar;
- een geldboete van € 10.000,- bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 85 dagen hechtenis.
Ten aanzien van de in beslag genomen goederen heeft de officier van justitie gevorderd dat
de onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
het buitenlandse geld (11) dient te worden verbeurd verklaard;
het zakje met 10 ringen (7), de 2 koffers (8) en het telefoontoestel (20) dienen te worden onttrokken aan het verkeer;
de overige goederen dienen te worden teruggegeven aan verdachte.
6.2. Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sancties die aan verdachte moeten worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
6.3. Hoofdstraf
Verdachte heeft drieëntwintig beschermde, uitheemse niet geringde vogels in gewone bagagetassen vanuit Indonesië naar Nederland vervoerd zonder de daarvoor benodigde documenten. Verdachte heeft zich niet bekommerd om de in hun voortbestaan bedreigde uitheemse vogels. Hij heeft zich evenmin bekommerd om het welzijn en de gezondheid van deze dieren door deze bijvoorbeeld te vervoeren als normale bagage. Daarenboven wist verdachte dat door het op deze wijze in Nederland invoeren van deze uit het wild gevangen vogels, deze vogels besmetting dan wel verspreiding van besmettelijke dierziekten zouden kunnen veroorzaken, zoals de Aviaire Influenza (vogelpest) en Newcastle Disease (pseudo-vogelpest). Vogelpest heeft geleid tot de dood van mensen en de gevolgen van een uitbraak van vogelpest zijn niet te overzien. Gelukkig heeft onderzoek aangetoond dat de door verdachte binnengesmokkelde vogels geen vogelpest hadden. Verdachte heeft echter door het op voornoemde wijze binnen Nederland brengen van deze drieëntwintig vogels een groot en onaanvaardbaar risico genomen. Door aldus te handelen heeft verdachte een potentieel gevaar voor de volksgezondheid gecreeërd. Met name dit laatste feit wordt door de rechtbank als zeer ernstig aangemerkt, waarvoor dan ook enkel passend wordt geacht een gevangenisstraf van een aanzienlijke duur. Gelet op de vele reisbewegingen die verdachte volgens zijn eigen verklaringen maakt, acht de rechtbank het noodzakelijk om een deel van de op te leggen gevangenisstraf in voorwaardelijke vorm op te leggen.
Voorts heeft de rechtbank ten nadele meegewogen dat verdachte geen openheid van zaken heeft willen geven.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat enkel een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd. De rechtbank zal echter bepalen dat een gedeelte daarvan vooralsnog niet ten uitvoer zal worden gelegd en zal daaraan een proeftijd verbinden van 3 jaren, opdat verdachte ervan wordt weerhouden zich voor het einde van die proeftijd schuldig te maken aan een strafbaar feit.
6.4. Bijkomende straf
De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten een telefoon Blackberry Bold (20) en een geldbedrag, te weten 500 US dollar (11), dienen te worden verbeurd verklaard. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat het bewezenverklaarde feit met betrekking tot dat geldbedrag en met behulp van die telefoon, die aan verdachte toebehoren, is begaan of voorbereid.
7. Maatregel
De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten het zakje met 10 ringen (7), de 2 koffers (8) dienen te worden onttrokken aan het verkeer. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat het bewezen verklaarde feit met behulp van die voorwerpen zijn begaan of voorbereid en het ongecontroleerde bezit van die voorwerpen is in strijd met het algemeen belang.
8. Overige beslissingen omtrent in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen
De rechtbank is van oordeel dat de overige onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen, dienen te worden teruggegeven aan verdachte, aangezien die redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt.
9. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
artikel 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 36b, 36c, 55 van het Wetboek van Strafrecht;
artikel 1, 1a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten;
Artikel 13 van de Flora- en Faunawet;
artikel 15, 36 en 101a van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren.
10. Beslissing
De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.4 weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1, 2 en 3 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat de onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde feiten opleveren.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van TIEN (10) MAANDEN, met bevel dat van deze straf een gedeelte, groot VIER (4) MAANDEN, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat verdachte voor het einde van de op 3 jaren bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurd:
(11) Geld buitenlands, 5 honderddollarbiljetten secubag 3013950.
(20) 1.00 STK Telefoontoestel, BLACKBARRY BOLD A.3.1.
Onttrekt aan het verkeer:
(7) 10.00 STK Ring, VOGEL, zakje met 10 ringen (om vogels te ringen);
(8) 2.00 STK Koffer, voor het transporteren van vogels A.4.1 en A;
Gelast de teruggave aan verdachte van:
(1) 1.00 STK Document, Enveloppe Anitatour Enveloppe;
(2) 1.00 STK Document, Ticket Electronisch Ticket A.1.13;
(3) 1.00 STK Document, Ticket aankoopbewijs ticket A.1.8;
(4) 1.00 STK Document, Boardingpass KL0836;
(5) 1.00 STK Papier, STICKER, Bagagestickers op KLM vel;
(6) 1.00 STK Document, Boardingpass KL1385 A.1.7;
(9) 1.00 STK Rugzak Kl:ZWART, inhoud koptelefoon en USB stekker A.1.1;
(10) 1.00 STK Papier, Div. visitekaartjes en passen in secubag NR2;
(12) 1.00 STK Tas Kl:bruin, met daarin de dollarbiljetten;
(13) 1.00 STK Papier, diverse bonnetjes A.1.10;
(14) 1.00 STK Paspoort, paspoort met nr. [paspoortnummer] A.1.11;
(15) 1.00 STK Portemonnee A.1.12;
(16) 1.00 STK Edelsteen A.1.12;
(17) 1.00 STK Rookwaar A.1.12;
(18) Geld Euro, kleingeld A.1.12;
(19) 1.00 STK Stof, zwartwit lapje A.1.12.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. A.C.M. Rutten, voorzitter,
mr J.J.M. Uitermark en mr. S. Ok, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier C.A. de Koning,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 15 november 2013.