De bestreden uitspraak houdt het volgende in:
"De raadsman van veroordeelde heeft zich op het standpunt gesteld dat ten aanzien van de zaak 09Zoetermeer geen ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel mogelijk is, nu veroordeelde voor die inbraak is vrijgesproken en een ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel in die zaak daarom in strijd met de onschuldpresumptie moet worden geacht.
Ten aanzien van de zaak 09Delftplus heeft de raadsman aangevoerd dat (primair) niet is gebleken van daadwerkelijk door veroordeelde (individueel) genoten voordeel, zodat de vordering op dit onderdeel moet worden afgewezen, dan wel (subsidiair) dat een pondspondsgewijze verdeling over vier personen dient plaats te vinden.
Ook ten aanzien van de zaak 09Saturn is aangevoerd dat veroordeelde niet heeft beschikt over enig voordeel. Indien wordt aangenomen dat hij heeft beschikt over 'buit' dan blijkt uit het dossier dat deze door de politie in beslag is genomen en derhalve al van veroordeelde is ontnomen. Subsidiair heeft de raadsman aangevoerd dat een pondspondsgewijze verdeling dient plaats te vinden over vijf personen.
Tot slot heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat er geen enkele aanleiding is om tot hoofdelijke aansprakelijkstelling ex artikel 36e, lid 7, van het Wetboek van Strafrecht over te gaan.
De vaststelling van het wederrechtelijk verkregen voordeel
De veroordeelde is bij arrest van dit hof van 3 december 2013 (parketnummer 21-004899-12) veroordeeld tot straf ter zake van (onder meer) diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
Uit het strafdossier en bij de behandeling van de vordering ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken dat veroordeelde uit het bewezenverklaarde handelen financieel voordeel heeft genoten.
Aan de inhoud van wettige bewijsmiddelen ontleent het hof de schatting van dat voordeel op een bedrag van € 184.145,69. Het hof komt als volgt tot deze schatting.
De criminele organisatie waar veroordeelde deel van heeft uitgemaakt, heeft zich aan tenminste zes voltooide inbraken schuldig gemaakt. Bij twee van die inbraken is veroordeelde rechtstreeks betrokken geweest. Dat verdachte van rechtstreekse deelname aan één van de inbraken is vrijgesproken, maakt niet dat hem op grond van de deelname aan de criminele organisatie die deze inbraak heeft gepleegd geen wederrechtelijk voordeel kan worden ontnomen.
Bij de zes voltooide inbraken in de zaken 09DelftPlus, 09Hoofddorp, 09Saturn, 09Hoogvliet, 09Uithoorn en 09Zoetermeer is een (aanzienlijke) buit gemaakt, te weten:
09DelftPlus
Uit de staat van de kluisopmaak, gevoegd bij de aangifte, volgt dat er uit de kluis een bedrag van € 75.478,26 is weggenomen. Dit wordt eveneens bevestigd in de verklaring van [betrokkene 3], die kort na het plegen van de inbraak en zonder nog precies te hebben kunnen vaststellen wat het ontvreemde bedrag was, aangeeft dat het weggenomen geldbedrag wordt geschat op € 75.000,-. Het hof zal uitgaan van een wederrechtelijk verkregen voordeel van € 75.478,26.
09Hoofddorp
Bij de inbraak bij Dirk van den Broek Supermarkt in Hoofddorp zijn sigaretten, scheermesjes en batterijen weggenomen met een respectievelijke waarde van
€ 7.478,00, € 1.131,00 en € 689,00, derhalve een totaalbedrag van € 9.298,00.
Het hof ziet, anders dan de rechtbank, geen aanleiding om bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel van de ontvreemde goederen een percentage van 25% van de dagwaarde te hanteren. Immers, naar het oordeel van het hof is het genoten voordeel in beginsel gelijk aan de waarde van het goed. Op welke wijze betrokkene daarna met de gestolen goederen handelt, is dan niet meer van belang. Daarom zal het wederrechtelijk verkregen voordeel gelijk worden gesteld aan de totale waarde van de ontvreemde goederen.
Het hof zal uitgaan van een wederrechtelijk verkregen voordeel van € 9.298,00.
09Saturn
Blijkens de aangifte is er bij de Saturn in Hoofddorp voor een bedrag van € 29.259,77 aan elektronica weggenomen.
Ook hier ziet het hof op grond van het hiervoor overwogene geen aanleiding om bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel van de ontvreemde goederen een percentage van 25% van de dagwaarde te hanteren.
Het hof zal uitgaan van een wederrechtelijk verkregen voordeel van € 29.259,77.
09Hoogvliet
Blijkens de goederenbijlage bij de aangifte is er bij de inbraak in Kruidvat in Hoogvliet voor een bedrag van € 21.207,35 aan goederen weggenomen.
Ook hier ziet het hof op grond van het hiervoor overwogene geen aanleiding om bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel van de ontvreemde goederen een percentage van 25% van de dagwaarde te hanteren.
Het hof zal uitgaan van een wederrechtelijk verkregen voordeel van € 21.207,35.
09Uithoorn
Bij de inbraak in Deen Supermarkt in Uithoorn is voor een bedrag van € 5.335,10 aan rookwaar weggenomen en een bedrag van € 11.949,25 aan contant geld.
