Belanghebbende schrijft in zijn bij de Rechtbank ingediende beroepschrift onder meer:
“Tijdens de nabespreking, waarvoor de controleur geen tijd had, omdat ze naar huis moest heb ik AANNEMELIJK gemaakt, dat ik geen (noemenswaardig) privé – gebruik maakte en maak van mijn zakenauto. (…)
Ook heb ik kopieën van handgeschreven lijstjes met privé gereden km’s beschikbaar gesteld. Deze zijn wel over eerdere jaren geaccepteerd (toen ik een auto gebruikte voor vier doeleinden). “
Toelichting
"Tot en met het jaar 2003 heb ik steeds privé gebruik auto bijgeteld.
Toen in het jaar 2001 ( ? ) de bijtelling daalde naar 10% bij een privé gebruik van < 2.000 km jaar heb ik medio 2002 een E 240 van 1998 aangeschaft, cataloguswaarde € 50.000, om een tweede hernia operatie te voorkomen.
In augustus 2003 werd duidelijk, dat deze 10% bijtelling zou vervallen. In goed overleg, zoals gebruikelijk,
met de inspectie
heb ik gekozen voor de aanschaf van een tweede auto voor privé gebruik. Dit moet geweest zijn met de heer [C]. Ook de geldende afspraak om geen overbodige briefjes te sturen, dit is zeker een advies van de heer [C], maar dit in de aangiftes te vermelden, dus
-vanaf augustus 2003 GEEN privé gebruik.
In de volgende jaren is dit zo gebleven : zoals eerder vermeld vanaf augustus 2003 geen privé gebruik auto. Voor mijn zekerheid heb ik bijgehouden de privé km's. De limiet van 500 km / jaar haal ik bij lange na niet. (…)”.