Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBHAA:2012:BV3921

Rechtbank Haarlem
16-01-2012
14-02-2012
188249 - KG ZA 11-592
Civiel recht
Kort geding

De voorzieningenrechter die op een beslagrekest beslist, dient - nog meer dan dat anders al het geval is - op het woord van de verzoeker af te (kunnen) gaan. Partijen zijn op grond van artikel 21 Rv verplicht alle voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren. Volgt opheffing beslag vanwege onjuiste/onvolledige voorlichting aan de voorzieningenrechter die het beslagverlof heeft verleend.

Rechtspraak.nl
NJF 2012/210

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK HAARLEM

Sector civiel recht

zaaknummer / rolnummer: 188249 / KG ZA 11-592

Vonnis in kort geding van 16 januari 2012 (bij vervroeging)

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

COENRAADTS MACHINEFABRIEK B.V.,

gevestigd te Zaandam,

eiseres,

advocaat mr. R.J. Frans te Zaandam,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

EIPRODUKTEN WULRO B.V.,

gevestigd te Weert,

gedaagde,

advocaat mr. A.P.C. Houben te Weert.

Partijen zullen hierna Coenraadts en Wulro genoemd worden.

1. De procedure

1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding

- de mondelinge behandeling

- de pleitnota van Coenraadts

- de pleitnota van Wulro.

1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.

2. De feiten

2.1. Coenraadts is een onderneming die zich onder meer bezighoudt met de ontwikkeling, productie en verkoop van machines en systemen ten behoeve van het breken van eieren en het scheiden van eigeel en eiwit. Eén van de door Coenraadts ontwikkelde systemen betreft de OvoMaster eierbreekmachine (hierna: OvoMaster).

2.2. Tot 22 mei 2011 was [A] (hierna: [A]) statutair bestuurder van Coenraadts, op welke datum hij op eigen verzoek is vertrokken bij Coenraadts. Nadien heeft [A] een eigen vennootschap opgericht, Inoxxovo B.V. te Grootebroek (hierna: Inoxxovo), welke vennootschap een vergelijkbare onderneming drijft als die van Coenraadts.

2.3. Wulro is een onderneming die zich onder meer bezighoudt met de productie en verhandeling van eiproducten.

2.4. Ter vergroting van haar productiecapaciteit heeft Wulro op 9 november 2010 een OvoMaster van Coenraadts gekocht, onder gelijktijdige inruil van een tweetal (eveneens van Coenraadts betrokken) oudere machines met toebehoren (‘breeklijnen’). Betaling van de koopprijs, na inruil, van EUR 250.000,-- diende te geschieden in een drietal termijnen van:

- EUR 150.000,-- ex. BTW uiterlijk 10 december 2010

- EUR 50.000,-- ex. BTW uiterlijk 1 februari 2011

- EUR 50.000,-- ex. BTW binnen 30 dagen na levering.

2.5. Na levering in maart 2011 heeft Wulro een groot aantal gebreken aan de OvoMaster geconstateerd. Volgens Wulro functioneerde de OvoMaster niet naar verwachting, onder meer omdat de door Coenraadts beloofde capaciteit van 110.000 eieren per uur niet werd gehaald. Om die reden heeft Wulro de betaling van de laatste termijn opgeschort.

2.6. Coenraadts heeft de door Wulro geconstateerde gebreken niet naar tevredenheid van Wulro verholpen.

2.7. Bij verzoekschrift van 23 november 2011 (hierna: het beslagrekest) heeft Wulro verzocht conservatoir beslag te mogen leggen ten laste van Coenraadts op een aantal zich in het door Coenraadts gehuurde bedrijfspand bevindende roerende zaken. In het beslagrekest is onder meer het volgende opgenomen:

14. Zoals gezegd dient de OvoMaster – amper een halfjaar in gebruik – thans al gerepareerd te worden. Gezien de inmiddels al geleden schade alsmede het feit dat het er naar uit ziet dat verzoekster in de toekomst nog meer schade zal gaan lijden, heeft verzoekster er belang bij haar vordering te verzekeren. Zij verzoekt daarom om beslag te mogen leggen op de navolgende roerende zaken:

