Sagro vordert, zakelijk weergegeven:
primair
I. Rijkswaterstaat te gebieden de gunningsbeslissingen met betrekking tot de percelen 1 tot en met 7 in te trekken;
II. Rijkswaterstaat te verbieden de opdrachten met betrekking tot de percelen 1 tot en met 7 te gunnen aan een ander dan Sagro;
III. Rijkswaterstaat te gebieden - desgewenst - de bewijsmiddelen, zoals bedoeld in hoofdstuk 3 van het Inschrijvings- en beoordelingsdocument, op te vragen bij Sagro en vervolgens - na akkoordbevinding ervan - de opdrachten betreffende de percelen 1 tot en met 7 te gunnen aan Sagro;
subsidiair
IV. Rijkswaterstaat te gebieden de gunningsbeslissingen met betrekking tot de percelen 1 tot en met 7 in te trekken;
V. Rijkswaterstaat te gebieden Sagro in de gelegenheid te stellen haar inschrijvingen met betrekking tot de percelen 1 tot en met 7 te herstellen voor wat betreft het ondertekeningsgebrek;
VI. Rijkswaterstaat te gebieden om de inschrijvingen van Sagro betreffende de percelen 1 tot en met 7 - met inachtneming van de herstelde documenten - opnieuw te beoordelen;
VII. Rijkswaterstaat te gebieden om - na de herbeoordeling - een nieuwe gunningsbeslissing te nemen met betrekking tot de percelen 1 tot en met 7;
meer subsidiair
VIII. Rijkswaterstaat te gebieden de gunningsbeslissingen met betrekking tot de percelen 1 tot en met 8 in te trekken;
IX. Rijkswaterstaat te verbieden de opdrachten betreffende de percelen 1 tot en met 8 op basis van de onderhavige aanbestedingsprocedure definitief te gunnen;
X. Rijkswaterstaat te gebieden de onderhavige aanbestedingsprocedure voor wat betreft de percelen 1 tot en met 8 te staken en gestaakt te houden en over te gaan tot heraanbesteding;
nog meer subsidiair
XI. in goede justitie een voorziening te treffen die recht doet aan de belangen van Sagro;
een en ander met veroordeling van de Staat in de proces- en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.