In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
(i) Medinol is houdster van 'New European Patent Specification' EP 1 181 902 B2 (hierna: EP 902), welk octrooi betrekking heeft op 'A flexible expandable stent' (in de niet bestreden Nederlandse vertaling: 'Buigzame uitzetbare stent'). De verlening van het octrooi is gepubliceerd op 12 januari 2005 en de instandhouding daarvan na oppositie op 25 maart 2009. Het octrooi is verleend voor een groot aantal landen, waaronder Nederland.
(ii) Conclusie 1 van EP 902 luidt als volgt:
“A flexible, expandable stent formed of an elongated cylindrical unitary tube (30) having in a non-expanded form and in its expanded form a patterned shape, the patterned shape comprising first meander patterns (11) extending in a first direction and second meander patterns (12) extending in a second direction, different from the first direction, wherein the first and second meander patterns comprise loops and are intertwined such that loops (14, 16) of each of the first meander patterns (11) are disposed between each of the neighbouring second meander patterns (12) and that one single loop (18, 20) of each of the second meander patterns (12) is disposed between each of the neighbouring first meander patterns (11), and wherein the first and second meander[s] patterns (11, 12) define a plurality of enclosed spaces (42a, 42b; 44a, 44b).”
In de (niet bestreden) Nederlandse vertaling:
“Buigzame, uitzetbare stent gevormd uit een verlengde cilindrische buis (30) uit een geheel die in de niet uitgezette vorm en in de uitgezette vorm een vorm heeft die voorzien is van patronen, waarbij de vorm met patronen bestaat uit eerste meanderpatronen (11) die zich in een eerste richting uitstrekken en tweede meanderpatronen (12) die zich in een tweede richting uitstrekken, die verschilt van de eerste richting, waarbij de eerste en tweede meanderpatronen bochten omvatten en zodanig zijn vervlochten dat de bochten (14, 16) van elk van de eerste meanderpatronen (11) zijn geplaatst tussen elk van de naburige tweede meanderpatronen (12) en dat een enkele bocht (18, 20) van elk van de tweede meanderpatronen (12) is geplaatst tussen elk van de naburige eerste meanderpatronen (11), en waarin de eerste en tweede meanderpatronen (11. 12) een aantal omsloten ruimten (42a, 42b; 44a, 44b) vormen.”
(iii) EP 902 behoort tot een 'familie' van een aantal nauw verwante octrooien van Medinol, waaronder (grootmoederoctrooi) EP 0 762 856 B1 (hierna: EP 856) en (moederoctrooi) EP 0 846 449 B1 (hierna: EP 449). Alle hebben als indieningsdatum 26 juli 1995; zij berusten op de PCT-aanvrage met nr. WO 96/03092. Twee prioriteiten zijn daarbij ingeroepen, 28 juli 1994 berustend op de Amerikaanse aanvrage US 282181, en 31 mei 1995 berustend op de Amerikaanse aanvrage US 457354.
(iv) EP 449 is verleend en gepubliceerd op 23 januari 2002. Ook dit octrooi heeft betrekking op 'A flexible expandable stent' en is verleend voor een groot aantal landen waaronder Nederland.
3.2.1Stellende dat de door Abbott c.s. in de handel gebrachte stents 'Multi-Link Vision, Multi-Link-8, Xience en de Xience Prime' in normale en miniuitvoering (hierna: 'de Abbott-stents') letterlijk dan wel op equivalente wijze inbreuk maken op de conclusies 1 en de daarvan afhankelijke conclusies 2, 3, 6, 9, 10, 11 en 12 van EP 902, heeft Medinol bij de rechtbank een vordering tot het opleggen van een inbreukverbod en nevenvorderingen ingesteld.
3.2.3De rechtbank heeft de vorderingen van Medinol afgewezen, geoordeeld dat aan de voorwaardelijke reconventionele vordering niet wordt toegekomen en Medinol veroordeeld in de, op de voet van art. 1019h Rv begrote, proceskosten van Abbott c.s. in conventie en in reconventie.
3.2.5 Het hof heeft het principale beroep verworpen, het vonnis van de rechtbank bekrachtigd en Medinol in het principale beroep veroordeeld in de volledige proceskosten van Abbott c.s. in hoger beroep, begroot op de voet van art. 1019h Rv.
3.2.6Het hof is tot zijn beslissing gekomen op de hieronder kort samengevatte gronden.