A. alle materialen en onderdelen de bedoeld zijn om de OvoMaster, de seperatoren, de 432 brekers, de filters, de cal 216/2 laders en de albumasters te bouwen en/of te repareren, welke zich bevinden op de eerste verdieping van het bedrijfspand aan de Sluispolderweg no. 28;

B. de 432 breker inclusief albumaster, welke zich bevindt in het bedrijfspand van gerekwestreerde aan de Sluispolderweg no. 28 te Zaanstad;

C. drie 432 schudders/schudbanden, welke zich bevinden in het bedrijfspand van gerekwestreerde aan de Sluispolderweg no. 28 te Zaanstad;

D. de casco Visionmaster exclusief lader, welke zich bevindt in het bedrijfspand van gerekwestreerde aan de Sluispolderweg no. 28 te Zaanstad;

E. de traywasser (inmiddels ongeveer voor de helft afgebouwd / gevuld met onderdelen), welke zich bevindt in het bedrijfspand van gerekwestreerde aan de Sluispolderweg no. 28 te Zaanstad;

F. de CAF-filter inclusief pompset, welke zich bevindt in het bedrijfspand van gerekwestreerde aan de Sluispolderweg no. 28 te Zaanstad;

G. vier CFS-filters 3000, welke zich bevinden in het bedrijfspand van gerekwestreerde aan de Sluispolderweg no. 28 te Zaanstad;

H. de Visionmaster inclusief lader, welke zich bevindt in het bedrijfspand van gerekwestreerde aan de Sluispolderweg no. 28 te Zaanstad;

15. De hierboven onder A omschreven zaken betreffen materialen en reserve onderdelen, welke dienen als reparatiemateriaal en derhalve niet zijn aan te merken als handelsvoorraad. De hierboven onder B en C omschreven zaken. betreffen de oude breeklijn, waarvan het thans nog maar zeer de vraag is of die zaken tot de reguliere handelsvoorraad behoren. De hierboven onder D en E omschreven zaken betreffen halffabricaten, welke niet als handelsvoorraad zijn aan te merken. De hierboven onder F, G en H omschreven zaken zijn weliswaar aanwezig in het pand van gerekwestreerde, maar zij zijn aan te merken als reguliere handelsvoorraad. Dientengevolge zullen deze zaken in het verzoek buiten beschouwing worden gelaten, aangezien verzoekster niet beoogt om beslag te leggen op de – reguliere – handelsvoorraad.

(…)

19. Verzoekster verzoekt op voet van artikel 709 lid 1 Rv te bevelen dat de in alinea 12 [bedoeld zal zijn: 14 - voorzieningenrechter] onder A tot en met H genoemde roerende zaken ter gerechtelijke bewaring dienen te worden afgegeven in Inoxxovo BV, gevestigd te (1613SH) Grootebroek aan de Rietzanger no. 6, althans aan een door aan te wijzen bewaarder. Inoxxovo is ermee akkoord als bewaarder in dezen op te treden.

(…)

21. Verzoekster meent dan ook dat er sprake is van bijzondere omstandigheden in de zin van artikel 709 lid 3 Rv, die meebrengen dat het verzoek tot gerechtelijke bewaring dient te worden toegewezen, zonder dat gerekwestreerde de gelegenheid moet worden gegeven om te worden gehoord, althans dat het verzoek dient te worden toegewezen onder de bepaling dat gerekwestreerde eerst wordt opgeroepen nadat de zaak in bewaring is genomen, althans dat eerst verlof wordt gegeven tot het leggen van beslag tot afgifte van de roerende zaken, en vervolgens – na beslaglegging – het verzoek tot gerechtelijke bewaring zal worden behandeld.

