II. de Staat en/of de Raad te gelasten, om met ingang van 1 maart 2016 (althans zo spoedig mogelijk daarna) maatregelen te nemen die voorzien in een deugdelijk organisatorisch en financieel beleid, waarmee de voorwaarden geschapen worden voor de effectuering van het recht dat een aangehouden verdachte heeft op bijstand door een raadsman tijdens het politieverhoor, in die zin dat:
A: (met betrekking tot de rol van de raadsman tijdens het politieverhoor)
de raadsman die tijdens het politieverhoor rechtsbijstand verleent aan een aangehouden verdachte, in staat moet worden gesteld om:
i. bij het gehele verhoor aanwezig te zijn, en
ii. daadwerkelijk aan het verhoor deel te nemen,
iii. de verdachte ten aanzien van specifieke vragen te adviseren zich op zijn zwijgrecht te beroepen,
derhalve zonder dat hem regels worden opgelegd die hem beperken in het maken van opmerkingen, het stellen van vragen en het verzoeken om een onderbreking voor overleg met de verdachte;
en voorts in die zin dat
B. (met betrekking tot de vergoeding van rechtsbijstand)
(primair) de vergoeding voor verleende rechtsbijstand tijdens politieverhoor, ongeacht de fase van het strafproces en ongeacht een eventueel verstrekte toevoeging, wordt bepaald op één punt (zoals bedoeld in het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000) per uur verhoorbijstand, althans (subsidiair) een tijdelijke regeling geldt, waarbij de vergoeding voor rechtsbijstand tijdens politieverhoor wordt bepaald op één punt per uur, althans (meer subsidiair) een tijdelijke regeling geldt waarbij de vergoeding voor rechtsbijstand tijdens politieverhoor, ongeacht de fase van het strafproces en ongeacht een eventueel verstrekte toevoeging, wordt bepaald op drie punten per politieverhoor, dan wel een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen lager forfait per politieverhoor, dat recht doet aan de gemiddelde tijdsbesteding per politieverhoor, alsmede (subsidair en meer subsidiair) dat het Ministerie van Veiligheid en Justitie gedurende de tijdelijke regeling een onafhankelijk onderzoek dient te laten uitvoeren naar het aantal en de duur van de politieverhoren gedurende de hele fase van het strafproces, alsmede dat de tijdelijke regeling enkel mag worden vervangen door een forfaitair systeem dat gebaseerd is op de resultaten van dat onderzoek, waarbij het vast te stellen forfait overeenkomt met de gemiddelde tijdsbesteding per uur verhoorbijstand, voor zover uit een dergelijk onderzoek niet blijkt dat de tijdsbesteding dusdanig diffuus is dat deze zich niet leent voor een forfaitair stelsel;
subsidiair:
zodanige maatregelen te treffen als de voorzieningenrechter in goede justitie zal vermenen te behoren, in lijn met het hiervoor bedoelde, zodanig dat het recht op rechtsbijstand van een verdachte in een strafzaak, zoals door de Hoge Raad bedoeld in zijn arrest van 22 december 2015, de Richtlijn, de relevante jurisprudentie van het EHRM en de relevante verdragsbepalingen daadwerkelijke geëffectueerd wordt;
zowel primair als subsidiair:
te bevelen dat de Staat en/of de Raad onmiddellijk na betekening van dit vonnis een dwangsom verbeurt bij overtreding van een van voormelde geboden en verboden van € 50.000,= per dag, met veroordeling van de Staat c.s. in de kosten van dit geding, te vermeerderen met de nakosten en de wettelijke rente.