6.1
Ingevolge artikel 2, eerste lid, van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) verstrekt een bestuursorgaan bij de uitvoering van zijn taak, onverminderd het elders bij wet bepaalde, informatie overeenkomstig deze wet en gaat het daarbij uit van het algemeen belang van openbaarheid van informatie.
6.2
Ingevolge artikel 8, eerste lid, van de Wob, verschaft het bestuursorgaan dat het rechtstreeks aangaat, uit eigen beweging informatie over het beleid, de voorbereiding en de uitvoering daaronder begrepen, zodra dat in het belang is van een goede en democratische bestuursvoering.
6.3
Ingevolge artikel 10, tweede lid, aanhef en onder g, van de Wob, blijft het verstrekken van informatie ingevolge deze wet achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen het belang van het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen dan wel van derden.
7 Door eiseressen is betoogd dat openbaarmaking tot ernstige reputatieschade zal leiden. Gezien het feit dat de aanpassingen aan de websites inmiddels zijn verricht, bestaat er onvoldoende belang bij om alsnog tot openbaarmaking over te gaan.
8 De rechtbank overweegt dat vorenbedoelde afweging in dit geval inhoudt dat het algemene belang dat door openbaarmaking wordt gediend, wordt afgewogen tegen het belang van eiseressen geen onevenredig nadeel te ondervinden als gevolg van de publicatie, waarbij aan het algemeen belang een groot gewicht moet worden toegekend.
Dat sprake zou zijn van onevenredige benadeling in de vorm van reputatieschade is door eiseressen niet nader onderbouwd.
Weliswaar hebben eiseressen zich met ingang van 4 februari 2014 niet langer geprioriteerd, maar nog steeds bieden eiseressen, ook daarna nog, kansspelen online aan in strijd met de Wok. Nederland staat verder niet op de lijst van uitgesloten landen.
Verweerder streeft naar transparantie en voorlichting en stelt een algemeen belang om gebruikers en consumenten op de hoogte te stellen en te waarschuwen voor de risico’s die zij lopen door aanbieders die zonder vergunning online kansspelen aanbieden.
Gelet op vorenstaande heeft verweerder tot openbaarmaking kunnen overgaan.
9 Het beroep tegen openbaarmaking van het boetebesluit is dan ook ongegrond.
10 Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. drs. J.J.P. Bosman, voorzitter, mr. T. Sleeswijk Visser-de Boer en mr. M. Dam, leden, in aanwezigheid van mr. H.G. Egter van Wissekerke, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 20 april 2016.
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening of om het opheffen of wijzigen van een bij deze uitspraak getroffen voorlopige voorziening.