2.8. Na verlofverlening door de voorzieningenrechter van deze rechtbank – zonder dat Coenraadts daarbij is opgeroepen om te worden gehoord – heeft Wulro op 5 december 2011 conservatoir beslag doen leggen op de in het hierboven in 2.6 opgenomen citaat onder punt 14 A, D en E bedoelde roerende zaken.

3. Het geschil

3.1. Coenraadts vordert dat:

het de Voorzieningenrechter van de rechtbank Haarlem behage bij vonnis,

voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

PRIMAIR

- alle door gedaagde gelegde beslagen zoals in deze dagvaarding genoemd op te heffen;

SUBSIDIAIR

- gedaagde te veroordelen om binnen twee dagen na de betekening van het in deze te wijzen vonnis alle door haar gelegde beslagen zoals in deze dagvaarding genoemd, te doen opheffen op straffe van een dwangsom van € 100.000,-- voor iedere dag dat gedaagde in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen;

MEER SUBSIDIAIR

- gedaagde te veroordelen om binnen zeven dagen na het in deze te wijzen vonnis ten behoeve van eiseres, voor de duur van de door gedaagde gelegde beslagen, zekerheid te stellen voor een bedrag van € 5.000.000,--, althans tot een door de Voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen bedrag, voor schade die eiseres als gevolg van de door gedaagde gelegde beslagen lijdt en zal lijden, op straffe van een dwangsom van

€ 100.000,-- voor iedere dag dat gedaagde in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen;

PRIMAIR, SUBSIDIAIR en MEER SUBSIDIAIR

- gedaagde te veroordelen in de kosten van dit geding.

3.2. Aan haar vordering heeft Coenraadts – zakelijk weergegeven – ten grondslag gelegd (1) dat Wulro een ondeugdelijke vordering op Coenraadts heeft, omdat de gebreken aan de OvoMaster van ondergeschikte aard zijn en deze de in het beslagrekest gestelde schade niet rechtvaardigen en (2) dat Wulro de voorzieningenrechter in het beslagrekest onjuist en onvolledig heeft geïnformeerd. Ter onderbouwing van dat laatste voert Coenraadts onder meer aan dat alle door Wulro beslagen roerende goederen – anders dan Wulro in het beslagrekest stelt – de reguliere handelsvoorraad van Coenraadts betreffen, zodat als gevolg van het beslag door Wulro de bedrijfsvoering van Coenraadts nagenoeg is stilgelegd, alsmede dat Wulro heeft verzuimd de voorzieningenrechter te informeren over de persoon van de te benoemen gerechtelijk bewaarder, Inoxxovo c.q. [A].

3.3. Wulro voert verweer.

3.4. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4. De beoordeling

4.1. De opheffing van een conservatoir beslag kan onder meer worden bevolen, indien op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen zijn verzuimd, summierlijk blijkt van de ondeugdelijkheid van het door de beslaglegger ingeroepen recht of van het onnodige van het beslag, of, zo het beslag is gelegd voor een geldvordering, indien voor deze vordering voldoende zekerheid is gesteld. Daarnaast zal de voorzieningenrechter tot opheffing van het beslag kunnen overgaan indien de verzoeker in het beslagrekest niet alle voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aanvoert. Van dat laatste is naar het oordeel van de voorzieningenrechter in het onderhavige geval sprake. Het volgende is voor dat oordeel redengevend.

4.2. Een beslagrekest kenmerkt zich daarin dat daarop ex parte (met andere woorden: zonder dat de gerekwestreerde eerst wordt gehoord) wordt beslist. De voorzieningenrechter die op een beslagrekest beslist, dient dan ook - nog meer dan dat anders al het geval is - op het woord van de verzoeker af te (kunnen) gaan. Niet voor niets zijn partijen op grond van artikel 21 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) verplicht alle voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren.

