2.2
Op 18 februari 2005 hebben de Belgische autoriteiten op basis van de Europese Richtlijn 77/799/EEG in het kader van een zogenoemde spontane uitwisseling van inlichtingen gegevens verstrekt aan de FIOD-ECD Team Internationaal. De gegevens, bestaande uit een Nota met bijlagen, zijn verstrekt op grond van artikel 4 van genoemde Richtlijn 77/799/EEG. De Nota bevat een twaalftal genummerde bijlagen, aangeduid als B.1 tot en met B.12. De bijlagen genummerd als “B.1”, “B.2” en “B.6” bestaan elk uit circa 60 pagina’s en bevatten elk een groot aantal gegevens bestaande uit namen, data, nummers en bedragen. In de Nota is vermeld dat dit rekeninggegevens betreffen van [D] Bankiers (Luxemburg) SA te Luxemburg ( [D] ). De lijsten B.1, B.2 en B.6 worden gezamenlijk ook als “rekeningstandenlijsten” aangeduid. De Belastingdienst heeft naar aanleiding van deze gegevens vervolgens onderzoek gedaan, later bekend geworden als het project Bank Zonder Naam. Het onderzoek richtte zich op het vaststellen van de identiteit van Nederlandse rekeninghouders bij [D] , waarvan de gegevens waren vermeld op vorengenoemde bijlagen (de renseignementen). Het project Bank Zonder Naam is in maart 2007 van start gegaan.
2.3
De op de hiervoor bedoelde renseignementen voorkomende getallen zijn rekeningnummers en de daarbij behorende saldi van bankrekeningen en effectenportefeuilles per 21 december 1994, 5 september 1996 en 28 november 1996. De saldi zijn in Nederlandse guldens. Op de hiervoor reeds genoemde bijlage B.1 is - voor zover van belang - vermeld:
Racine Name CCY Current Accounts Deposits Bonds
[00000] [C] NLG 65.08 450,837.75 616,775.00
Shares/Options Inv. funds Total
45,563.10 28,338.78 1,141,579.71
Op lijst B.2 is - voor zover van belang – vermeld:
Racine Name CCY Current Accounts Deposits Bonds
[00000] [C] NLG 84.36 487,466.01 638,840.00
Shares/Options Inv. funds Total
56,246.80.00 30,641.55 1,213,278.72
Op lijst B.6 is - voor zover van belang - vermeld:
22 [00000] [C] [00001] NLG 670547,28 2075,46 0 132087,5 4044461 OA
Op de lijst B9 met de omschrijving Relation Management staat het volgende vermeld:
Name [X]
# [00000]
Subaccount
Beneficial Owner [X]
Residence NL- [Z]
Telephone [00002]
Telefax [00003]
Last Visit 15/11/95
2.5
In 2009 heeft een tipgever de Belastingdienst informatie overhandigd die betrekking heeft op [D] . Deze informatie bestaat uit gegevens die betrekking hebben op bankrekeningen bij deze bank en op interne bescheiden van deze bank. Met deze informatie heeft de Inspecteur belanghebbende, naast naam en woonplaats, ook met het adres geïdentificeerd.
2.6
In een ambtsedige verklaring opgemaakt op 29 juli 2009 heeft [E] , opsporingsambtenaar Belastingdienst/FIOD-ECD, het volgende verklaard:
“In opdracht van het Management team van de FIOD-ECD en de officier van justitie, mr.
[F] van het Functioneel Parket, heb ik een onderzoek ingesteld in de door de
Belgische autoriteiten verstrekte gegevens.
Het door mij uitgevoerde onderzoek heeft zich gericht op de door de Belgische
autoriteiten als de bijlagen B 1, B 2, B 6 en B 9 aangeduide stukken.
In eerste instantie heeft het onderzoek zich gericht op de identificatie van
rekeninghouders.
Vormen van identificatie
Geautomatiseerde Indentificatie
Er heeft op twee wijzen een identificatie van rekeninghouders plaatsgevonden. Een
identificatie langs geautomatiseerde weg en een identificatie aan de hand van overige
gegevens. Over de wijze van identificatie langs geautomatiseerde weg is door mij een
proces-verbaal opgemaakt dat is gedateerd 13 maart 2008 en waarnaar kortheidshalve
wordt verwezen.
Met betrekking tot de rekening [00000] gesteld op de naam [C] resulteerde
de geautomatiseerde wijze van herkenning in het opleveren van [X] , BSNnummer
[00004] , gehuwd met [C] , BSNnummer [00005] .
