2.2.
In de kapsalon wordt meestal behandeld op afspraak. Deze afspraken worden vermeld in een afsprakenboek. In de onderneming van eiseres wordt vanaf 15 januari 2001 gebruik gemaakt van een geautomatiseerd afrekensysteem, dat is geïnstalleerd door [H] BV (hierna: het BIS-systeem). Met behulp van het BIS-systeem wordt een grote hoeveelheid gegevens digitaal geadministreerd waaronder het tot de persoonlijke gegevens van een klant te herleiden klantnummer, de soort (deel)behandeling, het in rekening te brengen bedrag, de wijze en het tijdstip van betaling en de naam van de behandelend medewerk(st)er van de kapsalon.
2.3. In het BIS-systeem wordt aan iedere afrekening (sessie) een uniek, doorlopend, sessienummer toegekend. Ieder sessienummer wordt gevolgd door één of meer hoofdregelnummer(s). In een hoofdregelnummer wordt iedere tijdens een sessie uitgevoerde behandeling of daarbij verkocht product afzonderlijk vermeld. Indien sprake is van samengestelde behandelingen volgt op het hoofdregelnummer een onderverdeling in subnummers per onderdeel van de behandeling.
2.5. In het BIS-systeem worden de behandelingen van klanten opgeslagen in het databestand behandel.dbf. In dit bestand wordt geregistreerd welk personeelslid, bij welke klant, welke behandeling heeft verricht. Voorts wordt de prijs van de behandeling vermeld alsmede de wijze waarop deze is betaald (contant of op rekening). Vaste klanten hebben binnen het systeem een eigen klant- dan wel debiteurennummer. Van deze klanten worden binnen het systeem gedetailleerde gegevens vastgelegd met betrekking tot door hen ondergane behandelingen in onder andere de bestanden kleur.dbf en permanent.dbf. Dit met het oog op vervolgbehandelingen. Overige klanten (zogenoemde binnenlopers), worden binnen het BIS-systeem aangemerkt als “debiteuren 1”. Op dit nummer worden klanten aangeslagen en afgerekend die niet in het BIS-systeem zijn opgenomen als klant met een eigen klantnummer. Voor deze klanten ontbreekt de mogelijkheid de details van een behandeling voor de toekomst vast te leggen. De verzamelfunctie van alle “debiteuren 1” wordt in het BIS-pakket aangeduid als “externe kassa”. Een eenmaal ingevoerde behandeling wordt definitief afgesloten door middel van het bevestigen van de betaalwijze via de entertoets.
2.6.
In het door eiseres aan de gedingstukken toegevoegde stuk genaamd “Werking van het kapperspakket (BIS)” wordt met betrekking tot correctieboekingen vóór dagafsluiting onder meer het volgende vermeld:
“9.1. Wijzigingen vóór het afrekenen
(…) Het wijzigen of verwijderen van een behandelregel in deze fase valt te vergelijken met het herstellen van typefouten en is achteraf nergens meer terug te vinden.
9.2.
Wijzigingen na het afrekenen maar vóór de dagafsluiting
Wanneer na afrekenen behandelregels worden gewijzigd of verwijderd (Bijzondere bewerking – Muteer behandeling), dan wordt hiervan een vastlegging gemaakt in Mutatie.dbf. Een verwijdering leidt tot de vastlegging van twee regels (“foutboeking” en “tegenboeking”) in dit bestand. Bij een wijziging komt daar nog een regel “correctieboeking” bij. De betaalwijze kan niet worden gewijzigd!
Wordt op dezelfde dag een gedetailleerde dagafsluiting gedraaid, dan wordt aan het einde van het dagrapport een afzonderlijk blok “mutaties” geprint. Aangezien dit binnen het programma de enige mogelijkheid is om deze gegevens te bewaren moet het dagelijks aan het einde van de dag op papier afdrukken van een gedetailleerde dagafsluiting in het kader van de bewaarplicht in overweging worden gegeven.
Indien bij het opstarten van het programma de systeemdatum niet wordt overgenomen, wordt wel een bestand Mutatie.dbf aangemaakt, maar worden de desbetreffende gegevens bij het printen van de dagafsluiting niet meegeprint!
NB: wanneer geen dagafsluiting wordt gedraaid en het programma de “volgende” dag weer wordt opgestart, zijn de regels in Mutatie.dbf verdwenen; er wordt een nieuw, leeg Mutatie.dbf gestart.”
2.7.
Door eiseres worden onjuist ingevoerde behandelingen op dezelfde dag vóór de dagafsluiting in het systeem gecorrigeerd. Deze correcties worden aangebracht aan de hand van die dag gemaakte schriftelijke aantekeningen (zogenoemde “kladnotities”). Na het aanbrengen van de correcties worden de kladnotities weggegooid. Dagelijks wordt uit het systeem een standaard dagafsluiting geprint waarop de totale omzet van die dag staat vermeld, uitgesplitst naar de wijze van betaling. Van de door het BIS-systeem geboden mogelijkheid om een gedetailleerde daguitdraai (met mutatie.dbf) te maken, wordt door eiseres geen gebruik gemaakt. Van de bestanden in het BIS-systeem wordt dagelijks een back-up gemaakt. De binnen het BIS-systeem geregistreerde vastleggingen vormen de basis voor de door eiseres gevoerde administratie.
