De onderdelen 2, 3 en 4, die zich lenen voor gezamenlijke behandeling, komen op tegen het oordeel van het hof dat [verzoeker] c.s. het griffierecht niet tijdig hebben voldaan.
Volgens de onderdelen is het griffierecht wel tijdig, vóór de door het hof genoemde datum van 5 januari 2011, voldaan. [verzoeker] c.s. hebben in dit verband in cassatie de volgende stukken overgelegd:
(i) een kopie van een ondertekende cheque (met nummer [001]), afkomstig van Advocatenkantoor Thomson & Saleh N.V., het kantoor waar de gemachtigde van [verzoeker] c.s. werkzaam is. De cheque vermeldt als bedrag NAF 15.000,--, als begunstigde “Gerecht in Eerste Aanleg” en als datum “17-12-2010”;
(ii) een kopie van een door het hof afgegeven kwitantie, inhoudende dat het hof op 17 december 2010 een bedrag van NAF 15.000,-- heeft ontvangen van Thomson & Saleh Law Offices in verband met het hoger beroep van [verzoeker] c.s. De kwitantie vermeldt voorts dat het gaat om een cheque met het nummer [001] en om zaaknummer 30603 (het nummer van het hoger beroep in de onderhavige zaak);
(iii) een kopie van een bankafschrift van 13 januari 2011 van RBTT Bank, inhoudende dat van de rekening van Advocatenkantoor Thomson & Saleh N.V. een bedrag van NAF 15.000,-- is afgeschreven ter zake van een cheque met het nummer [001].