4.3. Met betrekking tot beslag op een handelsvoorraad is in de Beslagsyllabus (versie juni 2011) het volgende opgenomen:

Indien verlof voor beslag op de inventaris van een onderneming wordt gevraagd, dient vermeld te worden dat de handelsvoorraad niet onder de inventaris wordt begrepen. Doet men dat niet of ingeval wel beslag op de handelsvoorraad wordt beoogd, dan dient men er rekening mee te houden dat de voorzieningenrechter eerst beide partijen zal willen horen alvorens op het gevraagde verlof te beslissen. Gezien de verstrekkende gevolgen voor de beslagdebiteur van een beslag op zijn handelsvoorraad, zal een verzoek tot het daarop mogen leggen van beslag (extra) goed gemotiveerd moeten zijn.

4.4. Wulro heeft in het beslagrekest uitdrukkelijk gesteld dat de roerende zaken onder A tot en met E geen handelsvoorraad betreffen. Ter mondelinge behandeling van het onderhavige opheffingskortgeding heeft de advocaat van Wulro – desgevraagd – gesteld dat volgens haar uitsluitend ‘geheel afgebouwde’ machines tot de reguliere handelsvoorraad van Coenraadts Machinefabriek B.V. behoren. Coenraadts heeft als verweer aangevoerd dat haar bedrijfsvoering als gevolg van het beslag onmogelijk wordt gemaakt, althans ernstig wordt gehinderd. De voorzieningenrechter overweegt daarover als volgt.

4.5. Handelsvoorraad is díe voorraad die naar zijn aard bestemd is om te worden verhandeld. Hoewel het op zich juist is dat reeds geproduceerde en voor aflevering gereed staande machines een aanzienlijk deel van de gewone handelsvoorraad van een machinefabriek zullen uitmaken, miskent Wulro met haar stelling dat ook de onderdelen waarmee die machines in een machinefabriek worden gemaakt tot de handelsvoorraad dienen te worden gerekend. Coenraadts heeft te dien aanzien bovendien onweersproken gesteld dat zij met name de grotere machines veelal in opdracht bouwt, zodat ook de uit die onderdelen bestaande (half)fabricaten als reguliere handelsvoorraad van Coenraadts dienen te worden beschouwd. Bovendien heeft Coenraadts onweersproken gesteld dat haar onderneming tevens is gericht op reparatie en dat zij te dien aanzien ook geregeld onderhoud pleegt aan reeds gefabriceerde en geleverde machines. Voorts heeft Coenraadts onweersproken gesteld dat de beslagen roerende zaken die in het beslagrekest zijn vermeld onder A alle onderdelen in haar gehele magazijn betreffen, welke onderdelen zowel zijn bestemd voor de bouw van de machines als voor onderhoud en reparatie daarvan. Ook de stelling van Coenraadts dat zij als gevolg van het door Wulro gelegde beslag nog wel machines kan maken, maar die niet meer aan derden kan leveren, als gevolg waarvan haar bedrijfsvoering de facto is lamgelegd, heeft Wulro niet weersproken. Zonder nadere motivering, die ontbreekt, ziet de voorzieningenrechter dan ook niet in waarom de hierboven bedoelde roerende zaken onder A, D en E niet (ook) als handelsvoorraad dienen te worden beschouwd.

4.6. Door in het beslagrekest uitdrukkelijk op te nemen dat bepaalde roerende zaken niet als handelsvoorraad zijn te beschouwen, heeft de voorzieningenrechter die op het beslagrekest van Wulro heeft beslist geen nadere motivering op dit punt nodig geacht, heeft hij afgezien van het horen van partijen en heeft hij het beslagverlof verleend als verzocht. Dat klemt te meer, omdat op grond van het voorgaande aannemelijk is dat het beslagverlof – indien aan de voorzieningenrechter bekend was geweest dat verlof werd gevraagd voor beslag op handelsvoorraad en de voorzieningenrechter gelet op de verstrekkende gevolgen van een dergelijke beslaglegging partijen zou hebben gehoord – niet (op deze wijze) zou zijn verleend.