2.8.
In 2003 is bij eiseres een boekenonderzoek ingesteld. Dit heeft geresulteerd in een rapport gedagtekend 6 juni 2005. In het kader van het onderzoek hebben twee EDP-audit medewerkers van de Belastingdienst de kapsalon op 24 februari 2003 bezocht. Zij hebben de back-upbestanden uit het BIS-systeem meegenomen en geanalyseerd. In het onderzoeksrapport zijn hun bevindingen als volgt vastgelegd:
“Het hoofdregelnummer van het laatste record is 60.681
Het hoofdregelnummer van het eerste record is 19
Het verschil bedraagt 60.662
Plus het eerste record 1
Het totaal aantal records met hoofdregels is 60.663
Het aantal subsessies (geen NUL) bedraagt 321
Het aantal betaalsessies waarbij geen
hoofdregelnummer is opgehoogd bedraagt 2
Het theoretisch aantal records bedraagt 60.986
Aantal aanwezige records behandel.dbf 55.150
Conclusie van de EDP-audit medewerkers: er zijn [vanaf de ingebruikname van het BIS-systeem] 5.836 hoofdregels verwijderd!
(…)
Bij [deze] datacollectie (…) is ook een back-up bestand (met de naam “ [I] ”) meegenomen. Dit bestand was van zaterdag 22 februari 2003. Aangezien dit bestand nog niet gepacked was bevat deze back-up nog de verwijderde regels (in zichtbare vorm voor de EDP-audit medewerker) van data betreffende de laatste werkdag, te weten: zaterdag 22 februari 2003. In deze back-up zitten (139 + 13 = 152 regels) hiervan zijn er 13 = 8,5526% verwijderd (dit zijn de zogenaamde deleted records). Packen houdt in dat deze regel definitief uit het bestand wordt verwijderd. Dit gebeurt de volgende werkdag bij het opstarten van het computerprogramma. De gegevens die de voorafgaande werkdag zijn ingevoerd, en later gewist zijn (dit zijn de “deleted” hoofdregels), worden dan definitief overschreven. De inhoud van een gewiste regel is dan niet meer te achterhalen.
(…)
Aangezien deze verwijderde regels nog niet fysiek door het “packen” zijn verwijderd, ze zijn nog in de bestanden zichtbaar als verwijderde hoofdregels, kunnen deze vastleggingen uitgelezen worden. (…) Het betreffen hier (…) enkelvoudige behandelingen (…). Wat opvalt is dat het hier alleen debiteuren 1 betreft (…).
(…)”
Op vrijdag 9 juli 2004 en maandag 12 juli 2004 hebben medewerkers van verweerder de kapsalon opnieuw bezocht. Daarbij hebben zij de back-upbestanden van vrijdag 9 juli 2004 en zaterdag 10 juli 2004 meegenomen. Aan het onderzoeksrapport wordt dienaangaande het volgende ontleend:
“Uit de meegenomen bestanden blijkt het volgende:
Het hoofdregelnummer van het laatste record is 103.302
Het hoofdregelnummer van het eerste record is 19
Het verschil bedraagt 103.283
Plus het de eerste hoofdregel 1
Het totaal aantal hoofdregels is 103.284
Het aantal subsessies (geen NUL) bedraagt 321
Het aantal betaalsessies waarbij geen
hoofdregelnummer is opgehoogd bedraagt 2
Het theoretisch aantal hoofdregels bedraagt 103.607
Het werkelijk aantal aanwezige hoofdregels
behandel.dbf bedraagt 94.455
Conclusie van de EDP-audit medewerkers: aantal
verwijderde hoofdregels 9.152
Dit is [het totale] aantal verwijderde hoofdregels [sinds ingebruikname van het BIS-systeem].
(…)
Ook hier valt op dat het uitsluitend om contante betalingen/afrekeningen gaat.
(…)”
Het aantal verwijderde bestandsregels is in het rapport als volgt gespecificeerd:
2001: 2.515
2002: 2.900
2003: 2.673
2004: 1.064
9.152
2.11.
Op basis van een gemiddeld bruto omzetbedrag per gewiste regelnummer van € 20,38 berekent verweerder de over 2001-2004 verzwegen omzet in eerste instantie op € 186.518. Voor de in deze omzet begrepen omzetbelasting ad € 10.558 (6% van € 186.518) heeft verweerder de onderhavige naheffingsaanslag opgelegd. Bij uitspraak op bezwaar heeft verweerder het gemiddelde bruto omzetbedrag per gewiste regelnummer gesteld op € 18,79 en de aan de hand daarvan gecorrigeerde omzet, met toepassing van een foutenmarge van 5%, bepaald op € 163.368. Hierin is een bedrag van € 9.247 omzetbelasting begrepen.