[geïntimeerde] heeft aangevoerd dat hij niets meer is verschuldigd aan [appellant]
Dit betoog strookt echter niet met het standpunt van [geïntimeerde], zoals verwoord in de conclusie van antwoord en in de brief van de advocaat van [geïntimeerde] aan [appellant] van 28 februari 2007, dat hij nog € 16.292,- aan [appellant] verschuldigd zou zijn.
[geïntimeerde] heeft verder aangevoerd dat de openstaande vordering is teniet gegaan door verrekening. [geïntimeerde] heeft hierover tijdens de comparitie van partijen bij de rechtbank verklaard dat de lening was afbetaald omdat de rekening-courantvordering op De Bikkelen [de door beide partijen gezamenlijk uitgeoefende onderneming, hof] was verrekend. Hij heeft daarbij verklaard: “Er is echter geknoeid met de grootboekkaarten en het bedrag van € 24.530,00 betreft alleen mijn privé storting in verband met een achtergestelde lening. Mijn totale vordering in rekening-courant was ongeveer € 39.000,00.”
[geïntimeerde] heeft voorafgaand aan de comparitie weliswaar een grootboekkaart van 2006 overgelegd, waarop een bedrag van € 39.828,62 staat vermeld, doch zonder nadere toelichting, die evenwel ontbreekt, valt daaruit niet af te leiden dat dit bedrag overeenstemt met zijn vordering in rekening-courant, laat staan dat daaruit valt af te leiden dat dit bedrag zou moeten worden verrekend met de vordering van [appellant] uit hoofde van de onderhavige geldlening. Nu [geïntimeerde] de door hem gestelde tegenvordering waarmee hij zou hebben verrekend, tegenover de gemotiveerde betwisting door [appellant], aldus onvoldoende heeft onderbouwd en ook voor het overige niet heeft toegelicht, faalt dit verweer.
[geïntimeerde] heeft voor het overige ter onderbouwing van zijn betoog dat hij niets meer is verschuldigd aan [appellant] slechts verwezen naar een brief van hem van 11 januari 2008 aan [appellant] Daarin is echter slechts vermeld: “Volgens de gegevens welke reeds vorig jaar uitvoerig onderzocht zijn door accountantsbureau Berlo & Nijmeijer en destijds ook met u zijn besproken, zijn wij tot de conclusie gekomen dat de lening per 31.12.2007 volledig is afgelost.” Een cijfermatige toelichting of onderbouwing van de zijde van [geïntimeerde] of het accountantsbureau is daarbij echter niet gegeven, zodat dit betoog moet worden gepasseerd.