Ook hier ziet het hof op grond van het hiervoor overwogene geen aanleiding om bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel van de ontvreemde goederen een percentage van 25% van de dagwaarde te hanteren.
Het hof zal uitgaan van een wederrechtelijk verkregen voordeel van € 17.284,35.
09Zoetermeer
Bij de C1000 in Zoetermeer is voor een bedrag van € 2.398,30 aan rookwaar weggenomen en een bedrag van € 43.668,56 aan contant geld.
Ook hier ziet het hof op grond van het hiervoor overwogene geen aanleiding om bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel van de ontvreemde goederen een percentage van 25% van de dagwaarde te hanteren.
Het hof zal uitgaan van een wederrechtelijk verkregen voordeel van € 46.066,86.
Totale opbrengst
De opbrengsten van de criminele organisatie komen derhalve per voltooide inbraak uit op:
- Delft Plus: € 75.478,26
- Hoofddorp: € 9.298,00
- Saturn: € 29.259,77
- Hoogvliet: € 21.207,35
- Uithoorn: € 17.284,35
- Zoetermeer: € 46.066,86
- Totaal: € 198.594,59
Het hof ontleent aan de inhoud van de in de strafzaak voornoemde bewijsmiddelen het oordeel dat de betrokkene door zijn deelname aan dit strafbare feit een voordeel als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht heeft gehad.
Kosten
Door of namens betrokkene is niet gesteld of aannemelijk gemaakt dat en zo ja, welke kosten zijn gemaakt om het strafbare feit te kunnen plegen. Anders dan de rechtbank ziet het hof daarom geen aanleiding om (ambtshalve geschatte) kosten op het vastgestelde bedrag in mindering brengen.
Vordering benadeelde partij
Voorts zal het hof wel rekening houden met de toegekende vordering van de benadeelde partij, in de zaken waarbij door de betrokkenen buit is weggenomen.
Aan de benadeelde partij Deen Supermarkt B.V. is in de zaak 09Uithoorn een totaalbedrag van € 14.448,90 aan schadevergoeding toegekend.
Weggenomen geld
De vordering tot schadevergoeding bestond uit € 9.448,90 aan weggenomen geld dat niet door de verzekering werd vergoed en € 5.000,00 aan overige schade. Het bedrag van € 9.448,90 zal in mindering worden gebracht op het door de criminele organisatie wederrechtelijk verkregen voordeel.
Overige materiële schade
De € 5.000,00 aan overige schade betreft het eigen risico dat de verzekeraar, die de overige materiële schade heeft vergoed, ten laste van de benadeelde partij heeft gelaten. Die overige materiële schade bestond uit de kosten van reparatie of vervanging van beschadigde zaken, totaal € 11.575,16 en uit de dagwaarde van de weggenomen rookwaar, te weten € 5.335,10. Nu de waarde van de weggenomen rookwaar het bedrag van de vordering ten aanzien van de materiële schade overstijgt, zal het hof € 5.000,00 in mindering brengen op het door de criminele organisatie wederrechtelijk verkregen voordeel.
Het hof zal aldus de gehele toegewezen vordering van de benadeelde partij in mindering brengen op het vastgestelde wederrechtelijk verkregen voordeel.
De verplichting tot betaling aan de Staat
De verplichting tot betaling aan de staat wordt vastgesteld op een bedrag van € 184.145,69.
Op 1 juli 2011 is artikel 36e, zevende lid, van het Wetboek van Strafrecht in werking getreden. In dit artikel is bepaald dat bij het vaststellen van het bedrag van het wederrechtelijk verkregen voordeel op grond van het eerste en tweede lid ter zake van strafbare feiten die door twee of meer personen zijn gepleegd, de rechter kan bepalen dat deze hoofdelijk dan wel voor een door hem te bepalen deel aansprakelijk zijn voor de gezamenlijke betalingsverplichting.
Het bewezenverklaarde is in vereniging met een of meer anderen gepleegd na 1 juli 2011. Niet is komen vast te staan hoeveel personen er bij de verschillende inbraken betrokken zijn geweest en hoe de verdeling van de buit (telkens) heeft plaatsgevonden. Vrijwel alle daders hebben gezwegen over/ontkennen hun betrokkenheid. Ook veroordeelde zelf heeft niets verklaard over het door hem genoten voordeel of een deel daarvan. Het hof is daarom op geen enkele manier in staat om een verdeling te maken. Artikel 36e, zevende lid, van het Wetboek van Strafrecht is juist voor gevallen als het onderhavige geschreven. Dit maakt dat het geen andere oplossing heeft dan veroordeelde hoofdelijk aansprakelijk te stellen voor de betalingsverplichting.
Voor zover door veroordeelde hierdoor meer zou worden betaald dan wel voor zover op hem meer zal worden verhaald dan aan hem aan voordeel is toegekomen, heeft hij voor dat meerdere een regresrecht op de mededader(s).
(...)
Beslissing
(...)
Stelt het bedrag waarop het door de veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat vast op een bedrag van € 184.145,69 (honderdvierentachtigduizend honderdvijfenveertig euro en negenenzestig cent).
Legt de veroordeelde de verplichting op tot betaling aan de Staat ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel van een bedrag van € 184.145,69
(honderdvierentachtigduizend honderdvijfenveertig euro en negenenzestig cent)."