Conclusie 1 van EP 902 kan als volgt worden opgesplitst in deelkenmerken:
(i) buigzame, uitzetbare stent
(ii) gevormd uit een verlengde cilindrische buis (30) uit een geheel
(iii) die in de niet uitgezette vorm en in de uitgezette vorm een vorm heeft die voorzien is van patronen,
(iv) waarbij de vorm met patronen bestaat uit eerste meanderpatronen (11) die zich in een eerste richting uitstrekken
(v) en tweede meanderpatronen (12) die zich in een tweede richting uitstrekken, die verschilt van de eerste richting,
(vi) waarbij de eerste en tweede meanderpatronen bochten omvatten
(vii) en zodanig zijn vervlochten dat de bochten (14, 16) van elk van de eerste meanderpatronen (11) zijn geplaatst tussen elk van de naburige tweede meanderpatronen (12)
(viii) en dat een enkele bocht (18, 20) van elk van de tweede meanderpatronen (12) is geplaatst tussen elk van de naburige eerste meanderpatronen (11),
(ix) en waarin de eerste en tweede meanderpatronen (11, 12) een aantal omsloten ruimten (42a, 42b; 44a, 44b) vormen. (rov. 8.1).
Onderzocht dient te worden of er voor de gemiddelde vakman in EP 902 directe en ondubbelzinnige aanwijzingen zijn te vinden dat de deelkenmerken (iv) en (v) betrekking hebben op zowel uit-fase als in-fase ‘eerste meanderpatronen’ en zowel ‘piek-tot-piek’- (of ‘dal-tot-dal’-) verbindingen als ‘piek-tot-dal’-verbindingen (rov. 9.2).
Tot de stand van de techniek behoort een Europese octrooiaanvrage ten name van Lau et al. Uit deze aanvrage is bekend dat een stent met een verticaal golfvormig in-fasepatroon met piek-tot-dalverbindingen zich bij expansie fundamenteel anders gedraagt dan een stent met een verticaal golfvormig (180°) uit-fasepatroon met piek-tot-piekverbindingen: expansie van dit uit-fasepatroon leidt tot 'foreshortening', terwijl expansie van bedoeld in-fasepatroon niet, althans tot minimale 'foreshortening' leidt. (rov. 9.3).
Conclusie 1 van EP 902 is niet in de gebruikelijke 'two-parts'-vorm geredigeerd, zodat niet onmiddellijk duidelijk is wat nieuw is aan de onderhavige stent. In de beschrijving van het octrooi − de daarin genoemde Amerikaanse octrooischriften, de ‘Summary of the present invention’, de drie geprefereerde uitvoeringsvormen in de ‘Detailed description of preferred embodiments’ en de bespreking van de figuren 5A en 5B – is geen aanwijzing te vinden dat het octrooi ook stents betreft met andersoortige meanderpatronen dan uit-fasestents met piek-tot-piekverbindingen (rov. 10.1-10.9).
Aangezien een doel van de uitvinding is te komen tot een stent die minimaal krimpt en dit probleem niet optreedt bij stents met in-fase eerste meanderpatronen met piek-tot-dal-verbindingen, zal de vakman menen dat het octrooi beperkt is tot uit-fase eerste meanderpatronen met piek-tot-piekverbindingen (rov. 11).
Er is geen letterlijke inbreuk omdat de aangevallen stents in-fase verticale patronen hebben met piek-tot-dalverbindingen. Er is geen inbreuk bij wege van equivalentie, omdat de Abbott-stents op een fundamenteel andere wijze dan EP 902 leiden tot een stent met minimale krimp (rov. 16).
EP 902 bevat voorts niet een van de meanderpatronen onafhankelijk onderwerp van uitvinding dat ziet op ‘scaffolding’. De wijze waarop de ‘scaffolding’ wordt bereikt in het octrooi is onlosmakelijk verbonden met de specifieke (180º) uit-fase eerste meanderpatronen (rov. 17).
De Abbott-stents maken ook geen inbreuk op EP 449. De gerede buis daarvan heeft, anders dan de stents volgens EP 449, geen lasnaad. Daarnaast geldt de uitleg die aan conclusie 1 van EP 902 is gegeven eveneens voor conclusie 1 van EP 449, waarvan de deelkenmerken (iii)-(viii) nagenoeg letterlijk overeenkomen met de deelkenmerken (iii)-(viii) van EP 902. (rov. 19-20).