[beveiliger 1] verklaarde als getuige onder meer:
“Ik weet dat er iets is gebeurd op het feest en ik heb voorafgaand aan dit getuigenverhoor mijn aantekeningen nagekeken. Dan bedoel ik met name het rapport, waarvan ik zie dat het al bij de processtukken behoort (…) Ik heb dit rapport vrij snel opgemaakt, ik denk zo’n 4 a 5 weken na het gebeuren. Het kan dus zo dus zijn dat het op 1 maart 2013 is gemaakt. (…)
Op een gegeven moment deed zich een incident voor. Een man klom, gezien vanuit het podium, aan de linkerzijde de lichtstellage in. Ik was toen de enige bewaker die op die plek rondliep. (…) Toen ik die persoon in de lichtinstallatie zag klimmen heb ik geprobeerd zijn aandacht te trekken, en hem gevraagd om naar beneden te komen. Hij bleef echter maar doorgaan en ik heb hem gesommeerd om hem naar beneden te komen. Ik heb hem daarbij aan zijn benen aangetikt, om zijn aandacht te trekken en de boodschap over te brengen dat hij naar beneden moest komen. Ik ben niet aan hem gaan trekken; dat doe ik niet zomaar. Hij keek mij aan, met een blik van ‘je bekijkt het maar’. Hij ging gewoon door. Plotseling kwam er iemand vanuit het podium gezien, vanaf rechts. Dat is de andere kant dan de garderobe, die hem aan zijn been tikte. Waarna de desbetreffende persoon naar beneden kwam of viel, dat weet ik niet. De persoon die daar aan kwam behoorde dacht ik bij de DJ/technici. Hij was anders gekleed dan de feestgangers en de beveiliging; hij had dacht ik iets roods aan. Niets zwarts of donker. Het was in elk geval geen collega van mij. Deze persoon riep naar de klimmer dat dit nou al de tweede of derde keer was en dat het nu afgelopen moest zijn, althans iets dergelijks.
(…) Er waren geen andere bewakers dicht in de buurt op het moment van het incident met de klimmer. Pas toen die gevallen was kwam een andere bewaker, dhr. [beveiliger 2] , vanuit de zaal richting de plaats van het incident. U moet daarbij bedenken dat het zich allemaal in zeer korte tijd afspeelde. Toen de klimmer eenmaal in de ruimte bij de garderobe zat, waren er uiteindelijk drie bewakers bij: ikzelf, [beveiliger 2] en [beveiliger 3] . De klimmer wilde geen enkele bemoeienis met hem van de omstanders. Er was al een dame die had aangeboden om wat medische hulp te verlenen indien nodig. Later bood ook nog een vrouwelijke arts aan om naar zijn voet te kijken, maar hij weigerde dat pertinent. Na enige tijd daar gezeten te hebben, is hij op eigen beweging wel ondersteund, weggegaan.
U confronteert mij ermee dat op 10 oktober 2013 drie getuigen verklaard hebben dat er drie bewakers op [appellant] af kwamen voordat hij uit de stellage viel of werd getrokken. Dat is absoluut onjuist. Als dat zo was geweest, had ik dat trouwens wel in mijn rapportage vermeld. Daarbij teken ik uitdrukkelijk aan dat ik degene ben die de rapportage opstelt en de bewoordingen kiest, niet mijn werkgever. Ik ben er tenslotte zelf bij geweest en als ik getuigen had gehad vanuit de bewaking dan had ik dat zeker in mijn rapport geschreven. Ik handhaaf dan ook wat in dat rapport heb geschreven.
(…) We grijpen dus pas in als er een duidelijke overschrijding van de fatsoennormen of huisregels is. Dit heeft dan met name betrekking op veiligheid. Er is geen specifieke regel of scenario die iets zegt over het klimmen in zo’n lichtinstallatie. Voor mij is echter duidelijk dat het klimmen in zo’n installatie de normen overschrijdt en ook gewoon gevaarlijk kan zijn. Ik weet niet hoeveel zo’n lichtinstallatie aan gewicht kan verdragen en ik moest dus rekening houden met gevaar van instorting daarvan.
Normaal gesproken hebben wij eigenlijk geen probleem, als wij eens ingrijpen; degene die wordt aangesproken zal over het algemeen naar ons luisteren en doen wat we vragen. Dat was bij dhr. [appellant] echter anders. Hij ging door met klimmen en op het moment dat hij naar beneden kwam was hij bijna halverwege.
Ik merk nogmaals uitdrukkelijk op dat ik dhr. [appellant] er niet van heb afgetrokken, juist omdat ik niet weet hoe de stellage op die kracht zou reageren, en hoe dhr. [appellant] terecht zou komen. Het eerste vond ik overigens vanuit veiligheidsoogpunt een belangrijker argument.
Zoals gezegd, ging het allemaal heel snel, luttele seconden, en nog voordat ik bedacht kon hebben hoe we dit gingen aanpakken, kwam die medewerker van de DJ/technici, al en toen [appellant] door deze persoon werd aangesproken leidde dat er wel toe dat hij naar beneden kwam, op welke wijze dan ook. (…)
Op de laatste alinea van pagina 1 van mijn rapport gebruik ik de woorden’ een collega of dergelijke van de DJ’s’. Met collega bedoel ik daar dus iemand van de DJ’s, niet een collega- bewaker.
In de laatste zin op de eerste pagina van mijn verklaring schrijf ik dat hij die man aan zijn benen/broekspijpen vastpakte.
Ik verklaar nu dat ik niet precies heb gezien hoe dat ging, en of hij dus aantikte of vastpakte, dat weet ik niet. Ik verklaar nu nader dat ik dus heb gezien dat die man zijn handen aan de broek van dhr. [appellant] had, maar hoe ferm die greep was weet ik niet. (…)
U vraagt mij nog of ik de actie van de medewerker van de DJ’s niet kon voorkomen. Nee, dat ging echt niet. Daarvoor ging het veel te snel. (…)
Naar mijn waarneming had dhr. [appellant] duidelijk gedronken, en zodanig dat ik constateerde dat hij onder invloed was. Ik zag dat op grond van uiterlijke kenmerken zoals, wazige ogen, zijn gedrag, etc. Ik heb 22 jaar bij de politie gewerkt, zowel in uniformdienst, als bij recherche, in drugteams en in een overlastteam, en ik denk dus dat ik hier een goede kijk op heb. (…)
Of er mensen stonden precies onder de lichtstellage, weet ik niet, maar vond ik ook niet relevant als die stellage omvalt kan dat dus 2 a 3 meter beide kanten op een gevaar opleveren.
Ik vond de actie van dhr. [appellant] ook gevaarlijk; anders had ik daar niet op gereageerd. Ik herhaal dat omstanders, niet ikzelf, dhr. [appellant] na de val hebben ondersteund en begeleid naar de ruimte naast de garderobe. Ook daarna heb ik hem niet ondersteund. (….)
Het uniform op de die avond was: een zwarte pantalon, een wit overhemd, een blauw gestreepte das, een gillette en een zwart colbert met daarop een klein speldje met de naam EBM.”