arrest van 12 november 2013 (bij vervroeging)
[de man],
wonende te[woonplaats],
hierna te noemen: de appellant,
advocaat ten tijde van het uitbrengen van de appelexploten mr. R. Skála te Haren (Groningen), thans zonder procesadvocaat,
1.
[de vrouw],
wonende te [woonplaats],
2.
[B],
wonende te [woonplaats],
3.
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[BV A],
met zetel te [vestigingsplaats],
voorheen genaamd[B] B.V.
met zetel te [vestigingsplaats],
hierna gezamenlijk te noemen: de geïntimeerden,
advocaat mr. W. Taekema te Den Haag,
[de man],
wonende te[woonplaats],
hierna te noemen: de appellant,
advocaat ten tijde van het uitbrengen van de appelexploten mr. R. Skála te Haren (Groningen), thans zonder procesadvocaat,
[de vrouw],
wonende te [woonplaats],
geïntimeerde,
advocaat mr. W. Taekema te Den Haag.
1.
Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de inhoud van het vonnis van
2 januari 2013 in de gevoegde zaken tussen appellant als eiser en geïntimeerden als gedaagden.
2.
Appellant heeft bij exploten van 28 maart 2013 geïntimeerden aangezegd van het hiervoor genoemde vonnis van 2 januari 2013 in hoger beroep te komen, met dagvaarding van geïntimeerden voor dit hof tegen 10 september 2013.
3.
Bij anticipatie-exploot van 21 juni 2013 hebben geïntimeerden aan appellant aangezegd dat zij de zaken vervroegd op de rol willen aanbrengen en hebben zij appellant opgeroepen om te verschijnen op de roldatum 2 juli 2013.
4.
Op de roldatum 2 juli 2013 hebben geïntimeerden de zaken aangebracht. Appellant is toen niet (bij advocaat) verschenen en tegen hem is verstek verleend.
5.
Appellant is op 16 juli 2013 en vervolgens nogmaals op 30 juli 2013 in de gelegenheid gesteld procesvertegenwoordiger te stellen.
6.
Appellant heeft van de hiervoor onder 5 genoemde gelegenheid geen gebruik gemaakt.
7.
Vervolgens hebben geïntimeerden de stukken voor het wijzen van arrest aan het hof overgelegd en heeft het hof arrest bepaald.
MOTIVERING VAN DE BESLISSING IN HOGER BEROEP
8.
Ingevolge het, via de schakelbepaling van artikel 353 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, hierna: Rv, ook in hoger beroep toepasselijke artikel 126 lid 1 en 2 Rv, kan de geïntimeerde de dagvaardingstermijn vervroegen door middel van een anticipatie-exploot. Daarbij kan de geïntimeerde de zaak doen inschrijven, indien de advocaat van de appellant dit verzuimt. Indien de appellant in voorkomend geval – zoals hier aan de orde is – niet op grond van artikel 353 lid 1 Rv bij advocaat verschijnt, kan de geïntimeerde vorderen dat deze van instantie wordt ontslagen met veroordeling van de appellant in de kosten. Alvorens de geïntimeerde ontslag van instantie wordt verleend, dient de appellant evenwel de gelegenheid te krijgen zijn verzuim te herstellen.
9.
Geïntimeerden hebben bij het anticipatie-exploot aan appellant aangezegd dat zij bij niet-verschijnen van appellant in hoger beroep zullen vorderen dat zij van de instantie zullen worden ontslagen.
10.
In dit geval hebben geïntimeerden bij anticipatie-exploot de dagvaardingstermijn verkort en de zaak op de vervroegde datum van 2 juli 2013 doen inschrijven. Appellant is op de vervroegde datum niet in rechte verschenen. Appellant heeft noch op 16 juli 2013 noch op 30 juli 2013 procesvertegenwoordiger gesteld. Ook op de door hemzelf oorspronkelijk in zijn appeldagvaarding aangezegde roldatum van 10 september 2013 is appellant niet in rechte verschenen.
11.
Op grond van het vorenstaande dienen geïntimeerden van instantie te worden ontslagen.
12.
Op grond van zijn proceshouding dient appellant in de kosten van het hoger beroep te worden veroordeeld. De kosten voor de procedure in hoger beroep aan de zijde van geïntimeerden zullen worden vastgesteld op:
- griffierecht € 683,-;
en voor salaris advocaat overeenkomstig het liquidatietarief:
- 0.5 punten x tarief IV= € 816,-.
Het hof, rechtdoende in hoger beroep:
- ontslaat geïntimeerden van instantie;
- veroordeelt appellant in de kosten van het hoger beroep, tot aan deze uitspraak aan de zijde van geïntimeerden vastgesteld op € 683,- voor griffierecht en op € 816,- voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief.
Dit arrest is gewezen door mrs. Stille, van Nievelt en van Kempen, en uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar op 12 november 2013.