Identificatie aan de hand van andere gegevens
Hieronder wordt de identificatie beschreven van de rekeninghouder(s) van de rekening
met nummer [00000] aan de hand van andere gegevens. De rekening staat in door de
Belgische autoriteiten als “Rekeningstanden” aangeduide bijlagen BI, B2 en B6 gesteld
op de naam [C] ..
Op de zesde bladzijde van de door de Belgische autoriteiten als bijlage B 9
benoemde lijst zie ik bovenaan de omschrijving “RELATION MANAGEMENT” staan.
Rechtsboven staat vermeld 04/12/98. Op de 20e rij van dit overzicht zie ik in de
kolom “Name” [X] staan. Hieronder een beschrijving van de vermeldingen in de
overige kolommen
Kolom opschrift Vermelding
Name [X]
# [00000]
Subaccount
Beneficial owner [X]
Residence NL- [Z]
Telephone [00002]
Telefax [00003]
Last Visit 15/11/95
MIO NLG 1,1
Advisor
Telephone
(…)
Onderzoek telefoongegevens
Naar aanleiding van de hiervoor beschreven bevinding heb ik onderzoek ingesteld
met het via internet op de site www.startpagina.nl beschikbare programma “telefoon
naar adres”. In dit programma heb ik in de daarvoor beschikbare zoekvelden de
gegevens [X] en [Z] ingevoerd. Ik kreeg op deze zoekvraag slechts 1
vermelding te weten;
Naam: [X]
Adres: [a-straat] 14
Postcode: [------]
Woonplaats: [Z]
Telefoon: [00006]
(…)
Om de gegevens ook in het verleden te achterhalen heb ik gebruik gemaakt van de
CDfoongids van de destijdse PTT voor het jaar 1996. De in de betreffende velden
ingevoerde zoekvraag “ [X] ” met woonplaats “ [Z] ” leverde als resultaat
een abonneelijst met daarop 1 vermelding. Uit de vervolgens gevraagde abonnee
informatie verkreeg ik de vermelding;
Naam: [X]
Adres: [a-straat] 14 a
Plaats: [Z]
Telnr: [00007]
Bij deze vermelding zie ik dat de toevoeging ‘bedrijfsadv [G] ”.
(…)”
2.8
De Inspecteur heeft belanghebbende, in vervolg op de in het verleden gestelde vragen over vermogen dat in het buitenland wordt aangehouden, op 16 oktober 2012 een brief gestuurd met het verzoek een aantal vragen over eventuele buitenlandse bankrekeningen te beantwoorden. In deze brief is belanghebbende gewezen op artikel 47 AWR. Belanghebbende heeft niet gereageerd op die vragenbrief. Op 6 november 2012 heeft de Inspecteur belanghebbende een herhaald verzoek om informatie toegestuurd.
2.9
De Inspecteur heeft aan belanghebbende op 4 december 2012 de informatiebeschikking gegeven waarin onder meer het volgende is opgenomen:
“In verband met het opleggen van navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen over de jaren 2008, 2009 en 2010 aan uw cliënt de heer [X] BSN nummer [00008] heb ik u op 16 oktober 2012 verzocht om stukken toe te sturen, die van belang zijn voor uw cliënts belastingheffing. Op 6 november 2012 heb ik u een herinnering verzonden. U heeft niet aan deze informatieverzoeken voldaan, terwijl u daar op grond van de artikelen 47 en 49 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen wel toe verplicht bent. Het gaat om de volgende vragen en verzoeken die betrekking hebben op de door uw cliënts aangehouden bankrekening bij [D] Bankiers (Luxenbourg) SA. Het betreft de volgende gegevens:
- rekeningnummer: [00000]
- bank: [D]
- saldo per 28-11-1996: f 1.213.278
1.Wordt deze bankrekening in 2008, 2009 en 2010 nog steeds door uw cliënt (en/of zijn echtgenote) aangehouden?
2. Zo ja, wat was het saldo, inclusief onderliggende sub- en beleggingsrekeningen, op 1 januari en 31 december van de jaren 2008, 2009 en 2010?
3. Zo nee, waar wordt het eerder op de [D] -rekening gestalde vermogen in 2008, 2009 en 2010 aangehouden?
4. Wat was het saldo van die andere rekeningen op 1 januari en 31 december 2008, 2009 en 2010?
5. Indien niet langer vermogen in het buitenland wordt aangehouden, wanneer en op welke binnenlandse rekening is dit vermogen gestort of wanneer en waarvoor is het aangewend?
6. Ik verzoek u mij kopieën van de buitenlandse rekening(en) voor deze jaren toe te sturen.
Nu u niet adequaat op ons verzoek hebt gereageerd, ontvangt u hierbij deze informatiebeschikking (ex artikel 52a van de Algemene wet rijksbelastingen).”.