4.7. Naast het voorgaande heeft Wulro bovendien verzuimd de voorzieningenrechter volledig en naar waarheid in te lichten over de door Wulro voorgestelde gerechtelijk bewaarder. In het beslagrekest heeft Wulro voor wat betreft de te benoemen bewaarder slechts aangevoerd dat ‘de roerende zaken ter gerechtelijke bewaring dienen te worden afgegeven aan Inoxxovo BV’ en ‘dat deze ermee akkoord [is] als bewaarder op te treden’, maar heeft Wulro met geen woord gerept over de bijzondere positie van Inoxxovo, met name niet over het feit dat deze onderneming geleid wordt door de voormalig statutair bestuurder van Coenraadts, [A]. De stelling van Coenraadts dat [A] op basis van zijn jarenlange werkervaring bij Coenraadts op de hoogte is van voor Coenraadts bedrijfsgevoelige informatie, is door Wulro niet weersproken. Deze kennis maakt [A], en daarmee Inoxxovo, naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter niet tot een onafhankelijk bewaarder, hetgeen op grond van de wet en de Beslagsyllabus echter wel is vereist. Bovendien heeft Wulro te dien aanzien in het beslagrekest gesteld ‘dat er sprake is van bijzondere omstandigheden in de zin van artikel 709 lid 3 Rv, die meebrengen dat het verzoek tot gerechtelijke bewaring dient te worden toegewezen, zonder dat gerekwestreerde de gelegenheid moet worden gegeven om te worden gehoord’, op basis van welke informatie de voorzieningenrechter die op het beslagrekest heeft beslist heeft afgezien van het – ook op dit onderdeel in beginsel door de Beslagsyllabus voorgeschreven – horen van partijen.

Ook dit acht de voorzieningenrechter een onvolledige en misleidende voorstelling van zaken in strijd met het bepaalde in artikel 21 Rv. De ter zitting door Wulro gegeven reden voor haar voorstel om Inoxxovo als gerechtelijk bewaarder te doen benoemen, namelijk dat het een klein wereldje is en dat Inoxxovo één van de weinige partijen in Nederland is met de nodige specialistische kennis ter zake, had Wulro ook ín het beslagrekest kunnen geven, hetgeen zij echter heeft verzuimd. Bovendien ontbreekt in het beslagrekest iedere vermelding van het feit dat de oprichter en bestuurder van Inoxxovo, [A], tot voor kort werkzaam was bij Coenraadts en thans concurrerende bedrijfsactiviteiten verricht. Deze informatie acht de voorzieningenrechter bij de beoordeling van het onderhavige beslagrekest van wezenlijk belang nu de voorgestelde bewaarder (naar Coenraadts onweersproken heeft gesteld) uit dien hoofde een eigen belang heeft bij het optreden als gerechtelijk bewaarder, te weten het bemachtigen van bedrijfsgevoelige informatie.

4.8. Op grond van het vorenstaande is de voorzieningenrechter van oordeel dat de voorzieningenrechter die op het beslagrekest heeft moeten beslissen op cruciale onderdelen daarvan onjuist, althans onvolledig is ingelicht in de zin van artikel 21 Rv en als bedoeld in onderdeel A2 van de Beslagsyllabus. Daaruit maakt de voorzieningenrechter de gevolgtrekking dat het beslag per direct zal worden opgeheven, zodat de primaire vordering zal worden toegewezen.

4.9. Met toewijzing van het primair gevorderde, behoeven de overige opheffingsgronden en vorderingen geen verdere bespreking.

4.10. Wulro zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Coenraadts worden begroot op:

- dagvaarding € 76,31

- griffierecht 575,00

- salaris advocaat 816,00

Totaal € 1.467,31

5. De beslissing

De voorzieningenrechter

5.1. heft op het op 5 december 2011 ten laste van Coenraadts gelegde beslag op alle roerende zaken die zich bevinden in het bedrijfspand van Coenraadts aan de Sluispolderweg 28 te Zaanstad;

5.2. veroordeelt Wulro in de proceskosten, aan de zijde van Coenraadts tot op heden begroot op € 1.467,31,

5.3. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,

5.4. wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door mr. E. Jochem en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. S.M.P. Langeveld op 16 januari 2012.?

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.