De Hoge Raad:
verklaart het beroep in cassatie gegrond,
vernietigt de uitspraak van de Rechtbank op het verzet,
verklaart het verzet gegrond,
verstaat dat de uitspraak waartegen het verzet gericht was vervalt en dat de Rechtbank het onderzoek moet voortzetten in de stand waarin het zich bevond,
gelast dat het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven aan belanghebbende vergoedt het door deze ter zake van de behandeling van het beroep in cassatie betaalde griffierecht ten bedrage van € 118,
veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven in de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op € 974 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand, en
veroordeelt de heffingsambtenaar in de kosten van het verzet bij de Rechtbank, vastgesteld op € 243,50 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 7 maart 2014.